Uitspraak
[opgeëiste persoon] ,
BESLISSING:
houdt aanhet verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen het bovengenoemde proces-verbaal te doen opmaken en aan het dossier toe te voegen.
Rechtbank Amsterdam
Op 23 juni 2023 heeft de Raadkamer van de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie behandeld. De opgeëiste persoon, geboren in Polen en thans gedetineerd, had op 14 juni 2023 een verzoek ingediend. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, gehoord. De officier van justitie verzet zich tegen het verzoek, stellende dat er groot vluchtgevaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op 17 november 2022 is aangehouden op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) en dat de overleveringsdetentie op 18 november 2022 is geschorst. De rechtbank overweegt dat de termijn voor het nemen van een beslissing over de overlevering binnen 90 dagen na aanhouding dient te worden genomen, maar dat deze termijn kan worden opgeschort indien de opgeëiste persoon zich aan de tenuitvoerlegging heeft onttrokken. De rechtbank heeft vragen over de wijze waarop de schorsingsbeslissing aan de opgeëiste persoon is medegedeeld en of hij zich bewust was van de voorwaarden. De rechtbank heeft het onderzoek aangehouden om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een proces-verbaal op te maken over de uitreiking van de schorsingsbeslissing. De beslissing om het verzoek aan te houden is genomen met inachtneming van de noodzaak om te onderzoeken of de opgeëiste persoon zich bewust was van de voorwaarden van de schorsing.