ECLI:NL:RBAMS:2023:2809

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
3 mei 2023
Zaaknummer
10074057 CV EXPL 22-11179
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van aanbetaling en buitengerechtelijke kosten door aannemer na tekortkomingen in verbouwingswerkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een aannemer en een woningeigenaar. De woningeigenaar, aangeduid als [eiser 1], had de aannemer, [gedaagde], opdracht gegeven voor verbouwingswerkzaamheden aan zijn woning. Na onvrede over de uitgevoerde werkzaamheden, die niet aan de verwachtingen voldeden, heeft [eiser 1] een bedrag van € 36.000 aanbetaald, waarvan hij nu een deel terugvordert. De kantonrechter oordeelde dat de aannemer € 14.069,67 aan [eiser 1] moet terugbetalen, evenals € 928,99 aan buitengerechtelijke incassokosten. De rechter concludeerde dat de aannemer tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst, en dat de overeengekomen werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aannemer niet heeft voldaan aan de verwachtingen die de opdrachtgever op basis van de overeenkomst mocht hebben. De vordering van [eiser 1] om de overeenkomst te ontbinden werd afgewezen, omdat de herstelkosten relatief gering waren. De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van [eiser 1] toegewezen, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10074057 CV EXPL 22-11179
vonnis van: 4 mei 2023

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e
1.
[eiser 1]
nader te noemen: [eiser 1]
2.
[eiser 2]
nader te noemen: [eiser 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
gezamenlijk nader te noemen: [eiser 1] (enkelvoud)
gemachtigde: mr. E. Zondervan (ARAG Rechtsbijstand)
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: A.J. Vleugel (MKB Juridische Dienstverlening)

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In het procesdossier bevinden zich de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 23 augustus 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling mondelinge behandeling.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [eiser 1] een aanvullende productie ingezonden.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 maart 2023. [eiser 1] en [eiser 2] zijn verschenen, vergezeld door hun gemachtigde. [gedaagde] is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De gemachtigde van [gedaagde] heeft het woord gevoerd aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen. Ten slotte is vonnis gevraagd en is het vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Partijen hebben omstreeks september 2020 mondeling een overeenkomst gesloten, waarbij [eiser 1] aan [gedaagde] opdracht heeft gegeven tot het uitvoeren van verbouwingswerkzaamheden aan zijn koopwoning, waaronder het bouwen van een uitbouw aan de woning. [gedaagde] heeft een schriftelijke offerte of kostenraming gemaakt waarin als totaalprijs van het project € 67.463,56 is vermeld. In een later exemplaar is dit opgelopen tot € 72.906,14. In de periode van 14 september 2020 tot en met 24 december 2020 heeft [gedaagde] verbouwingswerkzaamheden in en aan de woning van [eiser 1] uitgevoerd.
1.2.
Op 22 september 2020 heeft [gedaagde] [eiser 1] factuur 2020-027 ten bedrage van € 30.250,00 gestuurd. Deze factuur is door [eiser 1] voldaan. In totaal heeft [eiser 1] € 43.750,00 aan [gedaagde] betaald.
1.3.
Op 23 en 30 januari 2021 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden.
1.4.
Op 31 januari 2021 heeft [eiser 1] via Whatsapp de kozijnen geannuleerd.
1.5.
Bij e-mail van 1 februari 2021 heeft [gedaagde] aan [eiser 1] geschreven:
“Gezien de hele gang van zaken betreur ik dat jullie de keuze hebben gemaakt om de geplande bouwwerkzaamheden die bij mij in opdracht gegund waren te annuleren. (…)
De volgende posten zijn allemaal exclusief BTW dus rekent op deze manier duidelijker:
Er is geleverd: 1 nog te installeren keuken €11.202,48
Diverse gerealiseerde werkzaamheden,
Schilderwerk conform opgave € 4.650,00
Extra schilderwerk plinten trap conform opgave € 712,85
Plaatsen raam, etc. € 900,23
Terugzetten plinten € 450,00
Extra voedingen aansluiten tbv keuken incl materiaal € 2.090,00
Uitbreiding meterkast tbv keuken € 485,00
Verlichting vervangen LED ipv Halogeen € 975,00
Levering laminaatvloer € 1.239,66
Dakdekker € 100,00
Totaal € 22.805,22
Staartkosten
Marge [gedaagde] 12,5% zie opgave € 2.850,65
Dekking W/R 4% € 912,20
TOTAAL € 26.568,07 excl BTW
Aantal gewerkte uren 131 x € 65,00 € 8.515,00 excl BTW zie lijstje hierboven
Totaal gewerkte en gerealiseerde werken € 35.083,07
Reeds betaald excl BTW € 36.202,45
Het verschil is € 1.114,38 ex BTW, hetgeen teveel is betaald. Inclusief BTW is dit € 1.348,40. (…)
Ik zal het verschil per ommegaande overmaken zodat wij deze situatie kunnen afsluiten en allemaal verder kunnen.(…)”.
1.6.
Bij brief van 23 maart 2021 heeft de gemachtigde van [eiser 1] [gedaagde] in gebreke gesteld en hem een termijn van twee weken gegeven om de in deze brief gestelde gebreken te herstellen.
1.7.
Bij brief van 9 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiser 1] de overeenkomst ontbonden.
1.8.
Op 21 juli 2021 heeft een schade-expert van Top Expertise de woning geschouwd. Op 4 oktober 2021 is het rapport van de schouw aan [eiser 1] gezonden (hierna: het rapport).
1.9.
Bij brief van 7 december 2021 heeft de (voormalig) gemachtigde van [eiser 1] het volgende geschreven:
“ (…) De werkzaamheden zijn slecht uitgevoerd en niet afgemaakt. (…) Inmiddels hebben wij het expertiserapport ontvangen. Bijgaand zend ik u een kopie.

