ECLI:NL:RBAMS:2023:5680

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
C/13/738279 / KG ZA 23-759
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardeloosverklaring hypothecaire inschrijving in kort geding met betrekking tot ontbonden vennootschap

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 5 september 2023, vorderde de bewindvoerder van een persoon die in een verzorgingstehuis verblijft, de waardeloosverklaring van een hypothecaire inschrijving op een appartementsrecht. De hypothecaire inschrijving was ten behoeve van de ontbonden vennootschap GE Artesia B.V., die per 31 mei 2023 uitgeschreven was uit het handelsregister. De bewindvoerder stelde dat de hypotheek was geëindigd omdat de lening was afgelost en dat er geen actieve hypotheekschuld meer bestond. De rechtbank oordeelde dat de bewindvoerder voldoende spoedeisend belang had bij de vordering, aangezien zij dagelijks een contractuele boete verbeurde zolang de woning niet vrij van hypotheek werd geleverd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de hypothecaire inschrijving waardeloos verklaard moest worden, omdat de vennootschap niet meer bestond en de verklaring van waardeloosheid niet kon worden afgegeven door de voormalige schuldeiser. De vordering tegen GE Artesia B.V. werd niet-ontvankelijk verklaard, maar de hypothecaire inschrijving werd waardeloos verklaard. Dit vonnis ging in kracht van gewijsde, omdat de bewindvoerder afstand deed van haar recht op hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/738279 / KG ZA 23-759 DvH/MAH
Vonnis in kort geding van 5 september 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONING BEWINDVOERING EN BUDGETBEHEER BV,
gevestigd te Zaandam, gemeente Zaanstad,
in de hoedanigheid van bewindvoerder over
[naam],
eiseres, bij dagvaarding van 22 augustus 2023,
advocaat mr. G.J.F. Voss te Zaandam, gemeente Zaanstad,
tegen
de ontbonden besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GE ARTESIA B.V.,
laatstelijk gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook de bewindvoerder en GE Artesia BV worden genoemd.

