Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
18 november 2014 door
the Circuit Court in Gliwice 5th Criminal Department based in Rybnik(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een
- een
26 januari 2018 blijkt dat er in het kader van het vonnis met referentie VI K 25/11 zes inhoudelijke behandelingen hebben plaatsgevonden. Tijdens de eerste vier behandelingen was de opgeëiste persoon samen met zijn raadsman aanwezig. Bij de laatste twee behandelingen was de gemachtigd raadsman namens de opgeëiste persoon aanwezig en heeft die zijn verdediging gevoerd, zodat ten aanzien van die zittingen sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 12, sub b, OLW.
4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
15 maart 2022, [1] waarin ook tot schorsing van de gevangenhouding is overgegaan op grond van bijzondere omstandigheden die gelijk zijn aan die van de opgeëiste persoon. Tijdens een schorsing kan volgens de raadsvrouw worden gekeken of een andere wijze van tenuitvoerlegging van de straf mogelijk is.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Gliwice 5th Criminal Department based in Rybnik(Polen).
[opgeëiste persoon]is geëindigd.
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Het bevel hiertoe is apart opgemaakt.