ECLI:NL:RBAMS:2023:5574

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
30 augustus 2023
Zaaknummer
13/131183-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van detentieomstandigheden in Letland voor opgeëiste persoon in het kader van Europees aanhoudingsbevel

Op 29 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door Letland. De rechtbank heeft vragen gesteld aan de Letse autoriteiten over de detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon, met bijzondere aandacht voor het risico op onmenselijke behandeling. De rechtbank heeft de antwoorden van de Letse autoriteiten beoordeeld en heeft geconstateerd dat er onvoldoende concrete informatie is verstrekt over de detentieomstandigheden, met name met betrekking tot medische zorg en geweld tussen gedetineerden. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om nadere vragen te stellen aan de Letse autoriteiten om meer duidelijkheid te krijgen over de garanties die zijn gegeven met betrekking tot de detentieomstandigheden. De zaak zal eind september opnieuw op zitting worden geplaatst, waarbij de rechtbank de antwoorden van de Letse autoriteiten zal afwachten voordat zij een definitieve beslissing neemt over de overlevering van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft eerder in een andere zaak een algemeen gevaar voor onmenselijke behandeling in Letland aangenomen, wat de noodzaak van deze vragen onderstreept.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/131183-23
PROCES-VERBAAL
ZITTING
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden zitting van bovengenoemde rechtbank op
29 augustus 2023.
Tegenwoordig:
Mr. R. Godthelp, voorzitter,
Mrs. L. Sanders en M. Westerman, rechters,
Mr. R.R. Eijsten, griffier.
Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen opgeëiste persoon uitroepen.
Aan de orde is de behandeling van de vordering op grond van artikel 23 van de Overleveringswet van 20 juni 2023, ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. De vordering strekt tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd op 18 mei 2023 door
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland).
Als opgeëiste persoon is ter zitting aanwezig een persoon die blijk geeft niet de Nederlandse, maar wel de Russische taal te verstaan. In verband hiermee heeft het onderzoek plaats met bijstand van Z. Terrichova, tolk voor de laatstbedoelde taal. De tolk is ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 2 van de Wet beëdigde tolken en vertalers. De tolk vertolkt alles wat ter zitting wordt gesproken of voorgelezen.
De opgeëiste persoon antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:

[opgeëiste persoon] ,

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [detentieplaats] .
Als raadsman van de opgeëiste persoon is ter zitting aanwezig mr. E. Bruijn, advocaat in Amsterdam.
De voorzitter vermaant de opgeëiste persoon oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mee dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
Met instemming van de officier van justitie en de opgeëiste persoon hervat de rechtbank het onderzoek in de stand waarin het zich bevond op het tijdstip van de schorsing op de zitting van 3 augustus 2023.
De voorzitter maakt melding van de stukken die na de vorige zitting aan het dossier zijn toegevoegd:
  • de door de parketsecretaris bij e-mail van 4 augustus 2023 aan de Letse autoriteiten gestelde vragen in verband met de detentieomstandigheden voor de opgeëiste persoon in Letland;
  • de antwoorden van de Letse autoriteit (Prison Administration) bij schrijven van
9 augustus 2023.
De voorzitter geeft het woord aan de raadsman om zich uit te laten over de nieuwe stukken.
De raadsman [1] :
Eventuele verbeteringen in de detentieomstandigheden zijn niet duidelijk op te maken uit de antwoorden van de Letse autoriteiten. De antwoorden bevatten algemeenheden, het zijn holle frasen, het is geen concrete informatie. Er wordt geen antwoord gegeven op de vraag in welke gevangenis de opgeëiste persoon zal worden geplaatst. Over de medische zorg wordt geen informatie verstrekt. De opgeëiste persoon is verslaafd, dus dat is voor hem van belang. Hij heeft specifieke medische zorg nodig. Het is niet duidelijk of er feitelijk wordt gewerkt aan verbeteringen naar aanleiding van het laatste CPT-rapport.
