ECLI:NL:RVS:2010:BN0451
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- H. Troostwijk
- P.B.M.J. van der Beek-Gillissen
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor reclame-uiting aan gevel in Rotterdam
Op 21 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [belanghebbende] meegedeeld dat haar aanvraag om een lichte bouwvergunning voor het aanbrengen van een reclame-uiting aan de gevel van het perceel [locatie] niet in behandeling wordt genomen, omdat geen vergunning vereist is. Op 7 juli 2008 verklaarde het college het bezwaar van [appellant] ongegrond. De rechtbank Rotterdam verklaarde op 8 oktober 2009 het beroep van [appellant] ongegrond. Hiertegen heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 11 mei 2010 ter zitting werd behandeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat ingevolge artikel 1 van de Woningwet onder bouwen wordt verstaan: het plaatsen, oprichten, vernieuwen of veranderen van een bouwwerk. Artikel 40 van dezelfde wet verbiedt bouwen zonder een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning, tenzij voor dat bouwen geen vergunning vereist is. [appellant] betoogde dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het college heeft gevolgd dat voor de reclame-uiting geen bouwvergunning nodig was, omdat het ging om verlichte letters.
De reclame-uiting bestond uit een metalen frame met neonverlichting en was aangebracht op de gevel. De Afdeling oordeelde dat het aanbrengen van de reclame-uiting, gezien de aard en omvang, niet als bouwen in de zin van de Woningwet kan worden aangemerkt. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd, met verbetering van de gronden. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.