Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 november 2022;
- de conclusie van antwoord van 11 januari 2023;
- het tussenvonnis van 8 februari 2023;
- de op 16 februari 2023 binnengekomen akte overlegging producties met
- de op 22 februari 2023 binnengekomen vijf producties van [gedaagden] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 maart 2023;
- de spreekaantekeningen van mr. Tuithof;
2.De feiten
De koop geschiedt onder de ontbindende voorwaarde(n), dat:
Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen zal Koper te zijner keuze:
2. Indien één van de partijen, na bij deurwaardersexploot in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen, na de dag waarop het deurwaardersexploot is uitgebracht, tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen
3.Het geschil
€ 49.529,51 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. Dit bedrag bestaat voor € 47.300,- uit de hoofdsom, € 719,43 uit wettelijke rente (vanaf 7 september 2022 tot de datum van de dagvaarding) en
€ 1.510,08 uit buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] vordert daarnaast hoofdelijk veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten en nakosten waarbij de nakosten moeten worden vermeerderd met de wettelijke rente. [eiser] vordert dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.
4.De beoordeling
7 september 2022als uiterlijke datum genoemd. De afwijzing van ING is volgens [eiser] ook nooit naar zijn makelaar of hem gestuurd en hij heeft hierover ook nooit een bericht ontvangen van de notaris. Sterker nog, de notaris heeft in meerdere e-mails aangegeven geen reactie of documenten van [gedaagden] te hebben ontvangen. [gedaagden] hebben op 22 september 2022 juist nog per e-mail aangegeven dat het akkoord van de bank de volgende dag binnen zou zijn. Er is tot de laatste dag gelogen over het akkoord van de bank, terwijl de hypotheekaanvraag kennelijk op 22 september 2022 door ING was afgewezen. [2]
€ 74.000,- minder heeft verkocht. Ook heeft hij onderbouwd dat hij sinds september 2022 is verhuisd naar Almelo, zijn hypotheek heeft moeten verhogen, een persoonlijke lening heeft moeten afsluiten, geld van familieleden heeft moeten lenen en daarnaast veel extra kosten heeft gemaakt bestaande uit kosten voor zijn energie, opstalverzekering en erfpacht en makelaar. [4] [gedaagden] hebben dit onvoldoende gemotiveerd betwist. Hierdoor is geen sprake van de situatie dat de boete van € 47.300,-, 10% van de koopprijs, niet in verhouding staat tot een door [eiser] geleden schade.
€ 47.300,- dan ook met de wettelijke rente vanaf 8 september 2022 tot en met de dag van voldoening. [gedaagden] zijn hier hoofdelijk voor verbonden, dit wordt ook niet betwist.
2.366,-(2 punt × tarief € 1.183,-)