Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
1.
- voornoemde [slachtoffer] met een ploertendoder, althans een hard voorwerp, meermaals, althans eenmaal tegen/op zijn rug en/of ribben, althans het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
2.
- voornoemde [slachtoffer] bij zijn nek te pakken en/of (vervolgens) op de grond te gooien/duwen/trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer] met een ploertendoder, althans een hard voorwerp, meermaals, althans eenmaal tegen/op zijn rug en/of ribben, althans het lichaam te slaan en/of
3.Waardering van het bewijs
‘een ploertendoder, althans een hard voorwerp’dient verdachte te worden vrijgesproken.
‘slaan met een ploertendoder, althans een hard voorwerp’, zoals dit ten laste gelegd is onder feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair en subsidiair, niet kan worden bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
“Waar is het geld”, waarop hij heeft gezegd dat hij geen geld had en dat hij alleen een horloge had.
“Godverdomme [naam] wat is dit?”Er is geen onderbouwing voor de financiële claim van [medeverdachte] gegeven. [medeverdachte] heeft als getuige bij de rechter-commissaris op 10 mei 2022 weliswaar verklaard dat hij in de zomer van 2006 een bedrag van EUR 100.000 op zijn rekening heeft gekregen van zijn moeder, dat hij hiervan EUR 90.000 heeft opgenomen en dat hij dit geld heeft gebruikt voor een lening aan [slachtoffer] , maar deze gestelde lening aan [slachtoffer] is echter niet onderbouwd.
4.Bewezenverklaring
1.subsidiair,
2.subsidiair,
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
1. subsidiair: poging tot diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en
2. subsidiair: medeplegen van mishandeling.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 maanden.
5 maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast. Stelt daarbij een proeftijd van
2 jaarvast.
240 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
120 dagen.