Gebreken

De aanzienlijke lijst met gebreken zend ik u per bijlage mee. In dit Exceloverzicht staat een duidelijke beschrijving van de gebreken en de kosten van herstel door derden. Daarnaast heeft u de uitbouw niet gerealiseerd en geeft u aan dat u de uitbouw niet kunt/gaat realiseren. Cliënten hebben reeds een deel aan u betaald. U bent in verzuim ten aanzien van de gebreken die in de vorige brief staan weergegeven en waarvoor u geen (tijdig) herstel heeft aangeboden.

Gebreken Expertiserapport:

Huiskamer:
1. Het schilderwerk is niet goed uitgevoerd en de plinten zijn niet allemaal geschilderd.
Keuken:
2. Het werk aan de plinten is niet af
3. De wijnkast is niet goed gemonteerd.
4. In het kookeiland zit een scheur.
5. Er zou één plank laminaat in de keuken vervangen worden, dat is niet gebeurd.
6. De dempers van de kastjes in de keuken zijn niet geleverd/gemonteerd.
7. De verkeerd geboorde gaten onder keuken zijn nooit gedicht.
8. De afzuigkap is zonder terugslagklep gemonteerd, “want die kleppert” volgens wederpartij.
Slaapkamer 3:
9. De spotjes zijn slecht gemonteerd en oude bevestigingsmiddelen niet verwijderd voor het sauzen (spuiten).
Diverse ruimten:
10. Het kitwerk is slecht.
11. Gaten in muur achter stopcontacten en schakelaars zichtbaar, stopcontacten en schakelaars los en/of scheef gemonteerd, afwerking rondom stopcontacten en schakelaars slecht.
12. E en W /HWA: Deze werkzaamheden zijn voor de helft uitgevoerd.
Slaapkamer 1:
13. In de slaapkamer die zich linksboven in het huis bevindt werden oude bevestigingsmaterialen niet verwijderd voor het sausen (spuiten). Daarnaast hangen de spotjes los en zijn de scharnieren niet geschilderd.
Slaapkamer 2:
14. De slaapkamer die zich rechtsboven bevindt bevat verrotte kozijnen.
Badkamer:
15. Het raam op de badkamer op de bovenverdieping in de verkeerder kleur geleverd. (…)
Per e-mail van 1 februari 2021 geeft u de berekening weer van de door gerealiseerde werkzaamheden (los van de gebreken die hersteld moeten worden). (…) In Uw bericht staan een aantal bedragen onjuist opgenomen, dit komt niet overeen met uw offerte. Verder staat een fee opgenomen. U rekent ten onrecht met een uurtarief en een fee. Berekening conform offerte:
-
Het bedrag ad€ 8.515,- excl. btwwordt ten onrechte door u opgevoerd
-
U rekent in uw offerte voor het terugzetten van de plinten een bedrag ad € 225,-. U rekent€ 225,- excl btwteveel;
-
Voor het vervangen van de LED rekent u in uw offerte een bedrag ad € 561,84. U rekent€ 413,16 excl. btwteveel;
TOTAAL door u teveel berekend gezien offerte = € 9.153,16 excl. btw
(…) Met deze herberekening komt uw marge ook anders uit. (…)
Dit maakt een totaal van € 15.162,30 excl. btw wat neerkomt op een bedrag ad € 18.346,40 incl. btw waarmee cliënten een bedrag € 25.403,60 teveel hebben betaald. (…)
De uitbouw wordt niet door u gerealiseerd, zo geeft u zelf aan. Voor dit gedeelte wordt de overeenkomst ontbonden. (…)”.
[gedaagde] is -onder meer- gesommeerd binnen drie weken na dagtekening tot herstel van de gestelde gebreken over te gaan.
1.10.
Op 28 december 2021 heeft [gedaagde] de woning bezocht.
1.11.
Bij e-mail van 7 februari 2022 heeft de gemachtigde van [gedaagde] gereageerd op het rapport.
1.12.
Bij e-mail van 8 februari 2022 heeft de gemachtigde van [gedaagde] aan de gemachtigde van [eiser 1] een urenspecificatie gezonden.
1.13.
[gedaagde] heeft het hierboven onder 1.5. genoemde bedrag van € 1.348,40 niet aan [eiser 1] voldaan.

