Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
“Wij adviseren het jeugdstrafrecht toe te passen. Ten tijde van het ten laste gelegde feit was betrokkene twintig jaar. Derhalve is op grond van het zogeheten Wegingskader Adolescentenstrafrecht beoordeeld of toepassing van het Jeugdstrafrecht geïndiceerd is. Dat is volgens ons niet het geval.”De reclassering overweegt verder dat zij geen aanwijzingen hebben gekregen dat sprake was van gebrekkige handelingsvaardigheden en het ontbreekt aan informatie om te kunnen beoordelen of verdachte pedagogische ondersteuning nodig heeft. Momenteel zijn interventies niet geïndiceerd. De vraag vanuit het wegingskader of verdachte een interventie nodig heeft die alleen via het jeugdstrafrecht beschikbaar is, is daarom niet aan de orde. Bij een veroordeling wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstraf van 240 (tweehonderd veertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderd twintig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden.
gevangenisstraf straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.