1.De procedure

Bij de zitting van 30 augustus 2022 was de bewindvoerder aanwezig met mr. Voss, die de dagvaarding met producties, heeft toegelicht. Vervolgens is vonnis (nader) bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[naam] , geboren op 4 januari 1932, verblijft in een verzorgingstehuis. Vanwege haar geestelijke en lichamelijke toestand is op 2 maart 2022 bewind en mentoraat ingesteld, met benoeming van eiseres tot mentor en bewindvoerder van [naam] .
2.2.
Op 2 juni 2023 heeft eiseres in haar hoedanigheid van bewindvoerder het aan [naam] in eigendom toebehorende appartementsrecht aan de [adres] Beverwijk (hierna: de woning) verkocht voor € 175.200,00.
2.3.
In artikel 4.1 van de koopovereenkomst staat dat de woning op 4 augustus 2023 wordt geleverd of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen. Op grond van artikel 14.3 van de koopovereenkomst is de nalatige partij bij niet nakoming van de koopovereenkomst vanaf acht dagen na ingebrekestelling per dag een boete verschuldigd van drie promille van de koopsom met een maximum van tien procent van de koopsom.
2.4.
De levering is niet doorgegaan, omdat bij voorafgaande kadastrale recherche door de notaris is gebleken dat op de woning nog een hypotheekrecht rust dat in 1977 is gevestigd ten behoeve van de voormalige Banque de Paris et des Pays-Bas N.V. voor een geldlening gelijk aan de toenmalige koopsom van fl. 60.000,00, die volgens het borderel van inschrijving in 1982 moest zijn afgelost.
2.5.
Bij brief van 8 augustus 2023 heeft de koper eiseres gesommeerd de woning nu uiterlijk 21 augustus 2023 te leveren.
2.6.
Uit het handelsregister blijkt:
a. a) dat GE Artesia BV via achtereenvolgens Banque Paribas Nederland N.V., Banque Artesia Nederland N.V. en GE Artesia N.V. de rechtsopvolger is van de voormalige Banque de Paris et des Pays-Bas N.V., en
b) dat GE Artesia BV per 31 mei 2023 is uitgeschreven uit het handelsregister.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert, samengevat:
de hypothecaire inschrijving ten behoeve van (de rechtsvoorgangsters van) GE Artesia BV op de woning waardeloos te verklaren in de zin van artikel 3:29 Burgerlijk Wetboek (BW); en
te bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte voor elke rechtshandeling die nodig is tot doorhaling van hypothecaire inschrijving.
3.2.
Primair legt eiseres aan de vordering ten grondslag dat het hypotheekrecht is geëindigd omdat de lening is afgelost. Zij stelt daartoe het volgende. De bewindvoerder is niet bekend met het bestaan van een nog lopende hypotheekschuld. Blijkens de aangiften Inkomstenbelasting (IB) van [naam] over de afgelopen zes jaar was geen sprake van rentebetalingen voor een hypotheeklening. Aangenomen mag worden dat die lening al lang geleden is afgelost, maar dat de hypotheeknemer heeft verzuimd om het hypotheekrecht door te halen. Daarnaast is de bewindvoerder geen vereffenaar van GE Artesia BV bekend. Wel is nog een mailadres actief: [mailadres] Op vragen van de notaris aan dit mailadres tot het verstrekken van een aflossingsnota en tot het verlenen van medewerking aan doorhaling van het hypotheekrecht is op 17 augustus 2023 als reactie gekomen:
“Good morning,
Regarding your request, we have no records of this mortgage and it may have not been transferred to Artesia.
Please be informed that Artesia is now dissolved. It was dissolved on May 31, 2023. Regards,
GE Inquiry Service Desk, Customer Care”.
Hieruit blijkt dat ook in de administratie van (het voormalige) GE Artesia BV de hypothecaire lening niet voorkwam.
3.3.
Subsidiair beroept eiseres zich op verjaring en stelt daartoe het volgende. [naam] staat niet meer als klant geregistreerd bij de laatste rechtsopvolger van de oorspronkelijke schuldeiser. Uit het borderel van inschrijving blijkt dat de hypotheeklening opeisbaar was op 30 juni 1982. Vanaf in elk geval 2017 worden geen hypotheekpenningen meer betaald, terwijl [naam] niet door de rechtsvoorgangster van gedaagde in gebreke is gesteld. Gelet op de verjarings­ termijn van vijf jaar voor geldvorderingen volgende op de opeisbaarheid daarvan in combinatie met de verjaring van hypotheken (artikel 3:307 jo. 3:323 BW) geldt dat elke vordering uit de overeenkomst van geldlening op 30 juni 1987 is verjaard, in elk geval op 1 januari 2017.

