Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Safe Havenen Hoge Raad 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3399,
ABN AMRO/ [partij]). De door de bank genoemde omstandigheden maken niet dat de bank die zorgplicht tegenover Kempenplus niet had. Dat zou anders kunnen zijn als Kempenplus bijvoorbeeld wist van de fraude en daar niks mee had gedaan, maar daarvan is geen sprake. De door de bank genoemde omstandigheden kunnen worden meegewogen bij de mate van eigen schuld aan de zijde van Kempenplus.
tot2014 alleen werd gevoed door contante geldstortingen waarvan tientallen keren circa € 1.000,- in muntgeld, maar
vanaf2014 uitsluitend nog werd gevoed door girale overschrijvingen die zonder uitzondering afkomstig waren van de BNG-rekening van Kempenplus met ‘Factuurnummer’ in de omschrijving; en
De integriteit van financiële instellingen is één van de pijlers van vertrouwen en een randvoorwaarde voor het goed functioneren van instellingen. Integriteit is ook als expliciete norm opgenomen in de financiële toezichtsregelgeving, de artikelen 3:10 en 3:17 Wft, 143 Pw en art. 14 Wtt bevatten wettelijke vereisten voor het bewaken van een integere bedrijfsvoering. Het gaat er hierbij om dat instellingen voorkomen dat zij betrokken raken bij handelingen die tegen de wet ingaan en/of handelingen die, kort gezegd, maatschappelijk onbetamelijk zijn en dat zij een integere uitoefening van het bedrijf waarborgen.
5.De beslissing
woensdag 24 mei 2023voor het nemen van een akte door de bank zoals vermeld onder 4.18, waarna Kempenplus op de rol van
vier wekendaarna een antwoordakte kan nemen,