ECLI:NL:RBAMS:2023:2641

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
RK 23-003640
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggave rijbewijs na beklag op grond van de Wegenverkeerswet 1994

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 maart 2023 een beschikking gegeven in het kader van een beklagprocedure op grond van artikel 164, achtste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). Klaagster, geboren in 1988 en werkzaam als jeugdreclasseerder, had haar rijbewijs verloren na een overtreding van artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994, waarbij haar alcoholgehalte in de adem boven de toegestane norm lag. Het rijbewijs was op 4 februari 2023 ingevorderd en de officier van justitie had besloten het rijbewijs voor vier maanden in te houden.

Klaagster diende op 8 februari 2023 een klaagschrift in bij de rechtbank, waarin zij verzocht om teruggave van haar rijbewijs. Tijdens de zitting op 8 maart 2023 heeft klaagster haar persoonlijke situatie uiteengezet, waarbij zij aangaf dat zij haar rijbewijs dringend nodig heeft voor haar werk en dat het gebruik van openbaar vervoer niet haalbaar is. Klaagster, die alleenstaande moeder is, vreesde voor haar baan als haar rijbewijs langer ingehouden zou blijven.

De officier van justitie stelde voor om het rijbewijs per 1 april 2023 terug te geven, maar de rechtbank oordeelde dat de persoonlijke belangen van klaagster op dat moment zwaarder wogen dan de redenen voor de inhouding van het rijbewijs. De rechtbank verklaarde het beklag gegrond en gelastte de teruggave van het rijbewijs aan klaagster, met de opmerking dat er rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid van een onvoorwaardelijke rijontzegging in het geval van een veroordeling.

Deze beslissing werd genomen door rechter mr. J.W.H.G. Loyson, in aanwezigheid van griffier A. Gordon, en werd openbaar uitgesproken op 8 maart 2023. Tegen deze beslissing staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 96-035497-23
raadkamernummer : 23-003640
datum : 8 maart 2023
beschikking van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 164, achtste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW1994) van:

[klaagster] ,

geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
hierna te noemen: klaagster.

Feiten

Tegen klaagster is proces-verbaal opgemaakt ter zake van verdenking van overtreding van artikel 8, tweede lid, WVW 1994, gepleegd te Amsterdam (Nassaukade) op 3 februari 2023.
Het proces-verbaal houdt onder meer in dat het alcoholgehalte in haar adem hoger was dan 570 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht.
Op 4 februari 2023 is op grond van het bovenstaande het rijbewijs van klaagster ingevorderd.
De officier van justitie heeft vervolgens binnen tien dagen beslist het rijbewijs onder zich te houden voor een periode van vier maanden, te weten tot 4 juni 2023.

Procedure

Het klaagschrift is op 8 februari 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 8 maart 2023 het beklag in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft klaagster en de officier van justitie op zitting gehoord.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van het rijbewijs van klaagster dat is ingevorderd en dat de officier van justitie onder zich houdt.
Klaagster heeft aangevoerd dat zij haar rijbewijs dringend nodig heeft voor haar werk. Zij werkt als jeugdreclasseerder bij de [naam stichting] en heeft meerdere afspraken per dag. Zij kan die afspraken niet nakomen zonder de auto. Zij heeft het in het begin geprobeerd maar omdat dit niet goed ging, heeft zij verlof opgenomen. Zonder haar rijbewijs kan zij haar werk niet doen en met het openbaar vervoer is dit niet goed mogelijk.
Ook in combinatie met haar privésituatie is het heel lastig. Klaagster is alleenstaande moeder en woont met haar twee kinderen in Leiden. Zij werkt in Den Haag. Klaagster is bang dat zij haar baan verliest als haar rijbewijs nog veel langer wordt ingehouden. Dit zou grote gevolgen hebben voor haar privéleven.
Klaagster heeft veel spijt en schaamt zich enorm dat zij die avond in de auto is gestapt en is gaan rijden terwijl zij had gedronken. De reden dat zij dat heeft gedaan had te maken met verdriet over haar relatie. Vanwege schaamte heeft klaagster haar werkgever nog niet geïnformeerd. Zij is wel voornemens dit te doen.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich in raadkamer op het standpunt gesteld dat het rijbewijs per 1 april 2023 aan klaagster kan worden teruggegeven.
Nu er nog geen zittingsdatum bekend is, verwacht de officier van justitie dat – gelet op de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en de oriëntatiepunten van het LOVS – rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de rechter aan klaagster in geval van veroordeling en het feit dat klaagster first offender is, een deels voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen zal opleggen.

Beoordeling

De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank acht de inhouding van het rijbewijs op grond van artikel 164 lid 4 WVW 1994 rechtmatig. De officier van justitie heeft in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik gemaakt.
Uit het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van klaagster van 6 februari 2023 blijkt dat klaagster niet eerder is veroordeeld wegens het plegen van een strafbaar feit.
Op grond van hetgeen in het klaagschrift en bij het onderzoek in raadkamer naar voren is gebracht over de persoonlijke belangen van klaagster om te kunnen beschikken over het rijbewijs, is de rechtbank van oordeel dat deze persoonlijke belangen op dit moment mogen prevaleren. Gelet echter op de uitslag van de ademanalyse (595 µg/l) zal klaagster rekening moeten houden met de mogelijkheid dat in geval van een veroordeling dan wel uitvaardiging van een strafbeschikking aan klaagster alsnog een onvoorwaardelijke rijontzegging voor een bepaalde duur zal worden opgelegd, zo mogelijk deels voorwaardelijk.
De rechtbank zal het klaagschrift gegrond verklaren en bevelen dat het rijbewijs aan klaagster moet worden teruggegeven.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag gegrond en gelast de teruggave van het rijbewijs met het nummer 5198739221 aan klaagster.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H.G. Loyson, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na de dagtekening van deze beslissing.