ECLI:NL:RBAMS:2023:2570

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
RK 22-022531
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag op grond van artikel 552a Sv betreffende inbeslagname van telefoons

Op 14 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin klager, geboren in 2002, een beklag indiende op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreffende de inbeslagname van twee telefoons. De inbeslagname vond plaats op 5 september 2022. Klager verzocht om teruggave van de inbeslaggenomen telefoons, omdat hij deze nodig had voor sollicitaties en zijn dagelijkse leven. De officier van justitie meldde dat één van de telefoons (goednummer 6231633) al aan klager was teruggegeven, en verzet zich tegen de teruggave van de tweede telefoon (goednummer 6231637), die nog in onderzoek is bij de politie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beklag schriftelijk is ingediend binnen de vereiste termijn van twee jaar na inbeslagneming, waardoor klager ontvankelijk is in zijn beklag. De rechtbank benadrukte dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat de beoordeling zich richt op het strafvorderlijk belang van het voortduren van het beslag. Aangezien de tweede telefoon nog wordt onderzocht in verband met de strafrechtelijke verdenking, oordeelde de rechtbank dat het belang van waarheidsvinding zich verzet tegen de teruggave van deze telefoon. De rechtbank verklaarde het beklag met betrekking tot de telefoon met goednummer 6231633 niet-ontvankelijk en het beklag met betrekking tot de telefoon met goednummer 6231637 ongegrond.

De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde dag door rechter mr. J.W.H.G. Loyson, in aanwezigheid van griffier A. Gordon. Tegen deze beslissing staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 13-226085-22
raadkamernummer : 22-022531
datum : 14 februari 2023
beschikking van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager],

geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats],
woonplaats kiezend op het kantoor van zijn raadsman mr. J. Sietsma,
[adres],
hierna te noemen: klager, tevens beslagene.

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv, blijkt dat op 5 september 2022 onder klager twee telefoons in beslag zijn genomen.

Procedure

Het klaagschrift is op 6 oktober 2022 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De raadsman van klager heeft op 14 februari 2023 per e-mail onder meer laten weten dat klager in verband met verplichtingen niet in raadkamer zal verschijnen en dat ook de raadsman niet in raadkamer zal verschijnen, omdat hij niet meer kan toelichten dan hij in het klaagschrift en de e-mail heeft gedaan. De raadsman verzoekt om het beklag op de stukken af te doen.
De rechtbank heeft op 14 februari 2023 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de officier van justitie op zitting gehoord.
Klager is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
  • een Apple IPhone (goednummer: 6231633), en
  • een Apple IPhone (goednummer: 6231637)
De raadsman heeft aangevoerd dat klager zijn telefoons nodig heeft voor sollicitaties of voor werk en hij zich zonder telefoon belemmerd voelt in zijn dagelijkse doen en laten.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie deelt mee dat de telefoon met goednummer 6231633 reeds aan beslagene is teruggegeven. Klager dient voor dit onderdeel van zijn beklag niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie verzet zich tegen teruggave van de inbeslaggenomen telefoon met goednummer 6231637 aan klager en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De telefoon is aangeboden aan de digitale afdeling van de politie en wordt nog onderzocht. Het belang van strafvordering bij de inbeslagneming van de telefoon is nog steeds aanwezig. De officier van justitie acht het niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de telefoon zal bevelen, omdat de feiten gepleegd zijn met de betreffende telefoon.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
Het beklag is schriftelijk gedaan en ingediend binnen de twee jaren na inbeslagneming. De klager is daarom ontvankelijk in het beklag.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een beklag als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast.
Als geen strafvorderlijk belang aan teruggave in de weg staat, vindt teruggave plaats aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer dat voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen, -ook in een zaak betreffende een ander dan de klager-, wanneer dat voorwerp kan dienen om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen of als niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
Uit de stukken en hetgeen in raadkamer is besproken, is het volgende gebleken.
De telefoon met goednummer 6231633 is al aan klager teruggegeven. Het beklag ten aanzien van die telefoon zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
Gebleken is dat de telefoon met goednummer 6231637 bij de politie ligt en dat deze nog wordt onderzocht in verband met de strafrechtelijke verdenking jegens klager.
Op grond van bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het strafvorderlijk belang van waarheidsvinding zich verzet tegen opheffing van het beslag, omdat het onderzoek aan de betreffende telefoon nog gaande is. Bovendien is het, gelet op hetgeen de officier van justitie ter zitting heeft meegedeeld over de verdenking mede in relatie tot de betreffende telefoon, niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag.
Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag met betrekking tot de inbeslaggenomen telefoon met
goednummer 6231633niet-ontvankelijk.
De rechtbank verklaart het beklag met betrekking tot de inbeslaggenomen telefoon met
goednummer 6231637ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H.G. Loyson, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de beklager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.