Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.1. De procedure
2.De mondelinge uitspraak
1.079,00
Rechtbank Amsterdam
Op 31 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de vordering van [eiser] tot verwijdering van zijn BKR-registraties. [Eiser] had een persoonlijke lening bij ING Bank N.V. en had in het verleden betalingsachterstanden op zijn betaalrekening en lening, wat leidde tot registratie in het CKI van het BKR. Ondanks dat [eiser] zijn schuld aan ING in januari 2023 had voldaan, weigerde ING de BKR-registraties te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat [eiser] een spoedeisend belang had bij zijn vordering, maar dat de belangen van ING bij handhaving van de registraties zwaarder wogen. De rechter wees de vordering van [eiser] af, onder verwijzing naar de wettelijke verplichtingen van kredietaanbieders en de belangenafweging tussen de partijen. [Eiser] werd veroordeeld in de proceskosten van ING, die op € 1.755,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij verzoeken tot verwijdering van kredietregistraties.