Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juni 2022 met bewijsstukken,
- de conclusie van antwoord met bewijsstukken,
- het tussenvonnis van 23 november 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 februari 2023 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Regeling prestatie afhankelijke beloning bestuurders GeriMedica Holding B.V. januari 2021’(hierna: de regeling) vastgesteld.
‘jaarrekening 2020 + winstbestemming vaststellen’. Tijdens deze algemene vergadering hebben alle aandeelhouders, met uitzondering van VMC, ingestemd met het vaststellen van de jaarrekening over 2020. In deze jaarrekening was onder ‘
kortlopende schulden’eveneens een post
‘nog te betalen bonus 172.500,-‘opgenomen. Ook hebben de aandeelhouders, met uitzondering van VMC, ingestemd met het besluit om over 2020 geen dividend uit te keren. Uit de notulen die van deze vergadering zijn gemaakt blijkt verder dat de meerderheidsaandeelhouders ven mening zijn dat VMC niet langer stemgerechtigd is, hetgeen VMC betwist, maar dat wel steeds is genoteerd wat VMC zou hebben gestemd indien dit wel het geval zou zijn geweest.
5.Dividend besluit
3.Het geschil
4.De beoordeling
Inleiding
over het afgelopen kalenderjaar’worden beoordeeld op basis van de in de regeling vastgestelde criteria. Het was bovendien altijd al een bestendige gedragslijn, ook toen er nog op basis van arbeidsovereenkomsten werd gewerkt, dat bestuursbonussen werden toegekend in het jaar na het bestuursjaar waarop de bonus ziet omdat het behaalde resultaat ook pas op 31 december bekend is. Verder is de vennootschap gediend met de bonus aan het bestuur, dat zich op buitengewone wijze heeft ingespannen voor GeriMedica in het moeilijke Covid-jaar 2020. Noch artikel 2:245 BW noch de regeling sluit toekenning van een bonus aan het bestuur vanwege prestaties in het jaar 2020 uit. De beoordeling van de prestaties over 2020 is gebeurd op een moment toen de regeling al was aangenomen door de algemene vergadering.
over het afgelopen kalenderjaardienen te worden beoordeeld, betekent dan ook dat de prestaties vanaf de ingangsdatum van de regeling, derhalve de via de managementovereenkomsten verrichte prestaties vanaf januari 2021, in januari 2022 worden beoordeeld. De regeling strekt er niet toe uitkering van een bonus aan het bestuur mogelijk te maken over een boekjaar dat voorafgaat aan de inwerkingtreding van de regeling. In 2020 werkten de bestuurders verder ook nog op basis van een arbeidsovereenkomst waarin volgens de bestuurders eveneens bonusaanspraken (tot lagere bedragen) stonden vermeld bij goed presteren. Naar moet worden aangenomen dienen eventuele bonusaanspraken over 2020 dan ook te worden beoordeeld op basis van hetgeen in die arbeidsovereenkomsten staat vermeld.
op grond van de regelinghad mogen worden overgegaan.
5.De beslissing
nog te betalen bonus 172.500’,