Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vrijwillig verschenen,
1.De procedure
2.De feiten
Request For Information, hierna: RFI) van vier pagina’s gevoegd. In deze eerste vragenlijst (RFI 1) is verzocht om een aantal algemene vragen te beantwoorden, alsmede om inlichtingen en documentatie met betrekking tot cash geld stortingen en (transacties van) klanten van Suri-Change. Suri-Change heeft deze vragenlijst vervolgens beantwoord.
(i) binnen zes maanden een zogenaamde
APIscreening implementeren zodat ING alle relevante betaalinformatie verkrijgt, kan pre-screenen en een transactiemonitoringsysteem kan implementeren;
(ii) binnen negen maanden een externe audit laten uitvoeren door een door ING aangewezen onafhankelijke accountant on de effectiviteit van haar
anti money laundering(AML) beleid en systemen te testen;
(iii) binnen een maand een plan aanleveren aan ING waarin zij uiteenzet hoe zij van plan is om de hoeveelheden contante stortingen te reduceren;
(iv) binnen drie maanden haar USD-rekening te sluiten om de risico’s te beperken en zodat ING zich kan toeleggen op de EUR-rekeningen, zoals is lijn is met haar huidige beleid;
(v) bevestigen dat zij op de hoogte is van het beleid van ING omtrent zogenaamde high-risk countries en te verklaren dat zij geen betalingen zal verrichten en geen diensten en/of producten zal verlenen aan deze landen; en
(vi) elk kwartaal een update te leveren omtrent het door DNB op haar gehouden toezicht en alle correspondentie van DNB in 2020 en 2021 aan te leveren.
Bij deze brief heeft ING naar aanleiding van de antwoorden van Suri-Change op
RFI 3 een aanvullende vragenlijst toegezonden (RFI 4). Daarin is verzocht om inlichtingen en documentatie met betrekking tot onder meer intercompany transacties, transacties via Suri-Change namens Suri-Bank en (transacties van) klanten van Suri-Change.
(i) Suri-Change gaat akkoord met het implementeren van de API screening;
(ii) Suri-Change gaat akkoord met het laten uitvoeren van een audit en stelt voor om de audit te laten uitvoeren door Chargo en Digue;
(iii) om het aantal non cash betalingen te laten stijgen heeft Suri-Change pin terminals nodig en zij hoopt dat ING haar verzoeken om die beschikbaar te stellen zal accepteren;
(iv) de USD-rekening is essentieel voor haar bedrijfsvoering en het sluiten van die rekening zal het einde van haar bedrijfsvoering betekenen;
(v) Suri-Change houdt zich aan hetgeen staat in Appendix 2 bij RFI 4 en zal geen betalingen verrichten naar de desbetreffende landen;
(vi) Suri-Change is het door DNB niet toegestaan om vertrouwelijke toezicht documenten van DNB te delen met derden. Suri-Change heeft geen verzoek van DNB ontvangen om haar beleid of maatregelen te veranderen of te verbeteren.
downstreamendat plaatsvindt, zodat zij dat per 4 augustus 2022 niet langer toestaat.
Bij deze brief heeft ING naar aanleiding van haar voortdurende cliëntenonderzoek een aanvullende vragenlijst toegezonden (RFI 6). Daarin is met name verzocht om inlichtingen en documentatie met betrekking tot (transacties van) klanten of agenten van Suri-Change. Suri-Change heeft deze brief en RFI 6 vervolgens inhoudelijk beantwoord.
“(…) Please note there is a link between the lack of (materially) insufficient answers to our initial questions and our subsequent (follow-up) questions, namely a link of cause and effect. In other words, the reason that we raise certain follow-up questions is because our initial questions were in the view of ING not sufficiently or fully answered by you. (…)”Bij deze brief heeft ING naar aanleiding van de antwoorden van Suri-Change op RFI 6 een aanvullende vragenlijst toegezonden (RFI 7). Daarin is verzocht om inlichtingen en documentatie met betrekking tot een aantal transacties. Suri-Change heeft deze vragenlijst vervolgens beantwoord.
