ECLI:NL:RBAMS:2023:5126

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
13/119837-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgings EAB Oostenrijk, niet-ontvankelijkheid officier van justitie

Op 26 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Staatsanwaltschaft Salzburg op 15 maart 2023. De vordering tot behandeling van het EAB was ingediend door de officier van justitie op 1 juni 2023. De opgeëiste persoon, een Nederlander geboren in 2001, was niet verschenen op de zitting en werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M. Sculic. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Nederlandse nationaliteit bezat.

De officier van justitie stelde dat hij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering, omdat uit een e-mail van 24 juli 2023 van de Oostenrijkse autoriteiten bleek dat het EAB was ingetrokken. De rechtbank volgde dit standpunt en merkte op dat het EAB, dat strekte tot vervolging van de opgeëiste persoon in Oostenrijk, was uitgevaardigd door een officier van justitie zonder goedkeuring van een rechter. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot behandeling van het EAB en stelde vast dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd. Deze uitspraak werd gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M.M.L.A.T. Doll en J. van Zijl, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. I. van Heusden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/119837-23
Datum uitspraak: 26 juli 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 1 juni 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 maart 2023 door de
Staatsanwaltschaft Salzburg, Oostenrijk (hierna: de uitvaardigende autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 26 juli 2023, in aanwezigheid van mr. G.P. Sholeh, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen en wordt vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M. Sculic, advocaat te Rotterdam.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat uit een
e-mailbericht van 24 juli 2023 van de Oostenrijkse autoriteiten blijkt dat het EAB is ingetrokken.
De rechtbank volgt het standpunt van de officier van justitie, waarbij zij ten overvloede opmerkt dat het EAB, dat strekte tot vervolging van de opgeëiste persoon in Oostenrijk, is uitgevaardigd door een officier van justitie zonder dat blijkt dat het EAB is goedgekeurd door een rechter. [2]

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
STELT VASTdat de geschorste overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en J. van Zijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 26 juli 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie rechtbank Amsterdam 27 juli 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4015