De voorzitter merkt op dat zij in de antwoorden ook geen informatie over de medische onderbezetting heeft aangetroffen, maar dat zij wel heeft gelezen in welke gevangenissen de opgeëiste persoon zal worden geplaatst na zijn overlevering. De opgeëiste persoon zal eerst in
the Riga Central Prisonworden geplaatst en vervolgens in
the Daugavgriva Prison Investigation Unit.
De raadsman:
Ik begreep dat niet met zekerheid is gezegd in welke gevangenis de opgeëiste persoon zal worden geplaatst. Dat hangt af van de feiten en omstandigheden. Een plaatsingscommissie zal een en ander beoordelen.
De voorzitter merkt op dat zij heeft begrepen dat de onzekerheid ziet op de detentie
naeen eventuele veroordeling.
De voorzitter geeft het woord aan de officier van justitie om zich uit te laten over de nieuwe stukken.
De officier van justitie:
Er zijn serieuze antwoorden gegeven. De antwoorden bevatten concrete informatie en algemeenheden. Er is niet over ieder detail informatie verstrekt. Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie moeten wij de detentieomstandigheden toetsen ten aanzien van de detentie-instelling waarin de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid na zijn overlevering zal worden geplaatst. Uit de antwoorden maak ik het volgende op. Er is een leefruimte van vier vierkante meter gegarandeerd. Er wordt daarbij rekening gehouden met het aantal gedetineerden op een cel. De gedetineerde krijgt een eigen bed en schoon beddengoed. Als sprake is van geweld kan een klacht worden ingediend. Wellicht zou ten aanzien van de verstrekte algemene garanties nog kunnen worden gevraagd of die ook van toepassing zijn op de opgeëiste persoon. Daarover zou de dialoog met de Letse autoriteit kunnen worden aangegaan.
Mijn conclusie is dat met de verstrekte antwoorden het individuele gevaar voor de opgeëiste persoon op een onmenselijke behandeling in detentie voldoende is weggenomen. Mocht de rechtbank daar anders over denken dan zouden nog nadere vragen moeten worden gesteld.
De officier van justitie legt haar conclusie aan de rechtbank over.
De voorzitter merkt op dat de overlevering van de opgeëiste persoon wordt gevraagd om hem in Letland te kunnen vervolgen. Dat betekent dat hij na overlevering eerst in voorarrest zal worden genomen. Het detentieregime in voorarrest moet dus worden getoetst door de rechtbank. De verstrekte algemene garanties op bladzijde 1 lijken te zien op het voorarrest. Het is de vraag of de vervolgens verstrekte garanties op bladzijden 3 en 4 van de antwoorden uit Letland ook gelden voor het detentieregime in voorarrest of alleen voor het detentieregime na een eventuele veroordeling. De voorzitter vraagt de raadsman en officier van justitie zich hierover uit te laten.
De raadsman:
Ik heb daar niets over op te merken.
De officier van justitie:
De garantie van het aantal vierkante meters leefruimte komt meerdere malen terug in de antwoorden. Die garantie ziet dus ook op het voorarrest. Ik ga ervanuit dat de op bladzijden 3 en 4 verstrekte garanties ook gelden voor het voorarrest. Eventueel zou dat nog kunnen worden nagevraagd.
De voorzitter stelt de opgeëiste persoon in de gelegenheid zijn visie naar voren te brengen.
De opgeëiste persoon:
Het is daar niet goed in de gevangenissen. Er zijn veel kleine dingen niet goed.
De raadsman:
Ik lees de informatie op pagina 2, derde alinea van onder, anders dan de officier van justitie. Zo begrijp ik dat in een aantal detentiecentra wel sprake is van overbezetting.
De officier van justitie:
Je kan de informatie op twee manieren uitleggen. Je kan het ook zo uitleggen dat het aantal plaatsen het aantal gevangenen overstijgt.
De voorzitter merkt op dat het de vraag is of die informatie wel relevant is voor de te toetsen detentieomstandigheden van de opgeëiste persoon, nu die informatie lijkt te zien op het detentie-regime na een veroordeling.
