Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de minister
Inleiding
10 januari 2022 op het bezwaar van eiseres is de minister gebleven bij deze definitieve vaststelling.
Beoordeling door de rechtbank
€ 923,- en vastgesteld dat eiseres een bedrag van € 8.263,- aan te veel ontvangen voorschot moet terugbetalen. De minister heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de loonsom in de subsidieperiode zoals bekend op de peildatum van 19 juli 2020 in vergelijking met die van januari 2020 lager is uitgevallen. In dat geval wordt de tegemoetkoming verlaagd met het verschil tussen deze bedragen. Er is geen mogelijkheid om af te wijken van de bepalingen in de NOW-1 en de wetgever heeft bewust geen hardheidsclausule opgenomen. De minister heeft daarbij onder meer artikelen 7, 10 en 14 van de NOW-1 toegepast.
Uit artikel 14, vijfde lid, van de NOW-1 volgt dat de minister de subsidie vaststelt aan de hand van de berekeningswijze bedoeld in artikel 7 van de NOW-1. Het eerste lid geeft een formule voor de berekening van de hoogte van de subsidie. Is de loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020 lager dan driemaal de referentieloonsom in januari 2020, dan wordt de subsidie verlaagd overeenkomstig de formule van het tweede lid. Op grond van het vierde lid van artikel 7 van de NOW-1 worden de loongegevens beoordeeld op basis van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 19 juli 2020 is ingediend, alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden. Indien de loonaangifte na laatstgenoemde datum naar beneden wordt bijgesteld, kan de Minister besluiten de gewijzigde loonaangifte in aanmerking te nemen voor de vaststelling van de loonsom.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden.