Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Duisburg. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat is uitgevaardigd op 11 februari 2023. De opgeëiste persoon, geboren in 2001 en met de Nederlandse nationaliteit, is momenteel gedetineerd in Nederland. Tijdens de zitting op 20 april 2023 heeft de rechtbank de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de relevante feiten en omstandigheden van de zaak besproken.
De rechtbank heeft de grondslag en inhoud van het EAB beoordeeld, waarbij het feit dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van georganiseerde of gewapende diefstal aan de orde kwam. Dit feit valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW), wat betekent dat er geen onderzoek naar dubbele strafbaarheid nodig is. De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de Staatsanwaltschaft Duisburg is gegeven, waarin is bevestigd dat de opgeëiste persoon na veroordeling in Duitsland zijn straf in Nederland kan ondergaan.
De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman van de opgeëiste persoon, die verzocht om weigering van de overlevering op basis van artikel 13 OLW, overwogen. De rechtbank concludeert dat de overlevering niet onevenredig is en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, waarbij de uitspraak openbaar is gedaan en geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing.