ECLI:NL:RBAMS:2023:4925
Rechtbank Amsterdam
- Rekestprocedure
- J.W.H.G. Loyson
- K. Duker
- E. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vergoeding kosten raadsman in strafrechtelijk onderzoek zonder vervolging
Op 1 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure met betrekking tot een verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door een rechtspersoon, aangeduid als verzoeker. Het verzoek betreft een vergoeding van € 15.077,87 voor de kosten van bijstand van een raadsman in het strafrechtelijk onderzoek 13Rawlings, waarin de enig aandeelhouder en de bestuurders van verzoeker als verdachten zijn aangemerkt. De rechtbank heeft het verzoekschrift op 25 april 2023 ontvangen en op 18 juli 2023 behandeld in openbare raadkamer, waarbij de gemachtigde advocaat van verzoeker, mr. A.A. Kan, en de officier van justitie zijn gehoord.
Het Openbaar Ministerie heeft zich op het standpunt gesteld dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aangezien er nooit een strafzaak tegen verzoeker aanhangig is geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek 13Rawlings zich richt op de natuurlijke personen, en dat verzoeker nooit als verdachte is aangemerkt. Hierdoor is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek om vergoeding van kosten. De rechtbank heeft ook overwogen dat, hoewel een deel van de kosten mogelijk voor vergoeding in aanmerking komt, verzoeker in dat deel van het verzoek eveneens niet-ontvankelijk is, omdat de beslissing in de beklagzaak nog niet onherroepelijk is.
De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken en benadrukt dat tegen deze beslissing binnen een maand hoger beroep openstaat voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen.