Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2023 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
De Burgemeester van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
Gronden van het beroep
Oordeel van de rechtbank
kanworden meegewogen bij de keuze om over te gaan tot een sluiting. Er wordt dus niet direct overgegaan tot sluiting van de woning, maar de verweerder heeft een discretionaire bevoegdheid om de waarschuwing als verzwarende omstandigheid te laten meewegen bij de sluiting van een woning. Bij de afweging wordt ook gekeken naar alle andere omstandigheden van het geval in het kader van de evenredigheidstoets. De rechtbank vindt het verder relevant dat uit de beleidsregels volgt dat de waarschuwing gedurende een periode van maximaal twee jaar als verzwarende omstandigheid meegewogen kan worden. Deze periode is in lijn met de conclusie van advocaat-generaal [naam 2] . Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat eiser niet onevenredig benadeeld wordt, aangezien de waarschuwing geen directe negatieve gevolgen voor eiser heeft. Ook komt eiser niet in bewijsnood, aangezien hij twee jaar na de waarschuwing de rechtmatigheid hiervan kan laten toetsen, mocht het pand gesloten worden na een nieuwe overtreding van de Opiumwet. De conclusie is dan ook dat de beleidsmatige waarschuwing in dit geval niet kan worden gelijkgesteld met een besluit en verweerder eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.