ECLI:NL:RBAMS:2023:2480

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
C/13/715078 / HA ZA 22-221
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door Stichting Adelante Groep na wateroverlast door extreme neerslag en overstroming

In deze zaak vordert de Stichting Adelante Groep schadevergoeding van verschillende verzekeraars na wateroverlast die is ontstaan door extreme neerslag en de overstroming van de Geul op 14 juli 2021. De rechtbank Amsterdam heeft op 19 april 2023 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De eisende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.H. Jurgens, stelt dat de schade gedekt is onder de verzekeringsovereenkomst, terwijl de gedaagde partijen, waaronder Allianz Nederland Groep N.V., RSA Nederland S.A., Ergo Versicherung AG, Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., Chubb European Group SE en Corins B.V., verweer voeren en de dekking betwisten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade is veroorzaakt door zowel regenwater dat het gebouw is binnengedrongen via vloerputjes en wc's, als door overstromingswater uit de Geul. De verzekeraars beroepen zich op een uitsluiting in de verzekeringsvoorwaarden voor schade door overstroming. De rechtbank oordeelt dat de eisende partij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de schade uitsluitend door gedekte gebeurtenissen is veroorzaakt. De rechtbank wijst de vorderingen van Adelante af en veroordeelt haar in de proceskosten van de gedaagde partijen.

De uitspraak benadrukt de complexiteit van meervoudige causaliteit in schadeclaims en de noodzaak voor eisers om duidelijk aan te tonen welke schade onder de dekking van de verzekering valt. De rechtbank concludeert dat de overstroming van de Geul een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de schade, waardoor de dekking op basis van de verzekeringsvoorwaarden is uitgesloten.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/715078 / HA ZA 22-221
Vonnis van 19 april 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING ADELANTE GROEP,
te Heerlen,
eisende partij,
hierna te noemen: Adelante,
advocaat: mr. V.H. Jurgens te Eindhoven,
tegen
1. de naamloze vennootschap
ALLIANZ NEDERLAND GROEP N.V.,
te Rotterdam,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
RSA NEDERLAND S.A.,
te Luxemburg,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ERGO VERSICHERUNG AG,
te Düsseldorf (Duitsland),
4. de naamloze vennootschap
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
te 's-Gravenhage,
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CHUBB EUROPEAN GROUP SE,
te Courbevoie (Frankrijk),
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORINS B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: Allianz, RSA, Ergo, NN, Chubb en Corins, gezamenlijk ook: Allianz c.s. en verzekeraars (waar het de op de polis betrokken verzekeraars betreft),
advocaat: mr. O.B. Zwijnenberg te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding en incidentele vordering ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van 28 februari en 1 maart 2022 met producties
- de akte vermindering van eis van 4 mei 2022 waarbij de incidentele vordering is ingetrokken
- de conclusie van antwoord met producties
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022
- de akte vermindering van eis van 6 maart 2023 met producties
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 maart 2023 en de daarin genoemde nadere producties
- de brief van Allianz c.s. met opmerkingen bij het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Adelante staat aan het hoofd van een groep ondernemingen (veelal ondergebracht in stichtingen) die zich bezig houdt met het coördineren van het beleid en de werkzaamheden op het gebied van revalidatie, arbeidsintegratie, audiologie en onderwijs en aanverwante activiteiten aan volwassenen en kinderen. De activiteiten van Adelante worden op een aantal locaties in Limburg uitgevoerd. Adelante heeft bij overeenkomst van 4 februari 2022 de last gekregen van Stichting Adelante Onderwijs (Adelante Onderwijs) en Stichting Adelante Zorg (Adelante Zorg) om de onderhavige procedure in eigen naam te voeren. Een groot complex met verschillende gebouwen van Adelante staat aan de [adres] . Het terrein van Adelante grenst direct aan de rivier de kleine Geul (Geul).
2.2.
Het terrein van Adelante aan de [adres] ziet er als volgt uit, waarbij A staat voor gebouw A en C voor gebouw C .
2.3.
Adelante heeft haar diverse locaties al tientallen jaren verzekerd via VLC, de verzekeringsmakelaar van Adelante. De meest recente verzekeringsovereenkomst (Polis met nummer [nummer] ) loopt vanaf 1 januari 2021 voor de duur van twaalf maanden. Daarbij is Adelante verzekerd via een door VLC op de assurantiebeurs gesloten gecombineerde brandverzekering (de Verzekeringsovereenkomst). De verzekeraars bieden onder die verzekering dekking onder toepassing van de VLA.BVZB.2006-voorwaarden (de Verzekeringsvoorwaarden). Deze voorwaarden zijn opgesteld door VLC. Het betreft een zogenaamde “
named perils-verzekering”.
2.4.
Allianz en RSA zijn de leidende verzekeraars.
2.5.
De Verzekeringsvoorwaarden bevatten de volgende bepalingen.
In artikel 2.1 wordt de dekking omschreven als het zakelijk belang als vermeld in artikelen 2.1.1 en 2.1.2.
In artikel 2.1.1 wordt ‘zaakschade’ omschreven en in artikel 2.1.2 ‘bedrijfsschade’.
In artikel 2.2 worden de
gevaren/gebeurtenissenbenoemd:
2.2.8 Water, stoom, neerslag, blusmiddel
2.2.8.1Water, stoom of blusmiddel gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming en sprinklers e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect. (...)
2.2.8.2Regen of smeltwater onvoorzien het gebouw binnengekomen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen deuren of luiken. (...)”
In artikel 2.4 zijn de
uitsluitingenopgenomen.
2.4.4 Overstroming
Van de verzekering is uitgesloten zaak- respectievelijk bedrijfsschade veroorzaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of deze overstroming werd veroorzaakt door storm. (...)”
Verder is in de Verzekeringsvoorwaarden de volgende bepaling opgenomen.
8.3
Medewerking
Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die deze voor een juiste taakvervulling nodig oordelen, waaronder het ter inzage geven van de polis en andere administratieve gegevens, alsmede het verschaffen van inlichtingen omtrent oorzaak, toedracht en omvang van de schade.”
2.6.
In juli 2021 is de regio van Valkenburg aan de Geul geconfronteerd met zware regenval. Ten gevolge van die regenval is enorme wateroverlast ontstaan. In Limburg werd code rood (weeralarm) uitgegeven voor overvloedige neerslag. De gemeten regenval op 11 tot en met 17 juli 2021 blijkt uit de volgende tabel en grafiek. De rode pijl wijst naar het tijdstip 19:00 uur op 14 juli 2021.
2.7.
Op 14 juli 2021 in de avond heeft Adelante de aanwezigen in haar gebouwen aan de [adres] (veelal kinderen, die wonen in Gebouw C ) geëvacueerd.
2.8.
Direct na de extreme regenval meldde Adelante bij VLC dat zij enorme waterschade had geleden als gevolg van de neerslag. VLC heeft de schade door gemeld aan de verzekeraars.
2.9.
In de gebouwen van Adelante aan de [adres] zijn vloeren, wanden en wanddelen, deuren en technische installaties verwoest of beschadigd. Ook is een grote hoeveelheid materialen in de gebouwen beschadigd of verloren gegaan.
2.10.
De schade-expert Crawford heeft op 16 en 19 juli 2021 onderzoek naar de schadeoorzaak gedaan en op 30 juli 2021 een voorlopig rapport uitgebracht over die schade. Daarin is onder meer het volgende opgenomen.
[pagina 6 van 9]
“(…) op 14 juli 2021 omstreeks 20:00 uur besloten om de aanwezigen in het complex te evacueren. Deze evacuatie werd zeer nauwgezet aangepakt en binnen 2 uur tijd waren alle patiënten met verzorgenden uit het complex geëvacueerd. Op dat moment stroomde reeds de kelder onder het complex al vol met water. Het waterpeil is daarna nog enkele tientallen cm’s gestegen, waardoor het water tot circa 30 cm boven het vloerniveau in alle panden van verzekerde is gestegen met een enorme schade tot gevolg.
