AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen buitenbehandelingstelling aanvragen exploitatievergunning passagiersvaart
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 29 maart 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om haar aanvragen voor exploitatievergunningen passagiersvaart buiten behandeling te stellen, ongegrond verklaard. Eiseres had haar aanvragen ingediend in de periode van 1 september tot 30 september 2020, maar deze werden buiten behandeling gesteld omdat zij niet voldeed aan de vereisten, met name het ontbreken van tekeningen van het zijaanzicht bakboord van de vaartuigen. De rechtbank oordeelt dat de aanvraagprocedure redelijk is opgezet en dat de gemeente verantwoordelijk is voor een transparante verdeling van de schaarse vergunningen. De rechtbank stelt vast dat de aanvragers vooraf goed geïnformeerd waren over de eisen en dat de hersteltermijn van twee weken niet onredelijk kort was. De rechtbank concludeert dat de gevraagde documenten noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvragen en dat de gemeente op goede gronden de aanvragen buiten behandeling heeft gesteld. Eiseres krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.
Voetnoten
1.Over de vraag of deze omzettingen in strijd zijn met het geschreven en ongeschreven recht, heeft de rechtbank zich uitgelaten in de uitspraak van 22 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:563. 2.Deze Regeling is op 19 mei 2020 nog aangepast, waardoor de aanvraagperiode voor een vergunning is verschoven van juni 2020 naar september 2020.
3.Artikel 3.1.3 van de Regeling.
4.Beantwoording vragenronde, beantwoording van vragen die zijn gesteld in het kader van de vragenronde over het proces van uitgifte exploitatievergunningen passagiersvaart in september 2020.
5.Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
6.Beantwoording technische vragen over het vaarvergunningenplatform & vragen over het Bibobformulier.
7.Op grond van artikel 3.1.2, eerste lid, van de Regeling.
8.Bijvoorbeeld de naam van het vaartuig of het aantal zitplaatsen.
9.Zoals bij de structuurtekening of de tekeningen van het vaartuig.
10.Bijvoorbeeld bij de vraag over ‘overwegend belang en feitelijke zeggenschap’ en het Bibobformulier.
11.Kamer van Koophandel.
12.Algemene wet bestuursrecht.
13.Zie artikel 3.1.7, tweede lid, van de Regeling.
14.Zie artikel 3.1.7, tweede lid, van de Regeling.
15.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452, rechtsoverweging 6. 16.HvJEU, Trijber-arrest, C-340/14 en C-341/14, van 1 oktober 2015, rechtsoverweging 59. Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:160, rechtsoverweging 9. 17.Richtlijn 2006/123/EC van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.
18.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling, 23 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3418, rechtsoverweging 4.2. 20.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling, 11 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:722, rechtsoverweging 3.1.