ECLI:NL:RBAMS:2023:4278

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
10359376
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over de overdracht van een aandeel in onroerende zaak tot zekerheid in het erfrecht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 20 juni 2023 een beschikking gegeven in een erfrechtskwestie. De zaak betreft de overdracht van een aandeel in een onroerende zaak, waarbij de bewindvoerder van de verzoekster, die in Purmerend is gevestigd, een verzoek heeft ingediend. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.J. Hoff, heeft de rechtbank verzocht om de overdracht van 25% van de woning van de verweerder, die niet is verschenen op de zitting. De kantonrechter heeft eerder op 3 mei 2023 al een beschikking gegeven, waarin de verzoeken van de bewindvoerder zijn behandeld, maar waarbij enkele verzoeken zijn aangehouden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juni 2023 heeft de bewindvoerder toegelicht dat er geen contact is geweest met de verweerder en dat er geen toestemming van de echtgenote van de verweerder nodig is voor de overdracht, omdat het hier gaat om een beschikking van de rechtbank en niet om een overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeken van de bewindvoerder niet zijn weersproken door de verweerder, die niet op de zitting is verschenen. De kantonrechter heeft de verzoeken toegewezen en bepaald dat de verweerder binnen vijf dagen na betekening van de beschikking moet meewerken aan het notariële transport van 25% van de woning.

De beschikking bevat ook bepalingen over de hypothecaire geldlening van de verweerder en de verplichting om een jaaroverzicht te verstrekken. De kantonrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk in het erfrecht en de uitvoering van beschikkingen in het kader van bewindvoering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10359376 EA VERZ 23-191/ER 485
beschikking van: 20 juni 2023
func.: 394

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

Stichting Beheer Privé-Gelden Cliënten Prinsenstichting

in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [verzoekster]
gevestigd te Purmerend
verzoekster
nader te noemen: de bewindvoerder
gemachtigde: mr. R.J. Hoff
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder
nader te noemen: [verweerder]
niet verschenen.

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij beschikking van 3 mei 2023, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast wordt beschouwd, is beslist op het verzoek van de bewindvoerder tot vaststelling van de geldvordering van [verzoekster] (hierna [verzoekster] ). De overige verzoeken zijn daarbij aangehouden. Zoals in voormelde beschikking onder rechtsoverweging 9. was bepaald, heeft de bewindvoerder bij brief van 8 juni 2023 een concept notariële akte overgelegd.
De mondelinge behandeling van de overige verzoeken heeft op 13 juni 2023 plaatsgevonden, alwaar namens de bewindvoerder de gemachtigde is verschenen met
[naam] . [verweerder] is niet verschenen, hoewel hij daartoe behoorlijk is opgeroepen.
De griffier heeft aantekeningen bijgehouden van hetgeen is besproken.
Ten slotte is bepaald dat er binnen 14 dagen na de mondelinge behandeling een beschikking wordt gewezen.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. De kantonrechter gaat uit van de feiten zoals deze zijn genoemd in voornoemde beschikking. De verzoeken van de bewindvoerder zijn genoemd onder rechtsoverweging 2.
Thans dient nog beslist te worden op de verzoeken in voornoemde beschikking genoemd onder II, III en IV.
2. Bij brief van 8 juni 2023 heeft de bewindvoerder het verzoekschrift uitgebreid met een verzoek tot reële executie te weten:
II a.) [verweerder] te bevelen binnen vijf dagen na betekening van dez beschikking mee te werken aan het notariële transport van 25% van de woning althans een zodanig aandeel van de woning als de kantonrechter in goede justitie zal vaststellen aan [verzoekster] ;
II b.) te bepalen dat als [verweerder] weigert mee te werken aan de notariële akte van levering van 25% van de woning althans een zodat aandeel van de woning als de kantonrechter in goede justitie zal vaststellen aan [verzoekster] deze beschikking op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring en handtekening van [verweerder] benodigd voor de notariële levering van 25% van de woning althans een zodat aandeel van de woning als de kantonrechter in goede justitie zal vaststellen aan [verzoekster] .
3. [verweerder] heeft geen verweer tegen de verzoeken gevoerd.
4. Ter zitting heeft de bewindvoerder toegelicht dat er geen contact tussen haar of haar gemachtigde en [verweerder] is geweest. Volgens de bewindvoerder doet zich geen situatie voor zoals genoemd in artikel 1:88 Burgerlijk Wetboek (hierna BW) omdat er geen sprake is van een overeenkomst maar van een beschikking van de rechtbank. Er hoeft daarom geen toestemming van de echtgenote van [verweerder] te worden gegeven aan de overdracht van een deel van de woning. Er moet nog wel toestemming van de hypotheekhouder (zijnde ABN Amro) gegeven worden, niet zeker is of de notaris die de concept-akte heeft opgesteld hier reeds om heeft verzocht. De bewindvoerder verwacht niet dat de hypotheekhouder geen toestemming zal geven nu het onderpand (de woning) verder hetzelfde blijft.
Het verzoek dat gebaseerd is op artikel 3:300 lid 2 BW is nodig nu verwacht wordt dat [verweerder] geen medewerking zal verlenen aan de akte van levering, aldus de bewindvoerder.
De bewindvoerder heeft ter zitting toegezegd dat onderhavige beschikking niet eerder betekend zal worden dan dat dat de toestemming van de hypotheekhouder er is en er duidelijkheid is over de situatie met betrekking tot de toestemming van de echtgenote van [verweerder] . Pas als alle onjuistheden in de concept-akte zijn gewijzigd, ook ten aanzien van het taxatierapport en het energielabel (dat ontbreekt), zal tot betekening worden overgegaan, aldus de bewindvoerder.