Zoals eerder weergegeven was er sprake van een zeer extreme regenval, die naar zeggen van de deskundigen éénmaal in de 100 jaar voorkomt. De grond op schadelocatie in Zuid-Limburg is verzadigd geraakt, waardoor er geen water meer in de grond kon wegtrekken. De watergangen, waaronder de Geul, zijn overbelast geworden en zijn buiten hun oevers getreden. Vervolgens is het wassende water via kieren en naden bij de gesloten deuren en dergelijke evenals doorvoeren in het gevelmetselwerk de gebouwen op het complex van verzekerde binnengestroomd.”.
2.11.
Bij e-mail van 3 augustus 2021 heeft een van de leidende verzekeraars aan [naam 1] en [naam 2] , beide verbonden aan VLC, bevestigd dat de casus van Adelante die middag uitvoerig is besproken en dat VLC Adelante al heeft “
geïnformeerd dat er waarschijnlijk geen dekking is”. Verder wordt melding gemaakt van de besproken vragen die aan twee experts zullen worden gesteld.
2.12.
Bij e-mail van 4 augustus 2021 heeft de advocaat van Adelante aan VLC verzocht om een standpunt van verzekeraars te vernemen. VLC heeft de ontvangst van het verzoek bevestigd en gemeld dat zij het verzoek aan de verzekeraars zou doorsturen. Op 23 september 2021 heeft de advocaat van Adelante gerappelleerd omdat hij nog niets had vernomen.
2.13.
Bij akte van 13 augustus 2021 zijn Troostwijk Expertises B.V. (Troostwijk) namens Adelante en Crawford namens verzekeraars benoemd als experts om de waarde van de verzekerde zaken te taxeren onmiddellijk vóór en onmiddellijk ná het voorval en de herstelkosten.
2.14.
Het Nederlands Onderzoeks Instituut B.V. (NLOI) is op verzoek van Adelante in augustus/september 2021 gestart met het uitvoeren van een onderzoek naar de oorzaak van de schade. Voor een deel van het onderzoek heeft NLOI ingenieursbureau Geonius ingeschakeld om meer inzicht te verkrijgen
“in het tijdsverloop van de grondwaterstanden en neerslag ten opzichte van het peil van de Geul gedurende deze wateroverlast”.Geonius is een interdisciplinaire dienstverlener op het gebied van ingenieursdiensten en veldonderzoek.
2.15.
Bij e-mail van 15 oktober 2021 heeft een van de leidende verzekeraars aan de advocaat van Adelante laten weten dat zij het verzoek van de advocaat (zie 2.12) via VLC heeft ontvangen. De e-mail meldt verder dat uit het onderzoek van Crawford is gebleken dat de door Adelante geclaimde schade is ontstaan door het overstromen van de Geul en dat dit betekent dat dekking is uitgesloten in artikel 2.4.4 van de Verzekeringsvoorwaarden. Verder blijkt uit deze e-mail dat verzekeraars ermee bekend zijn dat Adelante een eigen deskundige, Troostwijk, heeft ingeschakeld. Omdat voor het beoordelen van de dekking van belang is wat de oorzaak van de waterschade is, heeft een van de leidende verzekeraars aan Crawford gevraagd om in overleg met Troostwijk te treden. Omwille van de voortgang wordt gevraagd of Adelante en/of Troostwijk erop aan kan dringen het rapport naar de oorzaak van de waterschade aan Crawford toe te sturen.
2.16.
De advocaat van Adelante heeft bij e-mail van 26 oktober 2021 laten weten dat hij het rapport van Crawford waarop verzekeraars zich beroepen nog niet heeft ontvangen, dat verzekeraars zich op een uitsluiting onder de polis beroepen en dat zij aldus de bewijslast daarvan dragen en dat het daarom niet voor de hand ligt dat Troostwijk haar rapport aan Crawford beschikbaar stelt.
2.17.
Met de e-mail van 8 november 2021 aan de advocaat van Adelante wordt gemeld dat verzekeraars het rapport van Crawford aan de advocaat van Adelante hebben toegezonden. Eerder hadden zij dat al aan VLC beschikbaar gesteld. Verder wordt gerefereerd aan de afspraak dat Troostwijk en Crawford zoveel mogelijk gezamenlijk onderzoek zouden doen en dat vervolgens het dekkingsstandpunt opnieuw zou worden bezien. En verder
: “Wij zouden menen dat het in het kader van dat (gezamenlijk) onderzoek naar de oorzaak, voor de hand ligt dat Troostwijk haar rapportage/bevindingen met Crawford deelt. (...) Wij vernemen graag van u of verzekerde nog steeds bereid is om Troostwijk en Crawford gezamenlijk onderzoek te laten verrichten. Zo ja, dan zullen wij Crawford vragen [dit] verder met Troostwijk op te pakken.
2.18.
Het rapport van NLOI met kopie aan Troostwijk is gedateerd op 20 december 2021 en bevat de volgende onderzoeksvragen en conclusies. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de gebouwen A en C, maar trekt conclusies over alle gebouwen van Adelante aan de [adres] . Aan het rapport zijn meerdere bijlagen gehecht. Het rapport en de bijlagen bevatten onder meer de volgende inhoud.
[pagina 21] “CONCLUSIE
Onderzoeksvraag 1: Op welke momenten heeft de schade zich voorgedaan en wat heeft aan die schade ten grondslag gelegen? Regen (hemel) water dan wel door water afkomstig uit de (Kleine) Geul?
Onderzoeksvraag 2: Is er sprake van het bezwijken of overlopen van een waterkering zoals in de polis genoemd
Ad 1:
Uit ons onderzoek en dat van door ons ingeschakelde deskundigen is gebleken dat er al regenwater vanuit riolering de panden van Adelante onvoorzien is binnengestroomd voordat het geval was met water uit de Geul. Het is zeer aannemelijk dat door de enorme hoeveelheden regenwater dit reeds voor aanzienlijke schade in het pand heeft gezorgd.
Ad 2:
Er is niet gebleken van bezwijken van waterkeringen noch van het overlopen daarvan. Reden is dat er geen sprake is van waterkeringen in Valkenburg a/d Geul. De Geul is door heftige regenval (veel) groter geworden en buiten haar normale omvang getreden.”
[bijlage 2 - een gespreksverslag waarin de volgende verklaring van getuige [getuige] is opgenomen]
“Toen ik het gebouw via A binnenkwam en liep richting de kleedruimtes kwam door de putjes het water er uit gespoten. Overal waar in dat gebouw een sanitaire voorziening was, kwam het water uit de vloerputjes gespoten. Ik was het buiten water aan het tegenhouden achter gebouw A en bij de machinekamer van de gymzaal, maar binnen kwam het gewoon via de riool omhoog naar binnen. Dat constateerde ik rond 23.30 uur.”
[als bijlage 4 zijn de bevindingen van Geonius d.d. 26 november 2021 opgenomen. Dit onderzoek betrof:
meer inzicht [te verkrijgen] in de bijdrage van het meer lokale proces (lokale neerslag en oppervlakkige afstroming omliggende heuvels) en het regionale proces (overstroming door de Geul door o.a. neerslag in het bovenstroomse gebied) in de opgetreden wateroverlast.Op pagina 15 van 17 van het rapport van Geonius is het volgende opgenomen] “
4.1 Geohydrologie
(...) Vanwege de beperkte doorlatendheid van de toplaag op de hellingen is de infiltratie beperkt, en zal bij grote neerslaghoeveelheden (zoals gedurende 13-14 juli 2021) het overtollig hemelwater snel afstromen richting het beekdal/lager gelegen deel Valkenburg.
4.2
Geul en status Legger
De Geul geldt als een snel reagerend systeem. Op basis van de Legger van waterschap Limburg blijkt de Geul en de zijtakken (Schaesbergbeek, Herkbeek en Kattebeek) hiervan een status te hebben van primaire watergang. De oevers zijn in de legger niet gedefinieerd als waterkering en hebben daarom geen wettelijke status. Er is voor deze oevers geen normfrequentie voor de waterstand vastgelegd waar deze aan moeten voldoen.
