Uitspraak
1.[gedaagde 1]
2.[gedaagde 2]
- antwoord van [gedaagde 1] ;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
1.Feiten
2.De vordering en het verweer
3.De beoordeling
Geen hoofdverblijf
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde eiser, de eigenaar van een woning, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning door gedaagden, omdat gedaagde 1 niet meer in de woning zou wonen en de woning zonder toestemming zou onderverhuren aan gedaagde 2. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 oktober 2022, waarbij beide partijen in persoon verschenen, vergezeld door hun gemachtigden. Eiser stelde dat gedaagde 1 al jaren niet meer in de woning verblijft en dat gedaagde 2 daar woont, wat door gedaagde 1 werd betwist. Gedaagde 1 verklaarde dat hij vanwege zijn werk als muzikant vaak in het buitenland verblijft, maar dat hij zijn hoofdverblijf in de woning heeft. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet voldoende had aangetoond dat gedaagde 1 zijn hoofdverblijf had verplaatst en dat er geen sprake was van onderhuur of in gebruikgeving aan gedaagde 2. De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden. De kantonrechter benadrukte dat er geen contractuele verplichting was voor gedaagde 1 om zijn hoofdverblijf in de woning te hebben, en dat de omstandigheden van het geval niet voldoende waren om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan.