ECLI:NL:RBAMS:2023:3858

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
C/13/730264 / HA RK 23-59
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot heropening van de vereffening van een ontbonden vennootschap met bekende bate

Op 22 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van Dimio Holding Limited en Hawksford Management Services B.V. betreffende een verzoek tot heropening van de vereffening van de vennootschap Lyftet Holding B.V. De vennootschap, opgericht op 9 januari 1997, was op 27 juli 2022 ontbonden door haar enig aandeelhouder, Dimio Holding. Hawksford was benoemd tot vereffenaar. Bij de ontbinding was er een batig saldo op de bankrekeningen van de vennootschap, maar dit was tot op heden niet uitgekeerd. Dimio c.s. verzocht de rechtbank om heropening van de vereffening, omdat er na de ontbinding nog van het bestaan van een bate bleek, namelijk het saldo op de bankrekeningen.

De rechtbank overwoog dat artikel 2:23c BW bepaalt dat heropening van de vereffening mogelijk is indien na ontbinding van de rechtspersoon nog van het bestaan van een bate blijkt. De rechtbank concludeerde echter dat het banksaldo al bekend was tijdens de vereffening en dat er geen nieuwe bate was. De rechtbank verwees naar eerdere rechtspraak en concludeerde dat de verzoekers onvoldoende onderbouwd hadden dat heropening noodzakelijk was. De rechtbank wees erop dat de vennootschap niet was opgehouden te bestaan in de zin van artikel 2:19 lid 5 BW, en dat de verzoeken om heropening en hernieuwde inschrijving in het Handelsregister niet konden worden toegewezen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verzoeken van Dimio c.s. afgewezen, omdat de gronden voor heropening beperkt zijn en de verzoekers niet konden aantonen dat heropening noodzakelijk was voor de uitkering van het banksaldo. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.F. Zaagsma op 22 juni 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/730264 / HA RK 23-59
Beschikking van 22 juni 2023
in de zaak van
1. de vennootschap naar buitenlands recht
DIMIO HOLDING LIMITED,
gevestigd te Larnaca (Cyprus),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAWKSFORD MANAGEMENT SERVICES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoeksters,
advocaat mr. G.C. Endedijk te Amsterdam
Verzoekers worden hierna afzonderlijk Dimio Holding en Hawksford en gezamenlijk Dimio c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 28 februari 2023;
  • het e-mailbericht met bijlage van mr. Endedijk van 7 maart 2023;
  • de akte overlegging aanvullende producties van 24 maart 2023;
  • de e-mail van de rechtbank van 11 mei 2023, waarin een nadere toelichting wordt verzocht op het verzoekschrift;
  • het e-mailbericht van mr. Endedijk van 31 mei 2023 met als bijlagen een e-mail van de Kamer van Koophandel en een brief van mr. Ten Voorde.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden. Dimio c.s. is van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lyftet Holding B.V. (hierna: de vennootschap), laatstelijk gevestigd te Amsterdam, is bij akte van 9 januari 1997 opgericht. De laatste statutenwijziging heeft op 13 mei 2014 plaatsgevonden.
2.2.
De vennootschap is op 27 juli 2022 ontbonden door een besluit van haar enig aandeelhouder Dimio Holding. Hawksford is benoemd tot vereffenaar.
2.3.
Op dat moment was er een batig saldo op twee bankrekeningen van de vennootschap bij de bank ‘Handelsbanken’ van respectievelijk € 50 en SEK 27.252.980,47. Dit is tot op heden nog niet uitgekeerd.
2.4.
Hawksford heeft een rekening en verantwoording opgesteld, gedeponeerd en bekendgemaakt. De rechtbank heeft op 20 oktober 2022 een akte non-verzet verstrekt.
2.5.
De vennootschap is per 31 oktober 2022 uitgeschreven uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot heropening van de vereffening van de vennootschap zoals bedoeld in artikel 2:23c Burgerlijk Wetboek (BW).
3.2.
Dimio c.s. legt aan het verzoek ten grondslag dat het de bedoeling was het batig saldo op de bankrekeningen aan Dimio Holding uit te keren, maar dat de vennootschap uit het Handelsregister is uitgeschreven zonder dat afdoende is gecontroleerd of deze betalingen ook daadwerkelijk waren verricht. Dimio c.s. verzoekt heropening van de vereffening en benoeming van Hawksford tot vereffenaar, omdat na het tijdstip waarop de vennootschap is opgehouden te bestaan nog van het bestaan van een bate is gebleken.

4.De beoordeling

4.1.
Artikel 2:23c BW bepaalt dat de rechtbank de vereffening kan heropenen indien, na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan, nog van het bestaan van een bate blijkt. Volgens vaste rechtspraak dient de gestelde bate voldoende aannemelijk te zijn om toewijzing van het verzoek te rechtvaardigen, en dient de rechter met terughoudendheid te toetsen of hieraan is voldaan. Artikel 2:19 lid 5 BW artikel bepaalt dat een rechtspersoon na ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van zijn vermogen nodig is.
4.2.
Dimio c.s. heeft voldoende onderbouwd dat zij belanghebbende is bij het verzoek. Ook het bestaan van een bate (namelijk het saldo op de twee bankrekeningen bij Handelsbanken) is voldoende aannemelijk geworden. De vraag is echter of in dit geval heropening kan worden bevolen, aangezien artikel 2:23c BW toepassing vindt in de situatie dat – na een vereffeningsprocedure van een ontbonden rechtspersoon of na een toegepaste turboliquidatie als gevolg waarvan en de vennootschap is opgehouden te bestaan – alsnog van het bestaan van een bate is gebleken. Er dient sprake te zijn van een zogenaamde ‘nieuwe bate’. In dit geval was het banksaldo op de rekeningen al bekend bij de vereffeningsprocedure, maar is nagelaten het saldo uit te keren voordat de vennootschap werd uitgeschreven uit het Handelsregister. Het gaat in dit geval dus om een zogenaamde ‘bekende bate’.
4.3.
De rechtbank heeft verzoekers gewezen op het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 3 november 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:3004) en het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 15 juli 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:5820) en verzocht nader toe te lichten of heropening in dit geval nodig c.q. mogelijk is.
4.4.
Dimio c.s. heeft daarop laten weten dat zij belang heeft bij hernieuwde inschrijving van de vennootschap in het Handelsregister. Volgen Dimio c.s. werkt de Kamer van Koophandel hier in de praktijk niet aan mee aan zonder een rechterlijke beslissing tot heropening, met uitzondering van de situatie dat een vennootschap bij vergissing is uitgeschreven na een turboliquidatie. In dit geval heeft een normale vereffening plaatsgevonden, is er geen benadeling van schuldeisers en geen belang bij het antwoord op de vraag of de vennootschap al dan niet is opgehouden te bestaan in de zin van artikel 2:19 lid 5 BW. Dimio c.s. stelt dat zij belang heeft bij heropening, omdat zij meerdere belangen heeft bij hernieuwde inschrijving in het Handelsregister:
- in de eerste plaats is het – gezien het compliance-vereiste – niet uit te sluiten dat de vennootschap gevraagd wordt een zeer recent uittreksel uit het Handelsregister over te leggen voordat de overdracht van het liquidatiesaldo aan Dimio Holding door de bank kan worden uitgevoerd;
- daarnaast bestaat het voornemen om, in plaats van uitkering van het liquidatiesaldo, een grensoverschrijdende fusie met Dimio Holding te bewerkstelligen, waarin de vennootschap als verdwijnende vennootschap zou moeten participeren (art. 2:311 lid 5 BW). Hierbij is de praktische en de legitimerende functie van de hernieuwde inschrijving relevant: voor het deponeren van fusiestukken bij de Kamer van Koophandel en voor de communicatie met het buitenlandse vennootschapsregister/handelsregister.
4.5.
Uit het voorgaande blijkt niet dat heropening nodig is voor uitkering van het banksaldo. Dit valt zonder meer ook niet in te zien, nu sprake is van een, ten tijde van uitschrijving uit het Handelsregister, reeds bekende bate die op grond van artikel 2:19 lid 5 BW vereffend kan worden. De vennootschap is in verband hiermee ook niet opgehouden te bestaan.
4.6.
Het kan zo zijn dat daarnaast een ander belang bestaat bij hernieuwde inschrijving in het Handelsregister, zoals een voorgenomen fusie, maar dat vormt op zichzelf geen argument voor (oneigenlijke) heropening van de vereffening. De gronden voor heropening van de vereffening op de voet van artikel 2:23c lid 1 BW (en overigens ook het doel van de heropening) zijn immers beperkt. De rechtbank kan daarbij niet treden in de beweegredenen van de Kamer van Koophandel om in dit geval al dan niet over te gaan tot hernieuwde inschrijving van de vennootschap. Dimio c.s. heeft gesteld (en met een e-mail van een medewerker van het zogenaamde ‘mailteam’ van het Handelsregister onderbouwd) dat er volgens het beleid van de Kamer van Koophandel twee opties zijn voor hernieuwde inschrijving in het geval de uitschrijving op een vergissing berust, omdat er meer te vereffenen is, namelijk: na heropening ex artikel 2:23c lid 1 BW of als nooit sprake is geweest van vereffening (turboliquidatie). Hieruit blijkt niet wat het beleid is bij het voortbestaan van de vennootschap voor zover dit voor de vereffening nodig is ex artikel 2:19 lid 5 BW. De rechtbank ziet in de overgelegde e-mail in elk geval onvoldoende reden om de verzoeken toe te wijzen.
4.7.
De verzoeken zullen dan ook worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.F. Zaagsma en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2023.