4.3
Analyse hoogwater juli 2021
Het onderzoek laat het volgende tijdspad zien aan gebeurtenissen (zie ook figuur 4.1):
1. 13 juli 13:00 start (extreme) neerslag rond en in Valkenburg a/d Geul, deze houdt aan tot 13 juli 17:00;
2. De grondwaterstand in de 6 peilbuizen ter plaatse van Valkenburg a/d Geul stijgt vanaf 13-7-2021 16:00 à 17:00;
3. Tussen 13 juli 17:00 en 21:00 nauwelijks neerslag, daarna neerslag tot ongeveer 15 juli 00:00 (110 mm in 2 dagen gemiddeld);
(...)
6. Gebruikmakend van de maaiveldhoogtes rond het gebouw [gebouw ] , bereikt de Geul hier een stand waarbij Geulwater het gebouw heeft kunnen binnenlopen om 14 juli 22:30;
7. Op basis van getuigenverklaringen blijkt dat er voor 23:30 (om 22:30 borrelende toiletten) water het gebouw Adelante ( [adres] ) binnenkomt via vloerputjes. Voor 14 juli 23:00 loopt nog geen water over de drempel het gebouw van Adelante zorggroep binnen. De analyse met maaiveldhoogtes en Geulstanden bevestigen dit, er kan hier pas vanaf 15 juli 00:30 - 00:45 Geulwater binnen zijn gelopen via de drempel;
8. De piek van de waterstanden in de Geul vindt plaats vanaf 14 juli 22:00. Van een aantal meetstations zijn daarna geen betrouwbare metingen beschikbaar;
9. De piek van de grondwaterstanden vindt plaats vanaf 15 juli 00:00, daarna niet overal betrouwbare metingen.
(...)
4.4
Interpretatie bijdrage lokaal en regionaal proces
Het tijdspad laat zien dat voordat de Geul buiten zijn oevers trad bij Valkenburg a/d Geul (14 juli 18:45) en Geulhem (14 juli 21:45) (regionaal proces), al aanzienlijke hoeveelheden neerslag zijn gevallen in het gebied (lokaal proces). Voor de periode voorafgaand aan de potentiële overstroming van de Geul in zowel Valkenburg a/d Geul als Geulhem gaat dat om een hoeveelheid van circa 100 mm in 24 uur (namelijk de periode tussen 13 juli 14:00 en 14 juli 14:00) en een piekbui van 40 mm in 2 uur (tussen 13 juli 14:00 en 17:00). (...)
In combinatie met de geohydrologie van het gebied, waarbij overtollige neerslag snel afstroomt van de heuvels richting het lager gelegen beekdal, kan dan al aanzienlijke wateroverlast hebben opgetreden door o.a. overbelasting van het riool en binnentreden via lozingspunten in gebouwen. Daarbij blijkt uit het gemeentelijk rioleringsplan Valkenburg a/d Geul dat het systeem bij eerdere zware buien (28 juli 2014 en mei 2016) al tot
aanzienlijke wateroverlast heeft geleid in het gebied. (...)
(...) In combinatie met de getuigenverklaringen, waaruit blijkt dat
  • op 14 juli rond 23:30 water het gebouw van Adelante zorggroep binnentreedt via de vloerputjes
  • en het nabijgelegen meetpunt in de Geul, waaruit blijkt dat circa een uur later waterstanden worden bereikt waarbij op de betreffende locatie water over de drempel kan treden;
kan gesteld worden dat het lokale proces (neerslag) op de laaggelegen locaties eerder tot
waterschade heeft geleid dan het regionale proces (overstroming van de Geul). Op basis van de beschikbare gegevens is dit in ieder geval van toepassing bij het gebouw van Adelante ( [adres] ). Op overige laaggelegen locaties is dit ook waarschijnlijk.”
2.19.
Bij e-mail van 29 december 2021 hebben verzekeraars laten weten dat zij
Stekelenburg Schade Onderzoek Bureau BV. (Stekelenburg) hebben ingeschakeld om nader onderzoek te doen naar de schadeoorzaak.
2.20.
Stekelenburg heeft zich bij e-mail van 18 januari 2022 tot NLOI gewend met het verzoek om de nodige stukken toe te zenden. Daarnaast heeft Stekelenburg gevraagd om (i) de door NLOI geïnterviewde medewerkers van Adelante te mogen interviewen en (ii) een afspraak te maken voor het laten verrichten van hoogtemetingen op het terrein van Adelante. Stekelenburg heeft hierop geen reactie van NLOI ontvangen.
2.21.
Bij e-mail van 7 februari 2022 meldde de advocaat van Adelante aan een van de leidende verzekeraars onder meer:
“Cliënte benadrukt dat zij, binnen de grenzen van de op haar rustende verplichtingen, medewerking zal verlenen aan zelfstandig onderzoek naar de schadeoorzaak door Stekelenburg. Cliënte is echter van mening dat Stekelenburg namens Allianz meer vraagt dan waar zij recht op heeft. Stekelenburg lijkt immers niet slechts een zelfstandig onderzoek uit te voeren, maar een controle uit te willen voeren van het in opdracht van cliënte uitgevoerde onderzoek van NLOI. Cliënte treedt graag in gesprek met Allianz (...)”.
2.22.
Bij e-mail van 9 februari 2022 heeft de advocaat van verzekeraars gereageerd, waarbij hij heeft laten weten dat een bespreking medio februari 2022 zou kunnen plaatsvinden.
2.23.
Als bijlage bij de e-mail van de advocaat van verzekeraars van 18 februari 2022 is een toelichting op het dekkingsstandpunt gevoegd. In hun toelichting op het dekkingsstandpunt hebben verzekeraars opgemerkt dat het onderzoek van NLOI naar hun mening niet volledig is en dat relevante vragen onbeantwoord zijn gelaten. Als voorbeeld noemen verzekeraars het feit dat uit het onderzoek van NLOI op geen enkele wijze volgt welke schade het gevolg is van het vermeend overstromen van toiletten of schrobputjes. De verzekeraars hebben er ook op gewezen dat als Adelante niet haar medewerking aan het onderzoek zou verlenen, er sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Ten slotte hebben verzekeraars laten weten dat zij nog steeds openstaan voor een overleg over het door Stekelenburg uit te voeren onderzoek, maar dat zij, als dat niet mogelijk zou zijn, Stekelenburg zouden vragen om zelfstandig onderzoek te doen.
2.24.
Op 28 februari en 1 maart 2022 heeft Adelante Allianz c.s. gedagvaard in deze procedure.
2.25.
Op 21 april 2022 heeft overleg plaatsgevonden tussen verzekeraars en Adelante. Tijdens het overleg heeft Adelante haar volledige medewerking toegezegd aan het onderzoek.
2.26.
NLOI heeft op 29 april 2022 laten weten dat de eerste interviews pas op 23 mei 2022 zouden kunnen worden afgenomen.
2.27.
Stekelenburg heeft bij e-mail van 30 mei 2022 gevraagd om meer medewerkers te kunnen interviewen. NLOI heeft geantwoord dat een toelichting op de onderzoekswensen wordt verzocht en dat de verzoeken worden voorgelegd aan de advocaat van Adelante.
Bij e-mail van 22 juni 2022 van de advocaat van Adelante vraagt deze om duiding van verdere onderzoekswensen, afgezet tegen de eerdere gewekte verwachtingen. Nieuwe getuigenverhoren werden gepland op 12 juli 2022. Stekelenburg heeft haar onderzoeksvragen bij e-mail van 26 augustus 2022 herhaald, waarbij zij opnieuw een toelichting heeft gegeven op haar verzoeken en nieuwe getuigen wenst te mogen bevragen.
2.28.
Stekelenburg heeft een voorlopig rapport uitgebracht, gedateerd op 5 september 2022. Van dat voorlopig rapport maken de volgende uitwerkingen van gesprekken met getuigen (medewerkers van Adelante) deel uit.
[naam 3] :
vóór uw vertrek naar Hoensbroek[bent u]
nog naar het toilet in gebouw C[gegaan]
. (...) Het bleek dat u het toilet niet meer kon doorspoelen. (...) Er was geen water buiten het toilet. (...) toiletbezoek omstreeks 22:30 uur zal zijn geweest. (...) heeft die avond/nacht op geen moment water in gebouw C zien binnenstromen. (...) Tot op het moment dat u gebouw C die avond voor het laatst verliet, omstreeks 23:15 uur, heeft u binnen in gebouw C geen water gezien.
[naam 4] :
“het toilet in gebouw C , het dichtst bij de hoofdingang water stond op de vloer van het toilet: tot 2 meter voor de toiletpot stond een plasje water. U zag het water toen niet uit het toilet stromen, maar het water in de toiletpot stond tot aan de rand, dus het was duidelijk dat het water dat op de vloer lag, uit de toiletpot was gekomen.”.
[getuige] :
“(…) zag u dat het water daar[in een sanitaire ruimte in gebouw A ]
door de grondputjes omhoog kwam. Dat was volgens u terugkomend water vanuit de afvoerbuizen dat omhoog geduwd werd. Gevraagd naar hoe hoog het water uit de putjes omhoog kwam, geeft u aan dat dat 10 tot 15 cm omhoog werd gestuwd. Zeker 10 centimeter of 'vier vingers' hoog. Het borrelde er uit, waarna het over het oppervlakte wegliep. De hele sanitaire ruimte stond blank. Gevraagd naar hoe hoog het water in de sanitaire ruimte stond, maakt u een gebaar met duim en wijsvinger van ongeveer 2 centimeter, maar geeft aan dat u het niet precies kunt zeggen.”.
En over de toestand buiten het pand: “
Tijdens het opwerpen van de aarden wal, ontstond er uit het niets een sinkhole bij het trottoir tegen de gevel van de gymzaal, zie figuur 2 in bijlage 04.”
[naam 5] :
“Bij het ontstaan van de sinkhole liep het water langs het gebouw af. Tegels zakten daar weg en op een gegeven moment zakte er een medewerker van[het ingeschakelde hoveniersbedrijf]
in weg, die kon zich nog net vastpakken aan [naam 6] die naast hem liep. Het water dat toen al op een bepaald niveau boven de grond stond liep daar in het sinkhole weg alsof je de stop uit een badkuip trekt. Het gat werd alleen maar groter en groter”.
[naam 6] :
“Toen jullie ter hoogte van de trapneergang bezig waren sloeg er in één keer een gat in het trottoir, tegen de gevel van de gymzaal; maakte veel indruk want voor hetzelfde geld was hij onder het gebouw getrokken. U zag het water in één keer zo onder het gebouw wegstromen. Het stroomde met hoge snelheid via het gat zó onder de fundering van de gymzaal door, de kruipruimtes in. (...) Op het moment dat het gat in het trottoir sloeg, stond het water in dat gebied buiten zo'n 40 a 50 centimeter boven de grond, schat u zo in. (...) Na het eerste gat in het trottoir (10 in bijlage 2), is ook wat verderop in datzelfde trottoir een gat geslagen, op de plaats geduid met een 6 in bijlage 2”.
Op enig moment liep het water over de rand van de trapneergang heen. U heeft toen het trapgat ingekeken, en u zag dat het water zo'n 30 centimeter hoog binnen in de technische ruimte stond. De pompen onder in de trapneergang konden het niet meer aan, althans, waar moest het naar toe gepompt worden? In de deur van de technische ruimte, onder aan de trap, zitten luchtroosters. Maar ook vanuit het gat in het trottoir, de sinkhole, komt het water in de kelder uit, via de kruipruimtes. (...) Op 14 juli 2021 om 22:57 uur heeft u een filmpje gemaakt (...) Voor dit moment was het gat (de sinkhole) al in het trottoir geslagen.
2.29.
Crawford en Troostwijk hebben naar aanleiding van de opdracht van 13 augustus 2021 een akte van taxatie opgesteld die is gedateerd op 15 december 2022. De schade aan gebouwen, inventaris, opruimingskosten en exploitatie wordt getaxeerd op € 7.657.079. De schade aan elektronica en extra kosten ICT worden getaxeerd op € 265.254.
2.30.
Op 8 februari 2023 heeft NN aan Adelante een uitkering gedaan van € 149.735 inclusief btw.
2.31.
In een aanvullend rapport van Geonius d.d. 14 februari 2023 heeft zij onder meer het volgende opgemerkt.
  • “(...) Voor het goed kunnen afleiden van het tijdstip waarop de Geul het gebouw van Adelante kan zijn binnengelopen zijn correcte en objectieve Geulstanden van groot belang. Op basis van de meetreeks van meetstation Geulhem zien wij vooralsnog geen reden om de standen als incorrect te beschouwen. Stekelenburg baseert het tijdspad hoofdzakelijk op de getuigenverklaringen, deze verklaringen zijn echter niet altijd objectief te verifiëren. (...)
  • (...) Daarnaast valt op dat de door Stekelenburg herleide[water-]
    standen aanzienlijk hoger zijn dan uit de metingen voor het meetstation Geulhem blijkt (gemiddeld 0,5 meter).
  • (...) uitgaande van deze hogere drempelhoogtes en de Geulstanden van het waterschap voor het meest nabijgelegen station Geulhem, is er op een later tijdstip sprake geweest van instromend Geulwater via de drempel dan Geonius eerder aannam (tussen 15 juli 00:30 en 00:45 uur) (...)
  • Ook bij de door Stekelenburg genoemde gemiddelde neerslagintensiteit in het gebied van 18 km2 (1 mm per uur) (...) kan bij een reeds verzadigde grond wateroverlast ontstaan op het terrein door plassen op maaiveld. Daarbij kan ook vanuit het hoger gelegen terrein via maaiveld water versneld toestromen richting het lager gelegen terrein van Adelante en zich daar concentreren. (...) Bij neerslaghoeveelheden van 70 mm/ 2 uur (1 per 100 jaar bui) leidt dit in theorie tot de wateroverlast op het terrein en inpandig zoals in figuur 2 is weergegeven.
  • Daarnaast zal voorafgaand aan de inpandige wateroverlast (23:30) vermoedelijk al sprake geweest zijn van opstuwing in het hemelwaterafvoerstelsel. Rond 23:30 is er namelijk geen ruimte meer voor buffering (bufferlichaam zit al vol) of overstort op de Geul (hoge waterstanden van de Geul bij uitstroompunt). (...) Hierdoor kan hemelwater dat op hoger gelegen terrein nog wordt afgevoerd via het riool niet meer worden geloosd op de Geul, waardoor het riool zich vult en op de andere laag gelegen punten naar buiten toe zal treden, waaronder kolken of lozingstoestellen inpandig”
2.32.
Bij e-mail van 15 februari 2023 heeft VLC aan de advocaat van Adelante laten weten dat Corins optrad namens haar achterliggende verzekeraars ASR en AXA Belgium die aan een eventueel veroordelend vonnis zullen voldoen.
2.33.
Stekelenburg heeft met datum 16 februari 2023 een aanvullend rapport uitgebracht. Daaruit volgt dat Stekelenburg zich naast metingen die Rise3D heeft uitgevoerd over de hoogtes van het terrein en gebouwen eveneens gebaseerd heeft op de voor het voorlopig rapport van 5 september 2022 afgenomen getuigenverklaringen en diverse foto’s. Verder heeft zij zich gebaseerd op onderzoek door ingenieursbureau HKV, die zij heeft verzocht om een controle uit te voeren op haar voorlopig rapport van 5 september 2022.
Het aanvullend rapport van Stekelenburg bevat de volgende conclusies:
[pagina 6 van 28] “
Onjuiste uitgangspunten NLOI/Geonius
Uit analyses en berekeningen van het ingenieursbureau HKV is echter gebleken dat er een significant verschil is tussen de waterstanden zoals die op het terrein en de gebouwen van Adelante zijn geobserveerd, en de waterstanden van het 235 meter benedenstrooms gelegen peilstation 10.H.17[meetstation Geulhem]
. De waterstanden van de observatiepunten ten tijde van de waarnemingen waren significant hoger (0,51m en 0,68m) dan de waterstanden zoals die op datzelfde moment zijn gemeten bij het benedenstrooms gelegen meetstation 10.H.17. De verschillen zijn te verklaren door een sterk hellend maaiveld in de omgeving van Adelante en het daarbij komende natuurlijk verhang van de watergang.
De waterstanden zoals die zijn gemeten door peilstation 10.H.17 kunnen dus niet als uitgangspunt worden genomen voor de waterstanden (...) Hetgeen NLOI/Geonius, ten onrechte, wel heeft gedaan. (...)
Bevestiging schade als gevolg van overstromingswater
(...) Een analyse van HKV bevestigt voorts dat de hoeveelheid gevallen neerslag op het terrein van Adelante in de periode vanaf 18:00 uur verwaarloosbaar is geweest. Daar waar de neerslaghoeveelheid vanaf 18:00 uur beperkt is gebleven tot maximaal c.a. 2 cm, is de waterstand van de Geul tussen 18:00 en 23:59 uur toegenomen met bijna 80 cm.
Bereik drempelniveau
Volgens eerdergenoemde analyse van HKV is het water van de Geul tussen 18.00 en 23:59 uur bij de observatieplaatsen gestegen met circa 80 cm, van circa NAP+60,08m tot circa NAP+60,88m. Deze analyse ondersteunt de conclusie van Stekelenburg dat het water van de Geul al vóór 22:20 uur de drempels van gebouw A heeft bereikt, die gelegen zijn op een niveau van circa NAP+60,50m.
Waaruit volgt dat het Geulwater eerder de panden is binnengestroomd dan het water dat beweerdelijk via de sanitaire putjes zou zijn binnengestroomd. (...)
Eindconclusie
Het aanvullend onderzoek heeft aangetoond dat de waterschade zoals die op 14 en 15 juli 2021 bij Adelante is ontstaan, het gevolg is van overstromingswater uit de Geul.”
3. Het geschil
3.1.
Adelante vordert – samengevat en na tweemaal vermindering van eis – uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat:
a) de door Adelante geleden schade gedekt wordt door de Verzekerings-overeenkomst en
b) de Verzekeraars jegens Adelante zijn gehouden tot nakoming van hun verbintenissen uit hoofde van de Verzekeringsovereenkomst;
II. Allianz te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 35% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 2.772.466,55, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. RSA te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 17,5% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 1.386.233,28, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. Ergo te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 17,5% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 1.386.233,28, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. NN te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 12,5% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 990.166,63, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VI. Chubb te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 10% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 792.133,30, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VII. Corins te veroordelen om – met in achtneming van haar schadedeel van 7,5% – aan Adelante te betalen een bedrag ad EUR 594.099,96, te vermeerderen met de wettelijke rente;
VIII. de Verzekeraars hoofdelijk te veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten ad EUR 6.755, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IX. de Verzekeraars hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Adelante stelt dat Allianz c.s. ieder voor hun deel gehouden zijn de schade van Adelante te vergoeden omdat schade is ontstaan als gevolg van een verzekerd evenement. Uit de deskundige rapporten van NLOI en Geonius blijkt dat de schade is veroorzaakt door neerslag. De schade door regenwater valt onder de dekking van de verzekering op grond van artikel 2.2.8.2. Adelante ontkent niet dat ook Geulwater uit de overgestroomde Geul het gebouw is binnengekomen, maar Adelante stelt dat het niet uitsluitend Geulwater is dat de schade heeft veroorzaakt. Met Geonius concludeert Adelante dat neerslag op de laaggelegen locaties eerder tot waterschade heeft geleid dan het water dat door de overstroming van de Geul schade heeft veroorzaakt. Water uit de Geul is overigens ook (deels) neerslagwater.
3.3.
Allianz c.s. voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkheid van Adelante, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Adelante, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Adelante in de kosten van deze procedure. Adelante heeft niet de juiste vennootschappen gedagvaard. Adelante heeft niet voldaan aan haar medewerkingsplicht en naar kort geleden is gebleken verzekeringsfraude gepleegd. Allianz c.s. wijzen dekking onder de verzekering van de hand. In de eerste plaats omdat geen sprake is geweest van een verzekerd evenement. In de tweede plaats omdat, voor zover al aangenomen zou moeten worden dat sprake is van een verzekerd evenement, de schade van dekking is uitgesloten. Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten geldt ten slotte dat iedere onderbouwing ontbreekt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

gedaagde partijen
4.1.
Allianz (Nederland Groep N.V.) en Corins voeren aan dat zij ten onrechte zijn gedagvaard. Uit het handtekeningenblad bij de polis blijkt dat deze is ondertekend door Allianz Nederland Corporate, handelsnaam van Allianz Benelux N.V., en niet door Allianz. Allianz Benelux N.V. is dan ook de risicodrager. Allianz heeft verklaard dat Allianz Benelux N.V. aan een eventueel veroordelend vonnis zal voldoen.
4.2.
De rechtbank volgt dit verweer ten aanzien van Allianz. Allianz geldt niet als risicodrager onder de polis. Daarom zal de vordering tegen Allianz worden afgewezen.
4.3.
Wat betreft Corins geldt dat zij op de polis staat genoemd als verzekeraar met een aandeel van 7,5%. Corins voert aan dat zij echter handelde als assurantietussenpersoon en dat dit ook blijkt uit het uittreksel uit het handelsregister. Corins treedt op als gevolmachtigde van ASR en AXA Belgium en heeft verder verklaard namens deze verzekeraars dat zij de uitkomst van dit vonnis zullen volgen.
4.4.
Met de verklaring van Corins en het uittreksel uit het handelsregister stelt de rechtbank vast dat Corins gevolmachtigde is en niet geldt als risicodrager onder de polis. Daarom kan Corins bij een eventuele veroordeling niet worden gehouden tot het mee dragen van de schade. Tegen haar wordt de vordering om die reden ook afgewezen.
verzekeringsfraude
4.5.
Allianz c.s. voeren aan dat Adelante een deel van haar schade dubbel claimt. De schade aan elektronica en extra kosten heeft zij namelijk geclaimd onder de bedrijfsapparatuurverzekering bij – thans – NN (pakketpolis met nummer [nummer] ) maar ook bij Allianz c.s. in deze procedure op grond van de Verzekeringsovereenkomst. Ten tijde van het indienen van haar laatste eiswijziging wist Adelante dat zij een deel van haar schade al vergoed had gekregen. Desondanks claimt zij van Allianz c.s. het volle bedrag van haar schade. Dat is opzettelijke misleiding als bedoeld in artikel 7:941 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gevolg daarvan moet zijn dat het recht van Adelante op uitkering komt te vervallen, aldus Allianz c.s.
4.6.
Adelante stelt dat zij geenszins een opzet tot misleiden van verzekeraars heeft gehad. Direct bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft zij gemeld dat zij de uitkering van NN heeft ontvangen en heeft zij meegedeeld dat zij op dat bedrag niet langer aanspraak maakt.
4.7.
De rechtbank stelt vast dat Adelante de mogelijkheid had om haar schade aan bedrijfsapparatuur/inventaris onder beide polissen te claimen zoals zij heeft gedaan. Daarover heeft zij tegenover verzekeraars niet schimmig gedaan, dat volgt al uit de twee aktes van taxatie van schade-experts Crawford en Troostwijk, waarin beide polissen worden genoemd. In de akte van taxatie van elektronica en extra kosten die op basis van de bedrijfsapparatuurverzekering met nummer [nummer] is opgemaakt, is ook de onderhavige polis met nummer [nummer] genoemd. De uitkering onder de bedrijfsapparatuur-verzekering is een maand voorafgaand aan de mondelinge behandeling gedaan. De advocaat van Adelante heeft direct bij aanvang van de mondelinge behandeling de ontvangst van de uitkering door NN benoemd en de daaruit voortvloeiende wijziging van eis is bij de mondelinge behandeling meegedeeld. Onder die omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van opzettelijke misleiding van verzekeraars.
medewerkingsplicht ex artikel 8.3 van de Verzekeringsvoorwaarden
4.8.