Vordering

2. [eiser 1] vordert primair dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis voor recht wordt verklaard dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, en dat de waarde van het werk van [gedaagde] wordt begroot op € 28.350,59 en [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling aan [eiser 1] van:
€ 15.399,41 aan hoofdsom;
€ 1.512,50 aan expertisekosten;
€ 928,99 aan buitengerechtelijke incassokosten;
e wettelijke rente over het onder a tot en met c gevorderde vanaf 23 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de proces- en nakosten.
3. Subsidiair vordert [eiser 1] ontbinding van de overeenkomst, de waarde van het werk te begroten op € 28.350,59 en [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 15.399,41 aan hoofdsom, vermeerderd met de expertisekosten, de buitengerechtelijke kosten, de wettelijke rente en de proces- en nakosten.
4. Meer subsidiair vordert [eiser 1] [gedaagde] te veroordelen tot (vervangende) schadevergoeding van € 15.399,41, vermeerderd met de expertisekosten, de buitengerechtelijke kosten, de wettelijke rente en de proces- en nakosten.
5. [eiser 1] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. De opdracht is uitgevoerd aan de hand van een door [gedaagde] opgestelde offerte ten bedrage van € 72.906,14 inclusief btw. De uitbouw is niet gerealiseerd.
6. In de ingebrekestelling is geklaagd over de gebreken. Omdat [gedaagde] niet heeft voldaan aan de sommatie heeft de gemachtigde van [eiser 1] de overeenkomst op 9 juni 2021 wegens een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst ontbonden. Daarop heeft [eiser 1] een deskundige ingeschakeld die de werkzaamheden die door [gedaagde] zijn uitgevoerd heeft gewaardeerd op € 28.350,59 inclusief btw. Dit bedrag is berekend door de herstelkosten en de kosten voor het nog uitvoeren van de niet uitgevoerde werkzaamheden door een derde ad € 44.555,55 inclusief btw af te trekken van het geoffreerde bedrag van € 72.906,14 inclusief btw. [eiser 1] vordert het te veel betaalde bedrag van [gedaagde] terug.

Verweer

7. [gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan dat sprake is van een opdrachtovereenkomst op regiebasis met een richtprijs. Het stuk dat hij heeft opgesteld is niet ondertekend door [eiser 1] en is een kostenraming. Hij is niet tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. [eiser 1] heeft daarnaast opdracht gegeven voor allerlei extra werkzaamheden.
8. [eiser 1] heeft de overeenkomst op 30 januari 2021 per direct opgezegd en verzocht om een overzicht van de gewerkte uren en kosten. Op 31 januari 2021 heeft [eiser 1] de kozijnen geannuleerd. Op 1 februari 2021 heeft [gedaagde] per e-mail een overzicht van zijn gewerkte uren (131 à € 65,00), materiaalkosten en marges aan [eiser 1] gestuurd. [gedaagde] voert aan dat niet binnen een redelijke termijn op zijn eindafrekening is gereageerd nu eerst op 23 maart 2021 de ingebrekestelling volgde. Hij betwist de door [eiser 1] gestelde gebreken. Top Expertise is niet onafhankelijk en hij is niet toegelaten bij het onderzoek. Niet staat vast dat de gestelde gebreken er al waren ten tijde van de oplevering. Eerst op 2 december 2021 is het rapport aan [gedaagde] gezonden.

Beoordeling

de gang van zaken
9. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] aangegeven dat hij het als productie 2 bij de dagvaarding overgelegde stuk, dat door [eiser 1] wordt beschouwd als offerte, heeft opgesteld op het moment dat de woning nog niet op naam van [eiser 1] stond. Partijen gingen vriendschappelijk met elkaar om. Tijdens de werkzaamheden heeft er overleg tussen partijen plaatsgehad, mondeling en via WhatsApp. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij het stuk dan ook heeft opgesteld aan de hand van aannames. Daarom is het volgens hem een kostenraming, dat als basis zou dienen voor de werkzaamheden. Tijdens de werkzaamheden is het stuk ook nog aangepast. Deze gang van zaken is niet door [eiser 1] betwist.
aannemingsovereenkomst met vaste aanneemsom of richtprijs of regieovereenkomst?
10. Partijen hebben een overeenkomst tot aanneming van werk in de zin van art. 7:750 BW gesloten, waarbij [gedaagde] zich heeft verplicht tot het verrichten van diverse werkzaamheden aan de woning van [eiser 1] , alsmede tot het leveren van materialen.
11. De eerste vraag die beantwoord moet worden, is of sprake is van een aannemingsovereenkomst met een vaste aanneemsom dan wel een aannemingsovereenkomst met een richtprijs. Kenmerkend voor een aannemingsovereenkomst met een vaste aanneemsom is dat de door de aannemer te verrichten werkzaamheden vastliggen en ook de door de opdrachtgever te betalen prijs, behoudens meer- en minderwerk.
12. Nu niet betwist is dat [gedaagde] het stuk heeft opgesteld op het moment dat de woning nog niet het eigendom was van [eiser 1] , dat er inkoopprijzen worden genoemd in het stuk en een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van prijswijzigingen, dat er geen arbeidskosten in zijn vermeld, dat het niet gedetailleerd is, zodat het ook niet goed mogelijk is om te bepalen welke werkzaamheden tot de opgedragen werkzaamheden behoren en welke tot het meer- of minderwerk moeten worden gerekend en omdat niet betwist is dat het stuk gaandeweg is aangepast, wordt ervan uitgegaan dat partijen geen vaste aanneemsom zijn overeengekomen, maar enkel een richtprijs. Artikel 7:752 BW bepaalt dat de opdrachtgever ( [eiser 1] ) dan een redelijke prijs verschuldigd is voor het verrichte werk, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met de door de aannemer ter zake van de vermoedelijke prijs gewekte verwachtingen.
beëindiging overeenkomst
13. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat [eiser 1] de overeenkomst tijdens het gesprek tussen partijen op 31 januari 2021 met onmiddellijke ingang heeft beëindigd, te weten voor het gedeelte van de werkzaamheden dat nog niet was uitgevoerd. [eiser 1] heeft immers de kozijnen op 31 januari 2021 geannuleerd en [gedaagde] heeft in zijn e-mail van 1 februari 2021, de dag na de bespreking tussen partijen, de beëindiging van de overeenkomst bevestigd en [eiser 1] een financieel eindoverzicht gezonden voor de werkzaamheden die door hem waren verricht. Daarop is niet (schriftelijk) gereageerd en in de ingebrekestelling van 23 maart 2021 is alleen een sommatie tot herstel van de in die brief gestelde gebreken opgenomen. De gemachtigde van [eiser 1] sommeert in die brief niet om de overige overeengekomen en nog niet uitgevoerde werkzaamheden, zoals die voor de uitbouw, alsnog uit te voeren.
een redelijke prijs voor de werkzaamheden
14. [eiser 1] moet dus een redelijke prijs betalen voor het verrichte werk dat naar behoren is uitgevoerd. Volgens [gedaagde] is dat een bedrag van € 35.083,07 exclusief btw, waarin ook het meerwerk is opgenomen, zodat hij een bedrag van € 1.348,40 inclusief btw aan [eiser 1] zou moeten (terug)betalen. Het meerwerk bestond volgens [gedaagde] uit: het aanbrengen van LED-verlichting, extra schilderwerk op de trap, het ophangen van de televisie, het aansluiten en installeren van de wifi op TV, het plaatsen van een raam, het aanpassen van de meterkast, het monteren van een badkamerkast en keukenkast, het afkitten van diverse kledingkasten in kamers, het plaatsen van een trapstrip en het leggen van de laminaatvloer. Deze werkzaamheden zijn door [eiser 1] onvoldoende betwist.
15. [eiser 1] is het met de eindafrekening van [gedaagde] niet eens. Het uurtarief en de fee die [gedaagde] berekent zijn volgens hem niet overeengekomen. Voor het terugzetten van de plinten zou een bedrag van € 225,00 exclusief btw te veel zijn gerekend en voor het vervangen van de LED € 413,16 exclusief btw te veel.
16. Het bezwaar van [eiser 1] tegen het uurtarief is gegrond. In de kostenraming is, naast de daarin genoemde fee van 12,5%, geen post arbeid of een afzonderlijk uurtarief genoemd. Daarom heeft [gedaagde] de verwachting gewekt dat dit niet zou worden berekend. Verder heeft [gedaagde] de betwiste bedragen van € 225,00 en € 413,16 onvoldoende onderbouwd. De berekening van [gedaagde] (zie hiervoor onder 1.5.) voor het overige volgend luidt de conclusie dat [eiser 1] voor het verrichte werk € 22.167,06 aan [gedaagde] moet betalen, te vermeerderen met de fee van 12,5% en de dekking W/R van 4%. Dit is totaal € 25.824,62 exclusief btw.
tekortkoming?
17. Vervolgens is in geschil of [gedaagde] de overeenkomst gebrekkig heeft uitgevoerd en zo ja, welk bedrag daarmee is gemoeid. Daarbij is ook van belang wat partijen op grond van de overeenkomst van elkaar konden verwachten. Zo mag de opdrachtgever van een goede aannemer die schilderwerkzaamheden uitvoert verwachten dat hij eerst de oude (bevestigings-)materialen verwijdert. Als, zoals [gedaagde] aanvoert, is afgesproken dat de opdrachtgever voor verwijdering zou zorgdragen, had het voor de hand gelegen dat [gedaagde] dit schriftelijk had bevestigd. Daarvan is niet gebleken. Ook getuigt het niet van goed vakmanschap als gemonteerde zaken na korte tijd los komen te hangen of scheef gaan staan en als eerst na het schilder/spuitwerk oude stopcontacten en schakelaars worden verwijderd en nieuwe worden gemonteerd, waardoor er een gebrekkige afwerking rondom deze zaken ontstaat.
18. [eiser 1] heeft de tekortkomingen onderbouwd met het rapport van Top Expert. [gedaagde] heeft daartegen aangevoerd dat Top Expert niet onafhankelijk zou zijn en dat hij niet is binnengelaten bij de schouw. Dat Top Expert onvoldoende onafhankelijk is, is echter onvoldoende gebleken. [gedaagde] is voor de expertise uitgenodigd en blijkens het rapport heeft de expert [gedaagde] en een derde niet toegelaten tot de woning omdat [gedaagde] de aanwezigheid van de derde niet had aangekondigd, er coronamaatregelen golden en de sfeer door toedoen van [gedaagde] en de derde grimmig zou zijn geweest. [gedaagde] had ervoor kunnen kiezen alleen, dus zonder de derde, de schouw bij te wonen, dan wel een contra-expertiserapport in de procedure in te brengen. Dat heeft hij niet gedaan.
19. Daarom zal aan de hand van de door de expert in het rapport beschreven gebreken worden beoordeeld of voldoende is komen vast te staan dat dit gebreken zijn en deze zijn veroorzaakt door [gedaagde] . Voor zover werkzaamheden niet zijn uitgevoerd zullen deze niet worden besproken.
20. De volgende in het rapport gestelde gebreken zijn onvoldoende gemotiveerd betwist door [gedaagde] :
- in slaapkamer 1 zijn oude bevestigingsmaterialen niet verwijderd voor het sausen (spuiten). Daarnaast hangen de spotjes los en zijn de scharnieren niet geschilderd (€ 100);
- in slaapkamer 3 zijn de spotjes slecht gemonteerd en oude bevestigingsmiddelen niet verwijderd voor het sauzen (spuiten) (€ 100,00);
- het raam in de badkamer op de bovenverdieping is in de verkeerde kleur geleverd (€ 220);
- het schilderwerk in de woonkamer is niet goed uitgevoerd (€ 20);
- de wijnkast in de keuken is niet goed gemonteerd (€ 50);
- het kitwerk is slecht (€ 635);