4.De beoordeling

4.1.
Eiseres heeft voldoende spoedeisend belang bij de vordering omdat zij elke dag een contractuele boete van ruim € 500,00 verbeurt zolang de woning niet vrij van hypotheek wordt geleverd. Daarnaast is zij bang dat de koper niet meer wil afnemen als deze onzekere situatie te lang duurt.
Waardeloosverklaring
4.2.
Artikel 3:274 lid 1 BW bepaalt dat wanneer een hypotheek is tenietgegaan, de schuldeiser verplicht is om aan de rechthebbende op het bezwaarde goed bij authentieke akte te verklaren dat de hypotheek is vervallen. In lid 3 staat dat artikel 3:29 BW van overeenkomstige toepassing is wanneer die verklaring niet wordt afgegeven. Artikel 3:29 lid 1 BW bepaalt dat wanneer de vereiste verklaring niet wordt afgegeven de rechtbank de inschrijving waardeloos verklaart op vordering van de onmiddellijk belanghebbende. Dit kan ook in kort geding.
4.3.
Voldoende aannemelijk is dat de hypotheek is tenietgegaan. De stelling van eiseres dat over de afgelopen zes jaar geen sprake was van rentebetalingen voor een hypotheeklening vindt steun in de overgelegde aangifte IB 2017. Ook de e-mail van 17 augustus 2023 (zie 3.2) van de service desk, die kennelijk toegang heeft tot de administratie van de ontbonden vennootschap GE Artesia BV, bevestigt het vermoeden dat de hypotheeklening geruime tijd geleden is afgelost en dat [naam] door een van de rechtsvoorgangsters van GE Artesia BV als klant is uitgeschreven en niet meer aan de rechtsopvolger is overgedragen. Ook de – subsidiaire – stelling van eiseres dat de hypotheek in ieder geval door verjaring is teniet gegaan snijdt hout. Al met al is er voldoende reden voor waardeloosverklaring van de hypothecaire inschrijving.
4.4.
GE Artesia BV is per 31 mei 2023 uitgeschreven uit het Handelsregister. Aangenomen moet worden dat de vennootschap niet meer bestaat (artikel 2:19 lid 4 BW). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan een vennootschap die slechts is ontbonden maar nog wel bestaat (ten behoeve van de vereffening, artikel 2:19 lid 5 BW)) wellicht nog openbaar worden gedagvaard op grond van artikel 54 lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar dit kan niet gelden voor een (rechts)persoon die niet meer bestaat, omdat deze geen partij meer kan zijn in een procedure [1] . Ook de rechtsvoorgangsters van GE Artesia BV bestaan blijkens het handelsregister niet meer. Eiseres moet daarom in haar vorderingen jegens GE Artesia BV niet-ontvankelijk worden verklaard [2] .
4.5.
Eiseres is echter wel aan te merken als onmiddellijk belanghebbende in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW en uit dien hoofde heeft zij een zelfstandig belang om de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos te (laten) verklaren nu degene die de verklaring had behoren af te geven – GE Artesia BV of een van haar voorgangsters – dat niet kan doen omdat zij niet meer bestaat. De voorzieningenrechter zal daarom in dit vonnis de inschrijving waardeloos verklaren.
Vonnis in plaats van akte
4.6.
Uit artikel 3:29 lid 4 BW volgt dat dit vonnis na inschrijving de bewaarder machtigt tot doorhaling van de waardeloze inschrijving, zodat toewijzing van vordering B niet nodig is. [3]
Kracht van gewijsde
4.7.
Op grond van artikel 3:29 lid 4 BW kan de verklaring van waardeloosheid in dit vonnis, niet eerder worden ingeschreven dan nadat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Dit vonnis gaat pas in kracht van gewijsde als er geen rechtsmiddel meer tegen open staat. De hoger beroepstermijn bedraagt vier weken. Intussen verbeurt eiseres elke dag een contractuele boete van ruim € 500,00 en loopt zij het risico dat de koopovereenkomst wordt ontbonden. Een manier om dit vonnis onmiddellijk in kracht van gewijsde te laten gaan, is dat eiseres afziet van haar recht op hoger beroep en berust in dit vonnis (artikel 334 Rv). (De advocaat van) eiseres heeft zowel op 28 augustus 2023 per e-mail als ter zitting verklaard van het recht op hoger beroep af te zien. Dat betekent dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis open staat en dat het per vandaag in kracht van gewijsde gaat.
Proceskosten
4.8.
Aangezien de gedaagde partij niet bestaat, zal eiseres, hoewel zij materieel in het gelijk is gesteld, de eigen kosten moeten dragen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart eiseres, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [naam] , niet-ontvankelijk in haar vorderingen tegen GE Artesia BV,
5.2.
verklaart de hypothecaire inschrijving ten behoeve van (de rechtsvoorgangsters van) GE Artesia BV op het appartementsrecht gelegen aan de [adres] Beverwijk, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, [sectie nummer] , waardeloos in de zin van artikel 3:29 Burgerlijk Wetboek,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
bepaalt dat eiseres, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [naam] , haar eigen proceskosten moet dragen,
5.5.
verstaat dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis open staat en dat het per vandaag in kracht van gewijsde gaat,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2023. [4]
Bij afwezigheid van mr. Dudok van Heel is dit vonnis ondertekend door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, die het vonnis uitsprak.

Voetnoten

1.Zie ook H.J. Vetter in WPNR (2007) 6708 (Reactie op “Onroerende zaken ten name van een niet meer bestaande rechtspersoon” van mw. Mr. C. Heck-Vink in WPNR (2007) 6702
2.De voorzieningenrechter volgt hier dus de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RNMNE:2022:2005) en de rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2023:2205) en niet de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2022:4709)
3.Zie bijvoorbeeld gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:517)
4.type: MAH