Allianz c.s. voeren verder aan dat verzekeraars (dan wel haar experts) niet de benodigde medewerking van Adelante hebben ontvangen en dat dit er toe dient te leiden dat de vordering wordt afgewezen. Verzekeraars en VLC hebben afgesproken dat nader onderzoek zou worden gedaan naar de oorzaak van de waterschade door twee experts. Dit is bevestigd bij e-mail van 3 augustus 2021 (zie onder 2.11). Dat onderzoek zou worden uitgevoerd door het door verzekeraars ingeschakelde expertisebureau tezamen met een door Adelante in te schakelen expertisebureau. Verzekeraars zijn echter niet uitgenodigd om te participeren in het onderzoek van het kennelijk door Troostwijk ingeschakelde NLOI; ook is van de kant van verzekeraars geen expert aanwezig geweest bij de gesprekken die NLOI hield met medewerkers van Adelante. Adelante weigerde vervolgens de noodzakelijke medewerking aan het onderzoek van het door verzekeraars ingeschakelde expertisebureau Stekelenburg. Ondanks de gemaakte afspraak hebben verzekeraars moeten ervaren dat de expertise aan alle kanten werd tegengewerkt en gefrustreerd. Zo werd informatie niet gedeeld en heeft de onderzoeker relevante getuigen nog steeds niet kunnen spreken. Gebleken is dat op de avond van het ontstaan van de schade een grote hoeveelheid foto's is gemaakt, maar dat die geen onderdeel uitmaken van het rapport van NLOI. Die zijn pas later aan Stekelenburg verstrekt. Adelante heeft kort na het ontstaan van de schade aan Crawford laten weten dat het beeldmateriaal van de bewakingscamera's die op het terrein van Adelante aanwezig zijn niet meer beschikbaar was. Volgens mededeling van Adelante zouden de beelden na tien dagen zijn overschreven. Later is bij het onderzoek door Stekelenburg echter gebleken dat het beeldmateriaal gedurende enkele maanden (extern) wordt opgeslagen. Die mededeling was dus niet juist, althans niet volledig, aldus nog steeds Allianz c.s.
4.9.
Adelante stelt daar tegenover dat verzekeraars behoorlijk onderzoek hadden moeten doen en op basis daarvan een duidelijke onderbouwde motivering hadden moeten geven, voordat zij dekking weigerden. In de ogen van Adelante zijn verzekeraars te laat (na 7 maanden) tot nader onderzoek overgegaan. Verder heeft NLOI namens Adelante meermalen uitvoerig antwoord gegeven op de vele informatieverzoeken van Stekelenburg. Adelante heeft Stekelenburg meerdere keren in de gelegenheid gesteld medewerkers te interviewen. Wel wilde Adelante op een gegeven moment toegelicht krijgen waar zij aan toe was. Zij achtte het onderzoek door Stekelenburg sturend en gebaseerd op wantrouwen. Verder werd het onderzoek door Stekelenburg door de medewerkers van Adelante als zeer belastend ervaren, door de impact die de bewuste avond op hen heeft gehad. Een overleg op directieniveau op 19 juli 2022 leek een oplossing te bieden, maar verzekeraars bleken toch een ander pad te bewandelen, aldus Adelante.
4.10.
Uit de hiervoor opgenomen correspondentie blijkt dat de samenwerking tussen verzekeraars/Stekelenburg en Adelante/NLOI bij de beoordeling en afhandeling van de schadeclaim van Adelante bepaald niet soepel is verlopen. Adelante maakt het verwijt dat verzekeraars te traag zijn geweest met het instellen van een onderzoek, dat zij desondanks dekking hebben afgewezen zonder een goede motivering en dat zij vervolgens het onderzoek van NLOI over wilden doen en controleren in plaats van zelf onderzoek te doen. Het heeft lang geduurd tot een definitief dekkingsstandpunt is ingenomen. Verzekeraars maken het verwijt dat ondanks de afspraak via VLC, partijen door toedoen van Adelante niet tot een gezamenlijk onderzoek zijn gekomen en dat veel te terughoudend werd gereageerd op de onderzoeksvragen van Stekelenburg waartoe Adelante gewoon verplicht was.
4.11.
De rechtbank oordeelt dat het beide partijen te verwijten is dat zij in professioneel opzicht niet effectief en efficiënt hebben gehandeld. Van beiden had meer en beter verwacht mogen worden. Hetgeen Allianz c.s. hebben aangevoerd leidt echter niet tot de conclusie dat Adelante tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting tot medewerking, zoals de Verzekeringsvoorwaarden verlangen. Uit het dossier volgt dat Adelante, soms met vertraging en/of schoorvoetend, aan de meeste vragen heeft meegewerkt. Voorts geldt dat het door Adelante uiteindelijk niet mee willen werken aan een gezamenlijk onderzoek onvoldoende is voor de conclusie dat sprake is van een tekortkoming – ook als de verzekeringsmakelaar daar in eerste instantie wel mee had ingestemd.
dekking – 2.2.8.1 en 2.2.8.2 Verzekeringsvoorwaarden – bewijslast Adelante
4.12.
Adelante erkent dat zij de bewijslast heeft ten aanzien van de aanwezigheid van een gedekte gebeurtenis. Zij stelt met verwijzing naar de onderzoeksresultaten van NLOI/Geonius dat de schade als eerste is ontstaan door (i) regenwater dat door de putjes en wc’s gebouw A is binnengetreden ten gevolge van een overstroomd riool en ook (ii) regenwater dat op het terrein bleef staan en dat, gezamenlijk en vermengd met Geulwater, het gebouw is binnengestroomd. Deze twee schade-oorzaken zijn gedekt onder 2.2.8.2 van de Verzekeringsvoorwaarden. Uit het rapport van NLOI/Geonius blijkt dat het zeer aannemelijk is dat deze beide oorzaken aanzienlijke schade hebben veroorzaakt. Daarna is meer Geulwater het pand binnengestroomd. Uiteindelijk is het dus een combinatie van Geulwater en regenwater (vanuit het overstroomd riool en vanaf het terrein) geweest dat in de gebouwen is binnengetreden. In de andere gebouwen op het terrein dan gebouwen A en C is geen nader onderzoek gedaan, omdat daar op de avond van 14 juli 2021 geen mensen meer aanwezig waren. Een deskundige kan eventueel adviseren over het binnenkomen van regenwater (vanuit het overstroomd riool en vanaf het terrein) en Geulwater en wat de causale bijdrage van het één en het ander bij het ontstaan van de schade is geweest. Op dit punt kan nader bewijs worden geleverd, aldus Adelante.
4.13.
Verzekeraars hebben dekking eerst voorlopig en daarna definitief afgewezen. Voor wat betreft de stelling dat het water via de putjes naar binnen is gelopen geldt dat 2.2.8.1 van de Verzekeringsvoorwaarden de specialis is van 2.2.8.2 (binnengekomen regenwater). Dat is de generalis. Er zal dus gekeken moeten worden naar 2.2.8.1. Adelante zal aannemelijk moeten maken dat de schade veroorzaakt is door water overgelopen uit binnen het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen als gevolg van “springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect”. Stekelenburg heeft vastgesteld dat geen sprake was van een defect in het leidingwerk of de daarop aangesloten toestellen. Adelante heeft het door haar te leveren bewijs (dan ook) niet geleverd, terwijl ook uit de onderzoeksresultaten van Stekelenburg volgt dat zich geen verzekerd evenement heeft voorgedaan. Gelet op de bevindingen van Stekelenburg betwisten verzekeraars verder dat regenwater het pand is binnengekomen. Stekelenburg heeft alle medewerkers van Adelante gesproken die op het moment van het ontstaan van de schade in het complex aanwezig waren. Met uitzondering van één hebben zij allen verklaard dat zij geen uitstromend water (vanuit vloerputje en wc’s) hebben gezien. Volgens getuige [getuige] zou (zeer) lokaal wel enig water op de vloer vanuit de vloerputjes in gebouw A zichtbaar zijn geweest, maar was het niet zo dat het hele gebouw zich vulde met uitstromend water. Uit de onderzoeken van Stekelenburg is gebleken dat de rivier al voor 18.00 uur buiten haar oevers is getreden, en niet pas om 21.45 uur zoals NLOI stelt. Het rivierwater heeft vóór 22.20 uur het drempelniveau van gebouw A bereikt. Uit de interviews is verder gebleken dat het rivierwater om 21.45 uur al tot circa 50 cm tegen de (oostelijke) gevel van gebouw C stond. Omstreeks 22.57 uur is het rivierwater ook de trapneergang ingestroomd, waarna het via ventilatieroosters de kelder van gebouw A instroomde. Dit water kan gelet op de meteorologische data geen regenwater zijn dat op het terrein van Adelante stond, aldus nog steeds Allianz c.s.
