AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen buitenbehandelingstelling aanvragen exploitatievergunning passagiersvaart
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 29 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om zijn aanvragen voor exploitatievergunningen passagiersvaart buiten behandeling te stellen, ongegrond verklaard. Eiser had op 28 en 30 september 2020 tien aanvragen ingediend, maar deze werden op 25 november 2020 buiten behandeling gesteld omdat de aanvragen onvolledig waren. Eiser had niet de vereiste tekeningen van het voor- en achteraanzicht van de vaartuigen ingediend, wat volgens de gemeente noodzakelijk was voor de beoordeling van de aanvragen. De rechtbank oordeelt dat de gemeente in haar aanvraagprocedure redelijk heeft gehandeld en dat de geboden hersteltermijn van twee weken niet onredelijk kort was. De rechtbank concludeert dat de eisen die aan de aanvragen zijn gesteld, zoals het overleggen van gedetailleerde tekeningen, gerechtvaardigd zijn om een transparante en eerlijke procedure te waarborgen. De rechtbank bevestigt dat de gemeente verantwoordelijk is voor het creëren van gelijke kansen voor alle aanvragers in het licht van de schaarste aan vergunningen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij zijn griffierecht en proceskosten niet vergoed krijgt.
Voetnoten
1.Over de vraag of deze omzettingen in strijd zijn met het geschreven en ongeschreven recht, heeft de rechtbank zich uitgelaten in de uitspraak van 22 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:563. 2.Deze Regeling is op 19 mei 2020 nog aangepast, waardoor de aanvraagperiode voor een vergunning is verschoven van juni 2020 naar september 2020.
3.Artikel 3.1.3 van de Regeling.
4.Beantwoording vragenronde, beantwoording van vragen die zijn gesteld in het kader van de vragenronde over het proces van uitgifte exploitatievergunningen passagiersvaart in september 2020.
5.Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
6.Beantwoording technische vragen over het vaarvergunningenplatform & vragen over het Bibob-formulier.
7.Op grond van artikel 3.1.2, eerste lid, van de Regeling.
8.Bijvoorbeeld de naam van het vaartuig of het aantal zitplaatsen.
9.Zoals bij de structuurtekening of de tekeningen van het vaartuig.
10.Bijvoorbeeld bij de vraag over ‘overwegend belang en feitelijke zeggenschap’ en het Bibob-formulier.
11.Kamer van Koophandel.
12.Algemene wet bestuursrecht.
13.Zie artikel 3.1.7, tweede lid, van de Regeling.
14.Zie artikel 3.1.7, tweede lid, van de Regeling.
15.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452, rechtsoverweging 6. 16.HvJEU, Trijber-arrest, C-340/14 en C-341/14, van 1 oktober 2015, rechtsoverweging 59. Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:160, rechtsoverweging 9. 17.Richtlijn 2006/123/EC van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.