Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Landgericht Köln, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
LandgerichtKeulen (Duitsland) op 10 november 2022 (zaaknummer: 101 KLs 19/21).
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW: verjaring
the filing of the indictment’op 11 september 2017 en ‘
the opening of the main proceedings’ op 13 november 2018. De officier van justitie verwijst in dit kader naar een uitspraak van de Hoge Raad uit 2012. [6] De officier van justitie stelt zich daarom op het standpunt dat de weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW niet aan de orde is en heeft de rechtbank verzocht de overlevering toe te staan.
the filing of the indictment’op 11 september 2017 en ‘
the opening of the main proceedings’ op 13 november 2018. De weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW is dus niet van toepassing. Het verweer van de raadsman wordt verworpen. Voor zover het verweer het facultatieve karakter van de weigeringsgrond betreft, behoeft het geen bespreking.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen;
- het bewijs bevindt zich in Duitsland;
- de verdovende middelen waren bestemd voor de Duitse markt;
- de medeverdachten van de opgeëiste persoon worden in Duitsland vervolgd;
- de Nederlandse autoriteiten zijn niet voornemens om de opgeëiste persoon voor deze feiten te vervolgen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond er vooral toe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Landgericht Köln(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.