Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Circuit Court in Opole, Polen. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 24 juli 2018 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1992, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in het land. Tijdens de zitting op 12 april 2023 heeft de opgeëiste persoon verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Poolse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het strafbare feit aangeduid als georganiseerde of gewapende diefstal, waarvoor in Polen een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat er in Polen structurele gebreken in de rechtsorde bestaan, maar heeft geconcludeerd dat de opgeëiste persoon geen bewijs heeft geleverd dat deze gebreken een reëel gevaar voor zijn recht op een eerlijk proces met zich meebrengen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, aangezien er geen belemmeringen zijn die zich daartegen verzetten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de OLW.