In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 mei 2023, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld van een verzoekster uit Amsterdam. Het verzoek richt zich tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, waarbij aan verzoekster een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom is opgelegd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de winkel van verzoekster, die wordt gebruikt als headshop, souvenirwinkel en minisupermarkt, in strijd handelt met het geldende bestemmingsplan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek gedeeltelijk toe, waardoor de winkel open kan blijven tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit van 20 februari 2023, met uitzondering van de onderdelen over de headshopartikelen en de last onder dwangsom. Verzoekster moet de headshopartikelen uit de winkel verwijderen en het uithangbord verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de sluiting van de winkel niet kan worden uitgevoerd zolang het verzoek om voorlopige voorziening loopt. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.