Op 1 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gewezen in een strafzaak waarin bezwaarden bezwaar maakten tegen de weigering van de rechter-commissaris om getuigen te horen. De bezwaarden, vertegenwoordigd door hun raadslieden, hadden op 27 januari 2023 verzocht om het horen van getuigen in verband met hun verdediging tegen beschuldigingen van overtreding van de EU-verordening nr. 995/2010, de Houtverordening. De rechter-commissaris had dit verzoek op 7 april 2023 gedeeltelijk afgewezen, wat leidde tot het indienen van bezwaarschriften op 21 april 2023.
De rechtbank heeft op 18 juli 2023 het bezwaar behandeld en de bezwaarden, hun raadslieden en de officier van justitie gehoord. De verdediging stelde dat het dossier niet volledig was en dat het horen van de getuigen van belang was voor de beoordeling van de strafmaat. De officier van justitie betoogde echter dat het verzoek tot het horen van de getuigen ongegrond was, omdat het niet relevant zou zijn voor de zaak.
De rechtbank oordeelde dat de getuigen, die zich in het buitenland bevonden, mogelijk cruciale informatie konden verstrekken over de inspanningen van de bezwaarden om te voldoen aan de zorgvuldigheidseisen van de EU-houtverordening. De rechtbank verklaarde het bezwaar gegrond, vernietigde de beslissing van de rechter-commissaris en bepaalde dat de getuigen alsnog gehoord moesten worden, hetzij in Nederland, hetzij via videoconferentie. Deze beslissing is definitief en er staat geen rechtsmiddel open.