Beoordeling

5. [verweerder] heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid zich uit te laten over de verzoeken zoals genoemd in voornoemde beschikking. Bij brief van 8 juni 2023 heeft de bewindvoerder het verzoek uitgebreid met een verzoek tot reële executie. Ook hiertegen heeft [verweerder] geen verweer gevoerd. De verzoeken waarop nog niet is beslist zullen daarom als niet weersproken worden toegewezen. De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd.
6. De kantonrechter gaat er van uit dat, zoals ter zitting toegezegd door de bewindvoerder, op alle ter zitting genoemde punten de concept-akte aangepast zal worden en dat deze beschikking pas zal worden betekend als de akte volledig in orde is.
Omdat de medewerking aan de overdracht door [verweerder] verplicht is ter uitvoering van deze beschikking is artikel 1:88 BW niet van toepassing. De toestemming van zijn echtgenote is dus niet vereist
De aan te passen punten betreffen:
- de toestemming door de hypotheekhouder voor de overdracht;
- de waarde van de woning (WOZ-waarde in plaats van een taxatierapport);
- het ontbrekende energielabel van de woning.

BESLISSING

veroordeelt [verweerder] tot overdracht van een aandeel van 25% van zijn woning aan [verzoekster] bij akte zoals hiervoor onder ro 6 bedoeld.;
beveelt [verweerder] binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking mee te werken aan het notariële transport van 25% van de woning;
bepaalt dat als [verweerder] weigert mee te werken aan de notariële akte van levering van 25% van de woning aan [verzoekster] , deze beschikking op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring en handtekening van
[verweerder] benodigd voor de notariële levering van 25% van de woning aan [verzoekster] ;
bepaalt dat het [verweerder] niet is toegestaan de hypothecaire geldlening, afgesloten bij ABN Amro tot een hoger bedrag dan € 350.000,00 te laten oplopen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Ronde in strijd met deze veroordeling handelt, met een maximum van € 100.000,-;
bepaalt dat [verweerder] eens per twee jaar, te beginnen in januari 2024, een afschrift van een jaaroverzicht dient te verstrekken waarin de hoogte van de alsdan uitstaande geldlening is weergegeven, zulks onder verbeurte van een dwangsom van
€ 500,00 per dag dat [verweerder] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,-;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en uitgesproken op 20 juni 2023 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter