Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.(Partiële) Vrijspraken
‘Je kankermoeder’en zou kort daarna vanaf de bovenkant van zijn broeksband een mes hebben gepakt. [aangever 2] zag dat het mes ongeveer twintig centimeter lang was. Hij hoorde verdachte vervolgens zeggen:
“Wij gaan zien. Als ik je pak dan steek ik je neer”.[aangever 2] is toen samen met zijn vrienden richting de centrale hal van de school gelopen en daar zijn ze aangesproken door de conciërge. De conciërge zag dat verdachte boos achter [aangever 2] aan kwam lopen (de school in) en dat hij riep:
“Ik ga je pakken! Ik ben er helemaal klaar mee!”.Verdachte liep daarna naar buiten en hij bleef voor de school staan. Op verzoek van de conciërge heeft verdachte het schoolplein verlaten. Getuige [aangever 1] heeft verklaard dat verdachte een groot mes bij zich had. Het mes was volgens hem ‘echt groot’, zo’n 80 of 90 centimeter.
5.Bewijsmotiveringen
pogingtot zware mishandeling. Het litteken in het gezicht van aangever [aangever 1] is momenteel nog zichtbaar, maar het is op dit moment nog onduidelijk of sprake is van een blijvend litteken of van volledig herstel, nu het incident kort geleden heeft plaatsgevonden. Het dossier bevat verder geen actuele medische informatie over het herstel van aangever van een arts of medisch specialist. Het bij aangever geconstateerde letsel kan daarom niet aangemerkt worden als zwaar lichamelijk letsel.
6.Bewezenverklaring
7.Bewijs
8.Strafbaarheid van de feiten en verdachte
Noodweer (in zaak A)?
Jullie gaan zien’. Aangever [aangever 1] ging er bij staan en er ontstond een vechtpartij. Niet iedereen van de groep deed mee; hij ook niet. Hij zag dat verdachte iedereen probeerde te slaan. Verdachte sloeg van boven naar beneden met zijn rechterhand en hij maakte een vuist met zijn hand. Op een gegeven moment voelde [aangever 1] dat hij een stoot kreeg van verdachte. Dit was aan de linkerzijde van zijn hoofd. [aangever 1] greep naar zijn hoofd en hij zag daarna dat hij bloed had aan zijn handen. Op dat moment hield verdachte iets zwarts in zijn rechterhand vast.
‘Je kanker moeder. Wat kijk je, sukkel!’. Hierop is [getuige] naar verdachte toegelopen en heeft hem gevraagd wat er was. Zij stonden met hun gezichten tegen elkaar toen verdachte een mes trok uit zijn rechterbroekband. Toen [getuige] het mes zag, begon hij in te slaan op verdachte. Hij sloeg verdachte meerdere keren op zijn gezicht/hoofd en op zijn lichaam. Op dat moment kwam [aangever 1] naast hen staan en maakte verdachte met het mes in zijn hand zwaaiende bewegingen richting [aangever 1] . Kort daarna is verdachte weggerend.
9.9. Motivering van de straf en maatregel
first offender.
first offender. Het betreft in deze zaak de oriëntatiepunten voor meerdere strafbare feiten, te weten:
- zware mishandeling / zwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen: vanaf drie maanden jeugddetentie;
- mishandeling (meerdere klappen/schoppen/trappen): veertig uur taakstraf;
- bedreiging: vanaf twintig uur taakstraf.
- de rapporten van de Raad;
- de evaluatierapportage van JBRA van 16 mei 2023, waarin wordt geadviseerd om aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met diverse bijzondere voorwaarden.
JBRAtoegelicht dat verdachte nu al een paar maanden wordt begeleid door een team en dat hij zijn best doet om alle regels en afspraken na te leven. Hij weet nog niet precies wat hij in het leven wil bereiken, maar hij wil in ieder geval geen politiecontacten meer. Het is van belang dat verdachte de bijzondere voorwaarden, zoals geformuleerd in het rapport van JBRA van 16 mei 2023, de komende twee jaar volhoudt. Verdachte heeft veel behoefte aan regels, duidelijkheid en stabiliteit. Hij heeft moeite om de juiste keuzes te maken in stressvolle situaties, maar desondanks zoekt hij de begeleiders altijd op. Hij is corrigeerbaar en hij is bereid om zijn gedrag aan te passen waar nodig. Op dit moment gaat verdachte niet naar school; het is voor hem een zoektocht om de juiste opleiding te vinden. Tot slot is verdachte bereid om deel te nemen aan de noodzakelijke behandelingen en trainingen, onder andere gericht op het verminderen van blowen. Door de lange wachtlijsten heeft de hulpverlening echter geen zicht op wanneer deze therapieën kunnen starten.
first offenderis, aanleiding bestaat om bij de straftoemeting ten aanzien van de duur van de jeugddetentie in positieve zin af te wijken van wat door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank ziet aanleiding acht om aan verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest. De rechtbank houdt daarbij rekening met de bevindingen van de psycholoog en het advies om de bewezen verklaarde feiten verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
afwijzen. Verdachte is niet eerder veroordeeld. Er zijn geen signalen dat hij na 9 januari 2023 (na de bewezen verklaarde zware mishandeling in zaak A) in beeld is gekomen bij de politie of dat hij wordt verdacht van andere feiten. Ook heeft verdachte een stabiel netwerk om zich heen; hij wordt gesteund door zijn moeder en zijn zus, IFA-coach en JBRA bij het voortzetten van de positieve ontwikkelingen. Het recidiverisico wordt door de psycholoog (met de juiste hulp en begeleiding) matig ingeschat. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het gevaar dat er in zijn algemeenheid ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen onvoldoende aanwezig om de dadelijke uitvoerbaarheid te rechtvaardigen.
€ 1.000,00vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, welk bedrag bestaat uit immateriële schade. Tot slot is het uitgangspunt dat geen gijzeling wordt opgelegd aan verdachten die volgens het jeugdstrafrecht worden berecht en dat er gezocht wordt naar andere oplossingen. De rechtbank zal om deze reden de maximale duur van de gijzeling bepalen op 0 dagen.
10.Beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
80 (tachtig) dagen.
19 (negentien) dagen, van deze jeugddetentienietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene en bijzondere voorwaarden.
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- naar school en dagbesteding gaat volgens rooster;
- meewerkt aan het hebben van een positieve vrije tijdsbesteding in de vorm van werk en/of sport;
- meewerkt aan de Intensieve Forensische Aanpak (IFA);
- meewerkt aan behandeling gericht op het blowgedrag;
- meewerkt aan het traject van begeleid wonen bij [instelling 1] en zich houdt aan de regels die daar gelden of een soortgelijke woonvoorziening;
- meewerkt aan alle hulpverlening die door JBRA noodzakelijk wordt geacht;
[aangever 1]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van € 1.000,00 (zegge duizend euro) voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 9 januari 2023, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[aangever 1]ter hoogte van € 1.000,00 (zegge duizend euro). Voormeld bedrag bestaat uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 9 januari 2023, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
mr. A.K. Mireku, voorzitter tevens kinderrechter,