De officier van justitie:
We moeten gelet op de Europese Jurisprudentie – het LM-arrest – inderdaad de omstandigheden toetsen in de detentie-instelling waarin de opgeëiste persoon na overlevering naar alle waarschijnlijkheid zal worden geplaatst. De opgeëiste persoon zal eerst worden vervolgd in Letland.
Na beraad in raadkamer deelt de voorzitter als beslissing van de rechtbank mee dat het onderzoek ter zitting voor
onbepaalde tijdwordt geschorst om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen nadere vragen te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit met betrekking tot de detentieomstandigheden voor de opgeëiste persoon in Letland. De voorzitter licht dat als volgt toe.
De rechtbank moet de detentieomstandigheden toetsen in de detentie-instelling waarin de opgeëiste persoon na zijn overlevering naar alle waarschijnlijkheid zal worden geplaatst. Voor de opgeëiste persoon geldt dat hij in Letland eerst zal worden vervolgd en dus eerst in voorarrest zal worden genomen. De rechtbank begrijpt dat de opgeëiste persoon tijdens zijn voorarrest in
the Riga Central Prisonen
the Daugavgriva Prison Investigation Unitzal worden geplaatst. Voor de rechtbank is onduidelijk of alle verstrekte garanties ook gelden voor het regime in voorarrest.
De rechtbank heeft bij uitspraak van 3 augustus 2023 in een andere zaak (ECLI:NL:RBAMS:2023:5474) een ‘algemeen gevaar’ op een onmenselijke behandeling voor gedetineerden in Letland aangenomen. Dat algemene gevaar is gebaseerd op een aantal punten, waaronder geweld tussen gedetineerden en medische onderbezetting. Om die reden zijn daarover in de onderhavige zaak concrete vragen gesteld. Over de huidige stand van zaken met betrekking tot de medische onderbezetting is tot op heden überhaupt door de Letse autoriteiten geen informatie verstrekt. Verder is in verband met het geconstateerde geweld tussen gedetineerden geen informatie verstrekt over de concrete maatregelen die zijn genomen om geweld tussen gedetineerden te voorkomen. Ook is geen andere informatie verstrekt waaruit volgt dat het algemene reële gevaar als gevolg van geweld tussen gedetineerden, voor de opgeëiste persoon wordt weggenomen.
Gelet op het voorgaande draagt de rechtbank de officier van justitie op de volgende vragen ter beantwoording voor te leggen aan de Letse autoriteit:
- Gelden
allein de brief van 9 augustus 2023 gegeven garanties ook voor de daarin genoemde detentie-instelling(en) (
the Riga Central Prisonen
the Daugavgriva Prison Investigation Unit)waar de opgeëiste persoon na overlevering naar alle waarschijnlijkheid in voorarrest wordt geplaatst?
- Welke concrete maatregelen (zullen) worden genomen om te voorkomen dat de opgeëiste persoon feitelijk wordt blootgesteld aan “interprisoner violence"?
- Welke concrete maatregelen worden in de detentie-instellingen (I) the Riga Central Prison en (II) the Daugavgriva Prison Investigation Unit genomen om de “medische onderbezetting” aan te pakken?
De voorzitter merkt op dat de zaak rond eind september, ruim voor het verstrijken van de beslistermijn, weer op zitting zal worden geplaatst en dat een collega van de Verkeerstoren van de rechtbank hierover contact zal opnemen met de raadsman. [2]
De voorzitter beveelt de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen dag en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van de opgeëiste persoon.
De voorzitter beveelt de oproeping van een tolk in de Russische taal tegen de nader te bepalen datum en tijdstip.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.Alles wat op zitting is gezegd, is zakelijk weergegeven.
2.De rechtbank heeft de beslistermijn op de zitting van 3 augustus 2023 al verlengd. De verlengde beslistermijn loopt tot 18 oktober 2023.