Op 24 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woningoverval met geweld. De overval vond plaats op 28 september 2022, waarbij de verdachte en een medeverdachte de woning van twee aangevers binnendrongen, gewapend met messen. De aangevers, een broer en zus, waren thuis en werden bedreigd. De moeder van de aangevers, die op de hoogte was gebracht van de overval, heeft de mannen uit de woning weten te jagen. De politie werd ingeschakeld en kon de verdachten aanhouden, waarbij ook de buit, bestaande uit tassen met sieraden, werd teruggevonden. Tijdens de rechtszitting op 10 januari 2023 heeft de officier van justitie de bewezenverklaring van de diefstal met geweld geëist, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte, stellende dat de verdachte dacht dat de woning verlaten was.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van de woningoverval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte bewust samenwerkten en dat de bedreiging met geweld voldoende was om de diefstal te faciliteren. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding vroegen, beoordeeld. De rechtbank heeft enkele vorderingen niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing, maar heeft de vordering van een benadeelde partij tot immateriële schadevergoeding toegewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die door de overval in angst en onveiligheid zijn achtergelaten.