Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 januari 2023.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert de eiser, een rijschool, betaling van openstaande facturen door de gedaagde, een zelfstandige rijinstructeur. De eiser heeft de samenwerking met de gedaagde beëindigd na een aanrijding op 27 januari 2022, waarbij de gedaagde niet meer aan zijn verplichtingen kon voldoen. De eiser heeft verschillende facturen gestuurd voor de huur van de lesauto, brandstof en bemiddeling, maar deze zijn niet betaald. De gedaagde heeft wel een deel van de openstaande bedragen voldaan, maar er resteert nog een aanzienlijk bedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde de facturen moet betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd, onder andere over de juistheid van de facturen en zijn financiële situatie, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn verweer te onderbouwen. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, de rente en de kosten van de procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de eiser het bedrag direct kan vorderen, ongeacht een eventueel hoger beroep.