ECLI:NL:RBAMS:2023:5796

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 september 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
10485657 CV EXPL 23-6289
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling vennootschappen en bestuurder tot betaling van openstaande facturen in het kader van een Service Agreement

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Intertrust Group B.V. en de vennootschappen Fortitude Hospitality Holding B.V., Vous Hotels & Retreats IP B.V., en Vous Hotels & Retreats Management B.V., alsook een bestuurder van deze vennootschappen. Intertrust vorderde betaling van openstaande facturen die voortvloeien uit een Service Agreement die in 2019 was gesloten. De vennootschappen hadden de facturen niet betaald en voerden aan dat zij niet in staat waren om aan hun verplichtingen te voldoen. De kantonrechter oordeelde dat de vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van de facturen, evenals de bestuurder, die in haar hoedanigheid als (middellijk) bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor de onbetaalde schulden van de vennootschappen. De rechter heeft de vorderingen van Intertrust toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de vennootschappen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in het geval van wanbetaling door vennootschappen en de toepassing van Nederlands recht in deze context.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10485657 \ CV EXPL 23-6289
Vonnis van 15 september 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTERTRUST GROUP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Intertrust,
gemachtigde: mr. G.C.G. Metz,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FORTITUDE HOSPITALITY HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOUS HOTELS & RETREATS IP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOUS HOTELS & RETREATS MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4.
[gedaagde 4],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partijen,
hierna afzonderlijk te noemen: Fortitude, Vous IP, Vous Management en [gedaagde 4] ,
hierna samen te noemen: Fortitude c.s.,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 maart 2023, met producties,
- de brief van [gedaagde 4] van 2 mei 2023,
- het tussenvonnis van 23 mei 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte overleggen productie met productie 12 van Intertrust,
- de brief van [gedaagde 4] van 16 augustus 2023, waarin staat dat zij niet aanwezig zal zijn op de zitting,
- de mondelinge behandeling van 17 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Intertrust is een trustkantoor dat verschillende (financiële) diensten aanbiedt aan bedrijven.
2.2.
Fortitude, Vous IP en Vous Management (hierna gezamenlijk ook: de vennootschappen) zijn medio 2019 opgericht ten behoeve van hotel management.
[gedaagde 4] is bestuurder van Fortitude. Fortitude is bestuurder en enig aandeelhouder van Vous IP en van Vous Management.
2.3.
Op 20 september 2019 heeft Intertrust een ‘Service Agreement’ (hierna: overeenkomst) gesloten met de vennootschappen. In appendix A bij de overeenkomst is een opsomming van de te verrichten activiteiten opgenomen. Appendix B bevat de overeengekomen algemene voorwaarden.
2.4.
In 2019 en 2020 heeft Intertrust op grond van de overeenkomst diensten verleend aan de vennootschappen. Hiervoor heeft Intertrust de volgende facturen gestuurd:
  • aan Fortitude: een factuur van 24 augustus 2020 en een factuur van 31 december 2020, beide ter hoogte van € 3.214,84 (in totaal € 6.429,68),
  • aan Vous IP: een factuur van 24 augustus 2020 en een factuur van 31 december 2020, beide ter hoogte van € 3.008,67 (in totaal € 6.017,34),
  • aan Vous Management: een factuur van 26 augustus 2020 en een factuur van 31 december 2020, beide ter hoogte van € 3.204,26 (in totaal € 6.408,52).
Op de facturen staat een betalingstermijn van dertig dagen.
2.5.
Op 24 november 2021 heeft zij Fortitude c.s. gesommeerd het eerste deel van de verschuldigde factuurbedragen uiterlijk op 8 december 2021 te betalen en het resterende deel uiterlijk op 22 december 2021. Hierna heeft Fortitude c.s. de overeenkomst met Intertrust opgezegd. Fortitude c.s. heeft daarbij laten weten dat de facturen betaald zullen worden.
2.6.
Op 14 februari 2022 heeft Fortitude c.s. medegedeeld dat zij de facturen niet kan betalen. Partijen hebben vervolgens afgesproken dat Fortitude c.s. de facturen binnen vijf maanden zou afbetalen.
2.7.
Fortitude c.s. heeft de facturen niet binnen de afgesproken vijf maanden betaald. Intertrust heeft hierna uitstel van betaling verleend tot 15 september 2022.
2.8.
Bij brief van 29 november 2022 heeft Intertrust betaling gevorderd van het totaalbedrag van de facturen van € 18.855,54 en daarbij medegedeeld dat het bedrag uiterlijk op 9 december 2022 moet zijn betaald. Betaling is uitgebleven.

3.Het geschil

3.1.
Intertrust vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht verklaart dat de verbintenissen uit de met Intertrust gesloten overeenkomst moeten worden nagekomen,
II. Fortitude en [gedaagde 4] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.429,68, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de verschillende vervaldata van de facturen, en een bedrag van € 875,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente,
III. Vous IP en [gedaagde 4] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.017,34, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de verschillende vervaldata van de facturen, en een bedrag van € 875,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente,
IV. Vous Management en [gedaagde 4] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.408,52, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de verschillende vervaldata van de facturen, en een bedrag van € 875,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente,
V. Fortitude c.s. veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Intertrust legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij op grond van de overeenkomst recht heeft op betaling voor haar dienstverlening. Daarom vordert zij betaling van de openstaande factuurbedragen door de vennootschappen. Daarnaast stelt Intertrust dat [gedaagde 4] in haar functie van (middellijk) bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor betaling van de factuurbedragen op grond van onrechtmatige daad.
3.3.
Fortitude c.s. heeft op de vorderingen gereageerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De vorderingen tegen Fortitude, Vous IP en Vous Management
4.1.
Intertrust vordert betaling van de facturen voor de diensten die zij op grond van de overeenkomst heeft verricht. Intertrust wijst erop dat de vennootschappen meerdere malen hebben erkend dat zij de factuurbedragen verschuldigd zijn.
4.2.
In de schriftelijke reactie van Fortitude c.s. staat enerzijds, kort gezegd, dat Intertrust niet had verteld dat zij haar werkzaamheden alvast zou factureren voordat de financiering van de vennootschappen rond was en dat Fortitude c.s. na ontvangst van de facturen bij Intertrust heeft geprotesteerd. Anderzijds staat in de reactie dat Fortitude c.s. bereid is om met een kleine maandelijkse betaling te starten totdat zij in een positie is om het volledige bedrag te betalen.
4.3.
Voor zover de vennootschappen bedoeld hebben om aan te voeren dat zij de factuurbedragen niet verschuldigd zijn, is de kantonrechter van oordeel dat zij deze stelling onvoldoende hebben gemotiveerd. Fortitude c.s. stelt weliswaar dat zij bij Intertrust heeft geprotesteerd, maar zij heeft dit op geen enkele manier toegelicht of onderbouwd. Ook vindt deze stelling geen steun in de beschikbare correspondentie. Daarin wordt namelijk gesproken over een betalingsregeling. In de schriftelijke reactie van Fortitude c.s. in deze procedure staat ook dat zij bereid is alvast (kleine) betalingen te doen. Daaruit kan worden afgeleid dat de vennootschappen erkennen dat zij de facturen moeten betalen. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding voor de conclusie dat de facturen onterecht zijn verzonden en veroordeelt Fortitude, Vous IP en Vous Management om de aan hen gerichte facturen op grond van de overeenkomst te betalen.
4.4.
Intertrust vordert betaling van de wettelijke rente, gerekend vanaf de verschillende vervaldata van de facturen. Deze rente is niet betwist en wordt daarom toegewezen. Op de facturen staat een betalingstermijn van 30 dagen (zie nummer 2.4). Deze termijn gaat lopen op de dag na de dagtekening van de facturen. Dit betekent dat de wettelijke rente over de facturen van 24 augustus 2020 verschuldigd is vanaf 24 september 2020, de wettelijke rente over de factuur van 26 augustus 2020 vanaf 26 september 2020 en de wettelijke rente over de facturen van 31 december 2020 vanaf 31 januari 2021.
