Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Czestochowa(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Regional Court Czestochowa (Polen) op 25 januari 2017 gewezen vonnis, met kenmerk II K 74/16.
Court of Appeal in Katowicevan 8 december 2007 (ref. Aka 451/17) waarbij definitief de straf is opgelegd en
the merits of the casezijn behandeld en er doen zich geen van de omstandigheden als bedoeld in artikel 12, sub a tot en met d, OLW voor. Ook doet zich geen reden voor om desondanks de overlevering niet te weigeren, nu de opgeëiste persoon wel degelijk is zijn verdedigingsrechten is geschaad.
Court of Appeal in Katowicevan 8 december 2017 (ref. Aka 451/17), aan art. 12 OLW. Uit de aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten volgt dat de opgeëiste persoon niet aanwezig was bij deze procedure. De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 12, sub b, OLW en dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW daarom niet van toepassing is. Uit het EAB zelf onder d. alsmede uit de aanvullende informatie van de uitvaardigende autoriteit van 11 oktober 2019 en 17 januari 2023 volgt dat de opgeëiste persoon in eerste aanleg is vertegenwoordigd door een gemachtigd advocaat. Deze advocaat heeft hoger beroep ingesteld en een plaatsvervanger van deze gemachtigd advocaat heeft daadwerkelijk de verdediging van de opgeëiste persoon gevoerd op de zitting waarop het hoger beroep is behandeld op 8 december 2017. Een door de opgeëiste persoon verleende machtiging aan zijn advocaat om hem ter zitting te vertegenwoordigen strekt zich in beginsel ook uit over eventuele plaatsvervangers of waarnemers van die advocaat. [6] Het feit dat deze advocaat op 17 augustus 2016 heeft aangegeven dat zij zich niet meer gemachtigd voelde om als gemachtigd advocaat de opgeëiste persoon te verdedigen, omdat zij geen contact meer had met de opgeëiste persoon, en daarna als ex officio advocaat is aangewezen doet hier niet aan af. Uit de aanvullende informatie blijkt immers dat de opgeëiste persoon niet zelf de machtiging heeft ingetrokken, waardoor kan worden geconcludeerd dat de opgeëiste persoon in hoger beroep is bijgestaan door een gemachtigd advocaat.
retrialheeft geleid tot het in het EAB genoemde vonnis in eerste aanleg, per brief aangegeven dat hij niet wilde deelnemen aan de zittingen en er geen bezwaar tegen had dat de zaken in zijn afwezigheid werden behandeld. Hiermee heeft hij afstand gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. De opgeëiste persoon is daarom in casu niet in zijn verdedigingsrechten geschaad, zodat er moet worden afgezien van weigering van de overlevering.
Court of Appealin Katowice van 26 maart 2014 (ref. Aka 451/17) getoetst moet worden aan artikel 12 OLW.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Warsaw, VIII Penal Division(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.