Uitspraak
Toepassing schuldsanering
De beslissing
[verzoeker] ,
en tot bewindvoerder BMN (mr. M. Menzing), [adres 2] ;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft verzoeker, een 42-jarige man uit Amsterdam, op 21 april 2023 een verzoekschrift ingediend voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 1 augustus 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om deze procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. Het verzoekschrift voldoet aan de wettelijke eisen en er zijn geen gronden voor afwijzing aangetoond. Verzoeker heeft een aanzienlijke schuldenlast van ongeveer € 340.500, waarvan de grootste schuld van circa € 331.800 aan zijn ex-partner is. Deze schuld is ontstaan door misbruik van het vertrouwen van zijn ex-partner, waarbij hij een aanzienlijk bedrag van haar rekeningen heeft gebruikt voor online gokken. Verzoeker is veroordeeld tot terugbetaling van deze bedragen en heeft inmiddels een stabiele situatie bereikt na het succesvol afronden van een behandeltraject voor zijn gokverslaving.
De rechtbank heeft overwogen dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan van de schuld aan zijn ex-partner een verwijt kan worden gemaakt, maar dat hij inmiddels zijn gokverslaving onder controle heeft en zich inspant om zijn schulden af te lossen. Verzoeker heeft zich bereid verklaard om akkoord te gaan met een looptijd van de schuldsaneringsregeling van 36 maanden, wat de rechtbank in overweging heeft genomen. De standaard looptijd van de schuldsaneringsregeling is 18 maanden, maar de rechtbank heeft besloten deze te verlengen naar 36 maanden op basis van artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet, gezien de aard van de schulden. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken en benoemt mr. A.E. de Vos als rechter-commissaris en mr. M. Menzing als bewindvoerder. Tevens zijn er bepalingen getroffen voor de bewindvoerder met betrekking tot de opening van post en het salaris.