ECLI:NL:RBAMS:2023:2460

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 januari 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
RK 22-017884
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggave van inbeslaggenomen snorfiets na beklag op grond van artikel 552 Sv

Op 12 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak waarin klaagster, een alleenstaande moeder, een beklag indiende op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreffende de teruggave van een inbeslaggenomen snorfiets. De snorfiets, een Piaggio Vespa Sprint, was op 8 juli 2022 in beslag genomen van haar zoon, die zonder toestemming op de snorfiets had gereden. Klaagster, die lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen heeft, stelde dat de snorfiets haar enige vervoermiddel is en dat de inbeslagname onredelijk was, vooral gezien haar omstandigheden na een scheiding.

De rechtbank heeft het klaagschrift op 12 januari 2023 in openbare raadkamer behandeld, waarbij klaagster, de beslagene en de officier van justitie zijn gehoord. De officier van justitie verzet zich niet langer tegen de teruggave van de snorfiets aan klaagster, gezien de omstandigheden en het feit dat de beslagene herhaaldelijk in de problemen is gekomen door het gebruik van de snorfiets. De rechtbank heeft vastgesteld dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave, omdat de snorfiets niet toebehoort aan de beslagene en het onwaarschijnlijk is dat deze in een strafzaak verbeurd zal worden verklaard.

De rechtbank heeft uiteindelijk het beklag gegrond verklaard en gelast dat de snorfiets wordt teruggegeven aan klaagster. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 12 januari 2023 door rechter mr. J.W.H.G. Loyson, in tegenwoordigheid van griffier A. Gordon. Tegen deze beslissing staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na dagtekening van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
raadkamernummer : 22-017884
datum : 12 januari 2023
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klaagster],

geboren op [geboortedag 1] 1980 te [geboorteplaats 1],
wonende op het adres [adres],
hierna te noemen: klaagster.
[beslagene], geboren op [geboortedag 2] 2005 te [geboorteplaats 2], wonende op de [adres], is de beslagene (hierna: beslagene).

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv, blijkt dat op 8 juli 2022 is onder [beslagene] in beslag is genomen een snorfiets, merk Piaggio Vespa Sprint, kenteken [kenteken] (goednummer: 5710690).

Procedure

Het klaagschrift is op 16 augustus 2022 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 12 januari 2023 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft klaagster, de beslagene en de officier van justitie op zitting gehoord.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan klaagster van, te weten: een snorfiets, merk Piaggio Vespa Sprint, kenteken [kenteken] (goednummer: 5710690).
Klaagster heeft aangevoerd dat zij een niet-werkende alleenstaande moeder is en de snorfiets haar enige vervoermiddel is. Klaagster heeft lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen en is aan het revalideren en kan geen taxi betalen. Vanwege haar problemen kan zij geen gebruik maken van het OV. Klaagster vindt de inbeslagname van de scooter onredelijk en het voelt als een dubbele straf. Klaagster zat in een moeilijke periode na haar scheiding en zij wist niet dat haar zoon haar snorfiets had meegenomen. Het is ook nooit de bedoeling geweest dat haar zoon op de snorfiets ging rijden zonder dat hij een rijbewijs heeft. Hij heeft zonder haar toestemming de snorfiets meegenomen. Haar zoon heeft daar spijt van en hij voelt zich heel schuldig.
Klaagster stelt dat zij de reservesleutel heeft 'weggedaan' en dat haar zoon er niet meer bij kan.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet langer tegen teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan klaagster. Dit is de derde keer dat de beslagene op de snorfiets is gaan rijden en hij heeft zijn moeder hiermee flink in de problemen gebracht. De officier van justitie hoopt dat de beslagene nu is wakker geschud en het niet meer zal gebeuren.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
Het beklag is schriftelijk gedaan en ingediend binnen de twee jaren na inbeslagneming. Klaagster is daarom ontvankelijk in het beklag.
In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast.
Als er geen strafvorderlijk belang aan teruggave in de weg staat, vindt teruggave plaats aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer dat voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen, -ook in een zaak betreffende een ander dan de klager-, wanneer dat voorwerp kan dienen om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen of indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
Uit de stukken en hetgeen in raadkamer is besproken, is het volgende gebleken.
De officier van justitie heeft verklaard dat het strafvorderlijk belang zich niet langer verzet tegen opheffing van het beslag.
De rechtbank overweeg als volgt.
Blijkens het dossier heeft de inbeslagneming plaatsgevonden met het oog op de verbeurdverklaring van de snorfiets. De rechtbank stelt vast dat de snorfiets niet toebehoort aan beslagene. Gelet op artikel 33a, tweede lid Sv kunnen voorwerpen alleen verbeurd worden verklaard indien degene aan wie zij toebehoren (i.c. klaagster) bekend was met het gebruik ervan dan wel dat gebruik had kunnen vermoeden.
De rechtbank acht het, gelet op het verhandelde ter zitting, aannemelijk dat klaagster niet bekend was met het gebruik van de snorfiets door beslagene en ook niet had kunnen vermoeden dat beslagene gebruik maakte van de snorfiets. Dit heeft tot gevolg dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat het voorwerp in de strafzaak tegen beslagene verbeurd wordt verklaard. Om die reden verzet het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave.
Hoofdregel is dat hetgeen in beslag is genomen wordt teruggegeven aan de beslagene.
De rechtbank acht echter voldoende aannemelijk geworden dat het inbeslaggenomen voorwerp aan klaagster toebehoort. De rechtbank zal het beklag gegrond verklaren en teruggave aan klaagster gelasten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag gegrond en gelast de teruggave aan klaagster van
een snorfiets, merk Piaggio Vespa Sprint, kenteken [kenteken] (goednummer: 5710690).
Deze beslissing is gegeven door:
mr. J.W.H.G. Loyson, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na dagtekening van deze beslissing.