Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juli 2023 in de zaak tussen
de minister van Infrastructuur en Waterstaat (de minister), verweerder
[vergunninghouder] ( [vergunninghouder] ), te Amsterdam, vergunninghouder
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2023, wordt het beroep van [eiseres] tegen de verleende Wbr-vergunning aan [vergunninghouder] voor twee energielaadpunten op verzorgingsplaats [naam] beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat voldoende gemotiveerd heeft dat de energielaadpunten als aanvullende voorziening kunnen worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de vergunninghouder beschikt over een basisvoorziening voor een energielaadstation en dat de energielaadpunten bereikbaar zijn via bestaande infrastructuur, zonder dat nieuwe in- en uitritten hoeven te worden aangelegd. De rechtbank oordeelt dat de minister zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vergunde energielaadpunten veilig kunnen worden ingepast op de verzorgingsplaats, en dat er geen reëel veiligheidsrisico is. Het beroep van [eiseres] wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak benadrukt het belang van de criteria voor aanvullende voorzieningen en de beoordeling van de veiligheid en doelmatigheid van de inrichting van de verzorgingsplaats.