De gevorderde verklaring voor recht
4.5.
Intertrust heeft een verklaring voor recht gevorderd “
dat de verbintenissen uit de met Intertrust gesloten overeenkomst moeten worden nagekomen”. De kantonrechter begrijpt dat Intertrust hiermee doelt op nakoming van de betalingsverplichtingen, waarop haar vorderingen onder nummer 3.1 II, III en IV ook zien. Omdat die vorderingen toewijsbaar zijn, heeft zij bij de gevorderde verklaring voor recht geen belang en wordt deze afgewezen.
De vordering tegen [gedaagde 4]
4.6.
[gedaagde 4] woont in [plaats] . Daarom moet eerst worden beoordeeld of de Nederlandse rechter bevoegd is om over de vorderingen tegen haar te oordelen.
4.7.
Artikel 7 lid 1 Rv bepaalt dat als de Nederlandse rechter ten aanzien van één van de gedaagden rechtsmacht heeft, hem ook rechtsmacht toekomt ten aanzien van in hetzelfde geding betrokken andere gedaagden, als tussen de vorderingen tegen de verschillende gedaagden een zodanige samenhang bestaat dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. Die situatie doet zich in deze zaak voor. Fortitude, Vous IP en Vous Management zijn gevestigd in Nederland en de Nederlandse rechter heeft daarmee ten aanzien van hen rechtsmacht. Er bestaat een nauwe band tussen de vorderingen tegen deze vennootschappen en de vordering tegen [gedaagde 4] . [gedaagde 4] wordt namelijk in haar hoedanigheid van (middellijk) bestuurder van de vennootschappen aangesproken tot betaling van de facturen. Dit rechtvaardigt een gezamenlijke behandeling van de vorderingen. De Nederlandse rechter is daarom bevoegd.
4.8.
De volgende vraag is welk recht van toepassing is op de vordering tegen [gedaagde 4] . Uit artikel 10:159 BW volgt dat dit op grond van Rome II [1] moet worden beoordeeld. In artikel 4 Rome II is bepaald dat op een onrechtmatige daad het recht van toepassing is van het land waar de schade zich voordoet. In dit geval doet de schade zich voor in Nederland, omdat Intertrust daar is gevestigd. Op het geschil tussen Intertrust en [gedaagde 4] is daarom Nederlands recht van toepassing.
4.9.
Hierna zal worden beoordeeld of [gedaagde 4] in haar hoedanigheid van (middellijk) bestuurder kan worden aangesproken tot betaling van de facturen.
4.10.
Een schuldeiser kan in beginsel alleen haar wederpartij, in dit geval de vennootschappen, aanspreken tot voldoening van de schuld. In bepaalde gevallen kan de bestuurder echter persoonlijk aansprakelijk worden gehouden voor een onbetaalde of onverhaalbare schuld van de vennootschap. Dat kan het geval zijn als de bestuurder bij het aangaan van een overeenkomst wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, en wist of behoorde te begrijpen dat de schuldeiser van de vennootschap als gevolg van zijn handelen schade zou lijden. [2] Vereist is dat de bestuurder hiervan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
4.11.
Intertrust stelt dat [gedaagde 4] heeft toegelaten dat de vennootschappen een financiële verplichting zijn aangegaan, terwijl zij op het moment van het aangaan van deze verplichting wist of had moeten weten dat hieraan niet zou kunnen worden voldaan en de vennootschappen geen verhaal zouden bieden voor de hieruit ontstane schade. [gedaagde 4] heeft meermaals verklaard dat er (potentiële) investeerders waren, maar zij wist dat deze investeerders nooit serieus geïnteresseerd zijn geweest om daadwerkelijk in de vennootschappen te investeren. Omdat [gedaagde 4] de verplichtingen desondanks is aangegaan met vennootschapen die geen verhaal boden, kan haar als (middellijk) bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt, aldus Intertrust.