- gaten in de muur achter stopcontacten en schakelaars zijn zichtbaar, stopcontacten en schakelaars los en/of scheef gemonteerd, afwerking rondom stopcontacten en schakelaars slecht (€ 125).
21. Dat [gedaagde] de (overige) plinten zou terugplaatsen en schilderen is onvoldoende komen vast te staan. [eiser 1] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat hij zelf het laminaat in de keuken heeft gelegd. Niet gebleken is dat vervolgens met [gedaagde] is afgesproken dat hij een plank zou vervangen. Dat er is overeengekomen dat er in de afzuigkap een terugslagklep zou worden gemonteerd is eveneens niet komen vast te staan. Dat de scheur en de verkeerd geboorde gaten onder het keukenblok aan [gedaagde] zijn toe te rekenen is ook onvoldoende komen vast te staan.
22. Gelet op de door de expert genoemde herstelbedragen betekent dit dat vanwege de gebreken in totaal een bedrag van € 1.250,00 in mindering zal worden gebracht op de hierboven berekende waarde van de werkzaamheden. In hoofdsom is [eiser 1] dan ook een bedrag van (€ 25.824,62 - € 1.250,00 =) € 24.574,62 exclusief btw verschuldigd. [eiser 1] heeft al € 36.202,45 exclusief btw betaald (zie hiervoor onder 1.5.) zodat er € 11.627,83 exclusief btw, dus € 14.069,67 inclusief btw te veel is betaald. [gedaagde] zal worden veroordeeld tot terugbetaling van dit bedrag aan [eiser 1] .
kosten expertise
23. Uit het voorgaande volgt dat de herstelkosten die [gedaagde] aan [eiser 1] verschuldigd is veel lager zijn dan in de expertise begroot: € 1.250,00 terwijl in het expertiserapport een bedrag van € 36.852,76 (excl. btw) staat. De expertisekosten zijn bij deze uitkomst niet aan te merken als redelijke kosten ter vaststelling van schade zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 aanhef en onder b BW, zodat [gedaagde] deze kosten niet hoeft te vergoeden.
verklaring voor recht en ontbinding
24. Gelet op het vorenstaande heeft [eiser 1] geen belang meer bij de gevorderde verklaring voor recht. Daarnaast is ontbinding, gelet op de relatief geringe herstelkosten van de gebreken, niet gerechtvaardigd. Daarom zal alleen het meer subsidiair gevorderde worden toegewezen tot het bedrag van € 14.069,67.
w
ettelijke rente
25. De wettelijke rente over dit bedrag is toewijsbaar vanaf de gevorderde datum van 23 december 2021.
buitengerechtelijke kosten
26. Volgens [gedaagde] zijn de buitengerechtelijke kosten niet verschuldigd omdat de gemachtigde van [eiser 1] “een brevet van onvermogen heeft afgegeven” en de kosten niet zijn aangezegd. Dit verweer slaagt niet. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar, nu [eiser 1] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. Die werkzaamheden zijn in redelijkheid verricht en de hoogte van de gevorderde vergoeding gaat de staffel van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet te boven.
27. De over de buitengerechtelijke kosten gevorderde wettelijke rente wordt afgewezen nu niet gesteld of gebleken is dat [eiser 1] deze kosten al daadwerkelijk aan zijn gemachtigde heeft betaald of met de betaling daarvan in verzuim verkeert en als zodanig vermogensschade heeft geleden.
proceskosten
28. De betalingsvorderingen van [eiser 1] worden grotendeels toegewezen. Daarom wordt [gedaagde] aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Hij zal de proceskosten moeten dragen, die aan de zijde van [eiser 1] tot heden worden begroot op € 132,51 aan explootkosten, € 693,00 aan griffierecht en € 792,00 aan salaris van de gemachtigde, totaal € 1.617,51.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser 1] van € 14.069,67, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 23 december 2021 tot aan de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser 1] van € 928,99 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser 1] begroot op € 1.617,51,voor zover van toepassing inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.