4.14.
De rechtbank vindt in de Verzekeringsvoorwaarden geen aanwijzing voor een verhouding generalis/specialis met betrekking tot de ‘
named perils’van het onvoorzien binnenkomen van regenwater (generalis, artikel 2.2.8.2) en water dat is gestroomd of overgelopen uit leidingen als gevolg van vorst, breuk, verstopping of ander plotseling optredend defect (specialis, artikel 2.2.8.1). In de artikelen 2.2.8.1 en 2.2.8.2 van de Verzekeringsvoorwaarden worden twee van elkaar verschillende gebeurtenissen beschreven. Kort gezegd en voor zover hier van belang: Water(schade) als gevolg van vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect aan leidingen of toestellen/installaties (artikel 2.2.8.1) en (water)schade door het onvoorzien het gebouw binnenkomen van regenwater (artikel 2.2.8.2). De ene gebeurtenis is niet een bijzonderheid bij de andere gebeurtenis, maar zijn – zoals overwogen – van elkaar verschillend. Beiden kunnen onafhankelijk van elkaar plaatsvinden. Aldus is artikel 2.2.8.1 geen specialis van artikel 2.2.8.2. Verder ligt het niet voor de hand om de specialis eerst in de voorwaarden te noemen en pas daarna de generalis. In het vervolg zullen de gebeurtenissen dus afzonderlijk worden beoordeeld als nevengeschikte en van elkaar te onderscheiden mogelijke oorzaken van gedekte schade.
4.15.
De rechtbank maakt uit het rapport van NLOI/Geonius, de verklaring van getuige [getuige] en de foto’s van het ondergelopen veld op dat de grond en het afwateringssysteem door overvloedig regenwater verzadigd was geraakt en dat als gevolg daarvan ook regenwater het gebouw A is binnengestroomd via vloerputjes en wc’s. Het voorlopig rapport van Stekelenburg (zie 2.28) meldt uit het getuigenverhoor van [naam 4] , dat “
het water in de toiletpot stond tot aan de rand, dus het was duidelijk dat het water dat op de vloer lag, uit de toiletpot was gekomen.”Uit de getuigenverhoor van [getuige] meldt het voorlopig rapport:
“u zag dat het water daar[in een sanitaire ruimte in gebouw A ]
door de grondputjes omhoog kwam. (...) geeft u aan dat dat 10 tot 15 cm omhoog werd gestuwd. Zeker 10 centimeter of 'vier vingers' hoog. (...) De hele sanitaire ruimte stond blank. (...) ongeveer 2 centimeter”.Eerder bij de ondervraging door NLOI had [getuige] verklaard:
“kwam door de putjes het water er uit gespoten. Overal waar in dat gebouw een sanitaire voorziening was, kwam het water uit de vloerputjes gespoten. Ik was het buiten aan het tegenhouden achter gebouw A en bij de machinekamer van de gymzaal, maar binnen kwam het gewoon via de riool omhoog naar binnen. Dat constateerde ik rond 23.30 uur.”.Getuige [naam 3] heeft onder meer verklaard:
“Het bleek dat u het toilet[in gebouw C ]
niet meer kon doorspoelen.”.Geonius schrijft (zie 4.18) “…
waarbij overtollige neerslag snel afstroomt van de heuvels richting het lager gelegen beekdal, kan dan al aanzienlijke wateroverlast hebben opgetreden door o.a. overbelasting van het riool en binnentreden via lozingspunten in gebouwen.In zoverre valt het binnenkomen van overvloedig regenwater via vloerputjes en wc’s vanuit de riolering onder de dekking van artikel 2.2.8.2 van de Verzekeringsvoorwaarden.
uitsluiting – 2.4.4 Verzekeringsvoorwaarden – bewijslast verzekeraars
uitleg
4.16.
Allianz c.s. erkennen dat zij de bewijslast dragen voor het bestaan van een uitsluiting. Zij betogen dat uit artikel 2.4.4 van de Verzekeringsvoorwaarden duidelijk volgt dat schade door overstroming ten gevolge van het overlopen van oevers van dekking is uitgesloten. In dit geval is de oever van de Geul overgelopen. Daarmee staat de uitsluiting vast, aldus Allianz c.s.
4.17.
Adelante betoogt daarentegen dat de oevers van de Geul niet zijn aan te merken als een
waterkeringals bedoeld in artikel 2.4.4 die is bezweken of overgelopen. De Geul is letterlijk een geul in de omgeving met geleidelijke oevers die niet per definitie zijn bestemd om water tegen te houden. De Geul heeft de status van primaire watergang. De oevers zijn door het waterschap Limburg niet aangemerkt als waterkering. Bij stijging van het waterpeil wordt de Geul als het ware gewoon breder en treedt dan buiten haar normale omvang. Dat valt volgens Adelante niet onder de uitsluiting.
4.18.
Partijen twisten aldus over de uitleg van de in artikel 2.4.4 van de in de Verzekeringsvoorwaarden opgenomen uitsluiting. Voor de uitleg daarvan zijn met name objectieve factoren van belang, zoals de bewoordingen, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel. Dit volgt uit de vaste jurisprudentie op dit punt. Tussen partijen is niet in geschil dat VLC, die namens Adelante als verzekeringsmakelaar optreedt, de Verzekeringsvoorwaarden heeft opgesteld en dat over de tekst van artikel 2.4.4 niet is onderhandeld.
4.19.
De tekst van artikel 2.4.4 van de Verzekeringsvoorwaarden bepaalt dat dekking is uitgesloten als schade is veroorzaakt door
“het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen”. De vraag is of, zoals Adelante betoogt, voor de toepasselijkheid van deze uitsluiting noodzakelijk is dat een oever als waterkering kan worden aangemerkt. Dat laatste is volgens Adelante, met verwijzing naar het rapport van NLOI/Geonius, niet het geval is. Adelante wordt niet gevolgd in dit betoog. Daartoe is het volgende redengevend. Er worden in artikel 2.4.4 vier mogelijke manieren genoemd om water tegen te houden, namelijk door dijken, kaden, sluizen en oevers. Op die opsomming volgen de woorden “
of andere waterkeringen”.Daaruit valt echter niet af te leiden dat het zijn van een “
waterkering”steeds vereist is voor het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers. Ook een oever heeft net als een dijk, kade of sluis de functie om water te keren (in bedwang te houden) en de loop van het water te reguleren. Dat een dijk, kade of sluis door mensenhanden wordt geconstrueerd en een op natuurlijke wijze ontstane oever niet, maakt voor de uitleg van onderhavige uitsluiting, anders dan Adelante lijkt te betogen, geen verschil. Het overlopen van een op natuurlijke wijze ontstane oeverwal, zoals het overlopen van de oever van de Geul, dient naar objectieve maatstaven beoordeeld dus eveneens onder de reikwijdte van de uitsluiting te worden begrepen.
de uitsluiting van toepassing?
4.20.
Allianz c.s. betogen dat aangezien de Geul is overstroomd en het rivierwater vervolgens tot de schade heeft geleid, de slotsom is dat de schade van dekking is uitgesloten. Dat overstroming van de Geul heeft geleid tot schade is vast te stellen op grond van de bevindingen van Crawford en Stekelenburg (zie 2.10, 2.28 en 2.33). Ook het water dat mogelijk via het riool het gebouw binnen is gestroomd, kan alleen maar rivierwater zijn dat zich in het riool heeft opgehoopt. Op de avond van 14 juli 2021 is er amper nog neerslag gevallen. Zodoende is de uitsluiting op het geheel van het binnengekomen water van toepassing is, aldus Allianz c.s.
4.21.
Adelante ontkent niet dat door overstroming van de oever van de Geul ook rivierwater het gebouw is binnengekomen, maar Adelante betoogt dat het water dat aanvankelijk via het rioleringssysteem binnengekomen is geen rivierwater betreft en dat dit de schade in eerste instantie heeft veroorzaakt. Rivierwater uit de Geul kwam later en is overigens ook deels neerslagwater, dat zich op het terrein van Adelante had opgehoopt en vervolgens vermengd met het rivierwater de gebouwen is binnengestroomd.
4.22.
De rechtbank volgt niet de stelling van Allianz c.s. dat
alleschade onder de uitsluiting valt. Uit de verklaringen van de getuigen blijkt dat er enig water in de sanitaire ruimtes is waargenomen (getuigen [naam 3] , [getuige] rond 23:30 uur, [naam 4] , zie hiervoor onder 2.18 en 2.28), voordat water uit de Geul het drempelniveau van de begane grond van (een van) de gebouwen van Adelante had bereikt. Uit de getuigenverklaringen van [naam 6] , [naam 5] en [getuige] (zie hiervoor onder 2.28) blijkt dat naast de gymzaal plotseling een
sinkholeis ontstaan, waardoor water direct onder de vloer van de gymzaal, de kruipruimtes onder/naast gebouw A in is gestroomd. Ook is het water de trapneergang en de technische ruimte in de kelder naast gebouw A ingestroomd. Het algehele waterniveau was al tot de tegels bij de
sinkholeen de trapneergang gestegen. Even later heeft het water ook het drempelniveau bereikt. Het was toen één watervlakte tot aan de Geul. Het rapport van NLOI/Geonius omtrent de waterhoogtes van de Geul en de conclusie dat de Geul niet eerder op drempelniveau van gebouw A is gekomen dan tussen 00:30 en 00:45 uur is daarmee voldoende overtuigend weerlegd door het aanvullend rapport van Stekelenburg met de nadere onderbouwing door HKV. Er wordt dus uitgegaan van de juistheid van de door Stekelenburg genoemde Geulwaterstanden en het bereiken van het drempelniveau op de genoemde tijdstippen. Dit moment wordt door Stekelenburg in de tijd vastgesteld tussen 22.20 en 22.57 uur. Het vorenstaande betekent dat, alhoewel niet
alleschade onder de uitsluiting valt, wel vaststaat dat
een deelvan de schade is uitgesloten – namelijk die schade die door de overstroming van de Geul is veroorzaakt. Concreet gaat het dan om rivierwater dat schade aan de gebouwen van Adelante heeft veroorzaakt. Dat wordt door Adelante ook wel erkend.
meervoudige causaliteit
4.23.
Het voorgaande brengt mee dat sprake is van meervoudige causaliteit. De ene schade-oorzaak (het binnenkomen van regenwater door vloerputjes en wc’s) valt onder de dekking van de Verzekeringsovereenkomst, maar de andere schade-oorzaak (het binnenkomen van water doordat de oevers van de Geul overstroomden) niet.
4.24.
De rechtbank stelt vast dat in de Verzekeringsvoorwaarden geen causaliteitsmaatstaf is opgenomen. In dat geval komt het vooral aan op uitleg van de Verzekeringsvoorwaarden; anders dan in het verleden wel werd betoogd is de
dominant-cause-leer niet het uitgangspunt in zo een geval. [1]
4.25.
Adelante is in haar processtukken in het geheel niet op de gevolgen voor haar vordering van deze meervoudige causaliteit ingegaan. Daar was wel alle aanleiding toe, nu Adelante heeft erkend dat het niet uitsluitend regenwater is geweest dat schade heeft veroorzaakt, maar dat in de loop van de avond/nacht ook rivierwater de gebouwen is binnengekomen en aldus heeft bijgedragen aan de schade. Die schade is uitgesloten, hetgeen verzekeraars (en ook de eigen verzekeringsmakelaar VLC) al kort na de schadedatum hebben aangeven. De mogelijkheid dat van meervoudige causaliteit sprake zou kunnen zijn heeft bovendien vanaf het rapport van NLOI/Geonius voor de hand gelegen. Dat blijkt uit conclusie 1 van dat rapport (zie 2.18) Dit brengt allerlei juridische vragen met zich mee, zoals welke causaliteitsnorm moet worden gevolgd bij wel en niet gedekte schade-oorzaken en hoe in dat geval een verdeling van schade moet worden gemaakt. Het stilzwijgen van Adelante op dit punt is in strijd met haar substantiëringsplicht (artikel 111 lid 3 Rv). Doordat zij hier geen stellingen aan heeft gewijd, is het partijdebat op geen enkele wijze daarop gericht geweest en onvolkomen en onvolledig gebleven. Dat Adelante in deze procedure een andere uitleg van de uitsluiting heeft bepleit maakt dit alles niet anders – het mag van haar verwacht worden dat zij ook rekening houdt met de door verzekeraars bepleite uitleg.
4.26.
Het ter zitting gedane verzoek van Adelante om te worden toegelaten tot nadere bewijslevering en/of het benoemen van een deskundige die kan adviseren over hoe de schade begroot zou moeten worden en wat de bijdrage aan de schade van de ene en de andere oorzaak zou moeten zijn wordt gepasseerd. Het debat moet in feite nog vanaf het begin gevoerd worden. Daarvoor is in dit stadium van de procedure (in eerste aanleg) – na schriftelijke stukkenwisseling en mondelinge behandeling – geen plaats meer en het is bovendien in strijd met een behoorlijke procesorde.
4.27.
Het vorenstaande betekent dat de vordering van Adelante wordt afgewezen. Met hetgeen door Adelante en de door haar ingeschakelde experts naar voren is gebracht is niet op enigszins zorgvuldige wijze vast te stellen welk aandeel de gedekte schade is geweest in de totale schade. Uit hetgeen Allianz c.s. naar voren hebben gebracht blijkt overtuigend dat de overstroming van de Geul een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de schade aan de gebouwen A en C. Over de andere gebouwen zijn onvoldoende gegevens van binnenuit die gebouwen beschikbaar, maar er is voldoende reden om aan te nemen dat ook bij die gebouwen de overstroming van de Geul de belangrijkste, zo niet de enige schadeoorzaak is geweest. Het water van de Geul is volgens het aanvullend rapport van Stekelenburg immers 80 cm gestegen gedurende de nacht van 14 op 15 juli 2021. Vergoeding van de schade die daardoor is ontstaan, is uitgesloten op grond van artikel 2.4.4 van de Verzekeringsvoorwaarden. Het beroep van Allianz c.s. op die uitsluiting slaagt dus nu niet kan worden ingeschat welk gedeelte van de schade veroorzaakt is door de wel gedekte oorzaak (via vloerputjes en wc’s binnengekomen regenwater).
proceskosten
4.28.
Adelante is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Allianz c.s. als volgt vastgesteld:
- griffierecht
8.519
- salaris advocaat
8.494
(2,00 punten × € 4.247)
Totaal
17.013
4.29.
Adelante wordt tevens veroordeeld in de nakosten op de wijze zoals in de beslissing is vermeld. De gevorderde wettelijke rente wordt ook toegewezen als hierna vermeld, omdat dat niet is weersproken.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Adelante in de proceskosten, aan de zijde van Allianz c.s. tot dit vonnis vastgesteld op € 17.013, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.3.
veroordeelt Adelante in de nakosten, begroot op € 173 aan salaris, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Adelante niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met € 90 aan salaris en de explootkosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van het vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, mr. C.M.E. de Koning en mr. R.H.C. van Harmelen en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023.

Voetnoten

1.Hoge Raad 4 juni 2021, ECLI:NL:2021:815 en Hoge Raad 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523