In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een vader uit Amstelveen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen. De eiser had een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning, omdat hij sinds zijn scheiding in 2019 geen eigen woning meer had en zijn kinderen bij hun moeder wonen. De gemeente heeft de aanvraag afgewezen op basis van een algemene weigeringsgrond, omdat de eiser zijn huisvestingsprobleem zelf zou kunnen oplossen door tijdelijke huisvesting te huren of te verhuizen naar een krimpgebied. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 augustus 2023, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de gemeente.
De rechtbank heeft begrip voor de situatie van de eiser, maar oordeelt dat de strenge regels rondom urgentieverklaringen in het licht van de woningcrisis in Nederland niet kunnen worden genegeerd. De gemeente kan alleen in uitzonderlijke gevallen een urgentieverklaring verlenen. De rechtbank concludeert dat de situatie van de eiser niet uitzonderlijk genoeg is om een uitzondering te maken op de regels. De kinderen verblijven bij hun moeder en er is geen sprake van dreigende dakloosheid. De rechtbank oordeelt dat de gemeente in redelijkheid kon besluiten om de hardheidsclausule niet toe te passen, aangezien de eiser niet heeft aangetoond dat hij vanwege medische redenen een sociale huurwoning nodig heeft. De beroepsgronden van de eiser slagen niet, en het beroep wordt ongegrond verklaard.