“(…) With regards to your response to the comment ING made related to the insufficient answers during the RFI process, we would like to point out that ING has requested clarification on the routing of certain transactions on several occasions. The fact that certain counterparties are recurring in the next RFI round, indicates that the answer provides in the previous round was insufficient/unclear to ING. An example of this is the routing of payments on behalf of Suri-Change Bank. Please note that the aforementioned remains unclear to ING, even after multiple RFI rounds. (…)”Ook heeft ING meegedeeld dat zij het verzoek om de USD-rekening open te houden niet zal toestaan. Bij deze brief heeft ING naar aanleiding van de antwoorden van Suri-Change op RFI 7 een aanvullende vragenlijst toegezonden (RFI 8). Daarin is verzocht om inlichtingen en documentatie met betrekking tot een aantal transacties. Suri-Change heeft deze vragenlijst vervolgens beantwoord.
“(…) two incoming transfers were identified from [bedrijf] CJ of respectively EUR 150,000 and EUR 200,000 on 10 October 2022. The transaction descriptions refer to ’rekening courant Samhita Holding BV’.a) Can you please provide a rationale for these payments?b) Can you please provide information on the purpose of the funds used by Samhita Holding B.V., including supporting documentation such as invoices?c) Can you please provide information on the source of funds of the incoming payments, including supporting documentation such as invoices?”Suri-Change heeft deze vragenlijst vervolgens beantwoord. Haar antwoord op voornoemde vragen luidt als volgt:
“a) Samhita Holding has a “rekening courant overeenkomst” with Suri-Change. These payments are part of this agreement. Suri-Change can always use more capital in order to strengthen its operations and the funds are for its business operations, such as ordering USD stock.b) Please find enclosed the rekening courant overeenkomstc) Please find enclosed the rekening courant overeenkomst between Samhita Holding and [bedrijf] ”2.19. Op 10 januari 2023 heeft er op het kantoor van ING een gesprek tussen Suri-Change en ING plaatsgevonden. Een van de door ING aan Suri-Change gestelde vragen was of Suri-Change op de hoogte is van enige lopende onderzoeken van toezichtrechtelijke aard naar Suri-Change, bijvoorbeeld door DNB. Daarop heeft geantwoord dat zij daarvan niet op de hoogte is. Diezelfde maand is een filiaal van Suri-Change te Rotterdam beschoten en is bij dat filiaal een vuurwerkbom afgegaan, waarna dat filiaal door de burgemeester van Rotterdam is gesloten. Suri-Change heeft ING daarvan niet op de hoogte gesteld.
2.20. Bij brief van 9 februari 2023 heeft ING geconcludeerd dat de eerder door haar genoemde risico’s onvoldoende zijn gemitigeerd. ING heeft kenbaar gemaakt dat zij er niet gerust op is dat Suri-Change pin terminals heeft verkregen van een derde partij. Bij deze brief heeft ING een aanvullende en tevens laatste vragenlijst toegezonden (RFI 10). Daarin stelt ING onder meer nadere vragen over de verhouding met Samhita Holding. Ook stelt ING vragen over vier inkomende transacties van elk € 200.000 van [naam 1] op de rekening van Suri-Change, alsmede over een transactie van € 500.000 naar het persoonlijke account van [naam 1] welk bedrag een dag later weer wordt teruggestort. Ook licht ING toe dat en waarom de uitgevoerde externe audit te wensen over laat en zij heeft in dat kader verzocht om een bevestiging dat het gevoerde AML-beleid van Suri-Change is bekeken en geanalyseerd door de auditor. Ten slotte heeft ING verzocht om schriftelijk te bevestigen dat geen sprake is van:
“existing, ongoing, or expected external investigations or similar regulatory matters, related to Suri-Change BV or any of the related parties, that would be of interest for ING as your compliant bank.”