4.12.
[gedaagde 4] heeft in het geheel niet gereageerd op de stelling van Intertrust dat zij persoonlijk aansprakelijk is voor betaling van de factuurbedragen.
4.13.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde 4] in haar hoedanigheid van (middellijk) bestuurder aansprakelijk is voor betaling van de factuurbedragen. Het staat vast dat de vennootschappen geen verhaal bieden, omdat zij de facturen niet hebben betaald en meerdere keren hebben verklaard dat zij deze niet kunnen betalen. [gedaagde 4] kan hiervan een persoonlijk een ernstig verwijt worden gemaakt, omdat als onweersproken vaststaat dat zij als (middellijk) bestuurder reeds bij het aangaan van de overeenkomst met Intertrust wist of had moeten weten dat de vennootschappen niet aan de financiële verplichtingen uit de overeenkomst zouden kunnen voldoen en zij geen verhaal zouden bieden voor de hierdoor bij Intertrust ontstane schade.
4.14.
Hieruit volgt dat [gedaagde 4] kan worden aangesproken voor de schade die voortvloeit uit de wanprestatie van de vennootschappen. Die schade bestaat uit het totaalbedrag van de onbetaalde facturen en de hierna te beoordelen (proces)kosten die Intertrust heeft moeten maken. [gedaagde 4] wordt hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de hierna te noemen bedragen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
Intertrust vordert dat elk van de vennootschappen wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 875,00 voor de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 875,00 is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief voor de gevorderde hoofdsommen. De kantonrechter wijst de incassokosten daarom toe conform het wettelijke tarief. Voor de aan Fortitude gerichte facturen is dit een bedrag van € 696,48, voor Vous IP een bedrag van € 675,87 en voor Vous Management een bedrag van € 695,43. De wettelijke rente over deze bedragen wordt toegewezen met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak. Gelet op overweging 4.13 wordt [gedaagde 4] ook hoofdelijk tot betaling van deze kosten veroordeeld.
4.16.
Uit het voorgaande volgt dat Fortitude en [gedaagde 4] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van € 7.126,16 (€ 6.429,68 + € 696,48). Vous IP en [gedaagde 4] worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 6.693,21 (€ 6.017,34 + € 675,87). Vous Management en [gedaagde 4] worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 7.103,95 (€ 6.408,52 + € 695,43).
Proceskosten
4.17.
Fortitude c.s. is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Intertrust als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
222,70
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
1.058,00
(2,00 punten × € 529,00)
Totaal
2.664,70
4.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Fortitude en [gedaagde 4] hoofdelijk om aan Intertrust te betalen een bedrag van € 7.126,16, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- € 6.429,68 ( aan facturen), vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen,
- € 696,48 ( aan buitengerechtelijke incassokosten), met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak,
telkens tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Vous IP en [gedaagde 4] hoofdelijk om aan Intertrust te betalen een bedrag van € 6.693,21, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- € 6.017,34 ( aan facturen), vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen,
- € 675,87 ( aan buitengerechtelijke incassokosten), met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak,
telkens tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Vous Management en [gedaagde 4] hoofdelijk om aan Intertrust te betalen een bedrag van € 7.103,95, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- € 6.408,52 ( aan facturen), vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen,
- € 695,43 ( aan buitengerechtelijke incassokosten), met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak,
telkens tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Fortitude c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Intertrust tot dit vonnis vastgesteld op € 2.664,70, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt Fortitude c.s. hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.F. de Groot, kantonrechter, bijgestaan door mr. C.C.H. Hersbach, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2023.

Voetnoten

1.De Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen.
2.HR 6 oktober 1989. ECLI:NL:HR:1989:AB9521 (Beklamel) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014: 2627.