ECLI:NL:RBAMS:2023:4924
Rechtbank Amsterdam
- Rekestprocedure
- J.W.H.G. Loyson
- K. Duker
- E. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Beklag ex artikel 552a Sv inzake beëindiging beslag op bankrekening
Op 1 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Klager, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Kan, had een klaagschrift ingediend tegen het beslag dat op 24 september 2019 was gelegd op het saldo van een ING-rekening ten name van klager, ter hoogte van € 19.270,38. Dit beslag was gelegd in het kader van een strafvorderlijk onderzoek tegen de enig aandeelhouder en bestuurders van klager.
Het klaagschrift werd op 9 februari 2023 ingediend en op 14 juli 2023 aangevuld. De rechtbank heeft op 18 juli 2023 de zaak behandeld in openbare raadkamer, waarbij zowel de gemachtigde advocaat van klager als de officier van justitie zijn gehoord. Klager stelde dat er geen strafvorderlijk belang meer was voor het beslag, aangezien het Openbaar Ministerie had aangegeven dat klager geen verdachte was en er geen opsporingsonderzoek naar haar activiteiten liep.
De officier van justitie verzocht om klager niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien op 28 maart 2023 het klassiek beslag was omgezet in conservatoir beslag. De rechtbank oordeelde dat het beslag op grond van artikel 94 Sv reeds was geëindigd en dat klager niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn beklag. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 1 augustus 2023.