In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Novomatic Exploitatie NL III B.V. en de besloten vennootschap Novomatic. De eiser, Novomatic Exploitatie NL III B.V., vorderde indeplaatsstelling van [naam 3] als huurder van een horecazaak, gelegen aan [adres horecazaak] te Amsterdam, op grond van artikel 7:307 BW. De procedure begon met een dagvaarding op 1 april 2022 en omvatte verschillende processtukken, waaronder tussenvonnissen en een mondelinge behandeling op 11 juli 2023.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldaan is aan de vereisten van artikel 7:307 BW, waarbij de rechter oordeelde dat er sprake was van een bedrijfsoverdracht. De eiser heeft aangetoond dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij de overdracht van het bedrijf aan [naam 3], mede vanwege de leeftijd van de vennoten en de financiële belangen die gemoeid zijn met de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [naam 3] voldoende waarborgen biedt voor een goede bedrijfsvoering.
De vordering tot indeplaatsstelling is toegewezen, met de voorwaarde dat [naam 3] een waarborgsom van drie maanden huur aan Novomatic betaalt. Novomatic is veroordeeld in de proceskosten, en de rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de belangrijke overwegingen bij indeplaatsstelling en de belangenafweging tussen de partijen.