In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M. de Boorder, een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. met als doel de verwijdering van een negatieve registratie in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) bij het Bureau Kredietregistratie (BKR). De eiseres is negatief geregistreerd vanwege een achterstand in betalingen die inmiddels is voldaan. De registratie, die zichtbaar blijft tot maart 2025, belemmert haar in het verkrijgen van een financiering voor de bouw van een nieuwbouwwoning. Tijdens de zitting op 20 januari 2023 heeft eiseres haar vordering toegelicht, terwijl ING verweer heeft gevoerd aan de hand van een vooraf ingezonden document.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op wissing van haar gegevens op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechter heeft geoordeeld dat de belangenafweging die ING heeft gemaakt niet in het voordeel van eiseres uitviel, ondanks haar verzoek om verwijdering van de registratie. De rechter heeft echter geconcludeerd dat het in stand houden van de registratie voor de resterende twee jaar disproportioneel is, gezien de huidige financiële situatie van eiseres en haar echtgenoot. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering van eiseres toegewezen en ING veroordeeld om de registratie binnen drie dagen te verwijderen, evenals de proceskosten te vergoeden.
Het vonnis is uitgesproken op 27 januari 2023 door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten zijn begroot op € 1.455,86, inclusief griffierecht en salaris advocaat.