“(…) We waren ook verrast dat de aanvraag was gelukt gelet op het gegeven dat een directe aanvraag bij Worldline was afgewezen. We denken dat wellicht het bedrijf welke onze aanvraag wel heeft goedgekeurd ons heeft geaccepteerd omdat wij ook andere SBI codes hebben op onze kamer van koophandel inschrijving zoals reisbemiddeling. Een andere mogelijkheid kan zijn dat de onderneming vanwege zijn goede relatie met Worldline het wel is gelukt om ons door Worldline te laten accepteren.(…)Samhita holding
nadere toelichting op het beëindigingsbesluitheeft ING onder meer – kort gezegd – uiteengezet dat de RFI’s niet tot voldoende begrip en inzicht hebben geleid en dat ING door toedoen van Suri-Change niet in staat is om haar customer due diligence op orde te krijgen, toegelicht van welke onacceptabele risico’s sprake is, dat zij op grond van artikel 5 lid 3 Wwft genoodzaakt is tot beëindiging van de zakelijke relatie en dat zij daartoe op grond van artikel 35 ABV ook bevoegd is.
3.Het geschil
cash to master systeemen maken scheepsagenten gebruik van haar diensten om hun bemanningsleden uit te betalen. Door de beëindiging van de bancaire relatie zal de bedrijfsvoering van Suri-Change volledig staken en zal DNB de aan haar verleende vergunning intrekken, waardoor een faillissement onafwendbaar is.
4.De beoordeling
4.2.2. Een opzegging moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de bancaire zorgplicht op grond waarvanING bij haar dienstverlening zorgvuldigheid in acht moet nemen, waarin ook het belang van betalingsverkeer voor de rekeninghouders wordt meegewogen. Daarbij moet mede worden betrokken dat het voor (rechts)personen van groot belang is dat zij toegang hebben tot het bancaire systeem.
4.2.3. De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een bank van haar contractuele opzeggingsbevoegdheid gebruik maakt. (artikel 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW); zie HR 10 oktober 2014, ECLl:NL:HR:2014:2929).
4.2.4. Banken hebben op grond van de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme) een verantwoordelijkheid bij het signaleren van zogenoemde financieel-economische criminaliteit en andere integriteitsrisico’s. Zij moeten zoveel mogelijk voorkomen dat het financiële systeem voor oneigenlijke doelen wordt gebruikt (of: misbruikt). Daartoe moeten zij onderzoek doen naar hun cliënten en de verzamelde informatie up-to-date houden. Als een bank haar cliëntenonderzoek niet kan voltooien, moet zij de relatie met die klant beëindigen (artikel 5 lid 3 Wwft). De bank kan dan immers het risico van misbruik van de door haar aangeboden producten en diensten niet overzien. Het is voor de beëindiging van de relatie niet noodzakelijk dat er concrete bewijzen zijn dat de klant betrokken is bij criminele activiteiten.
4.2.5. De banken hebben geen formele opsporingsbevoegdheden en zijn voor het cliëntenonderzoek afhankelijk van informatie uit openbare bronnen en informatie van de klant zelf. De klant is verplicht de bank te voorzien van de nodige informatie over – onder meer – zijn activiteiten en de wijze waarop hij aan het geld is gekomen dat hij bij de bank onderbrengt (artikelen 2 lid 2, 3 en 7 van de ABV).
nadere toelichting op het beëindigingsbesluit, zie 2.25). Deze bijlage wordt geacht integraal onderdeel uit te maken van de opzeggingsbrief. Van Suri-Change kon derhalve, anders dan zij stelt, op de inhoud daarvan wel degelijk ingaan in haar dagvaarding en van haar kan in redelijkheid worden verwacht dat zij daarop in dit kort geding reageert. Voor zover zij dat niet of onvoldoende heeft gedaan, komt dat voor haar rekening en risico. Het standpunt van Suri-Change dat de (de in haar ogen aanvullende) opzeggronden zich niet lenen voor beoordeling in kort geding en niet kunnen worden meegewogen bij een belangenafweging, gaat dus evenmin op.
Opzegging op grond van artikel 5 lid 3 Wwft
(g) sprake is van een zeer ondoorzichtige relatie met Suri-Bank met een hoog
downstreaming, waarbij Suri-Change niet aangeeft in te
downstreamingproblematisch is;
remittanceverrekenen, maar daarbij