ECLI:NL:RBAMS:2023:1915

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
: C/13/731183 / KG ZA 23-225 EAM/JT
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake roosterregeling voor gemeentelijke medewerkers in Amsterdam

In deze zaak heeft de Ondernemingsraad van de Gemeente Amsterdam een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Amsterdam. De Ondernemingsraad vorderde een verbod op de invoering van een nieuwe roosterregeling voor vuilnismannen, straatvegers en boa’s, totdat er instemming was van de Ondernemingsraad of totdat de kantonrechter vervangende toestemming had verleend. De Gemeente had op haar beurt tegenvorderingen ingediend en verweer gevoerd tegen de eisen van de Ondernemingsraad. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2023 werd de zaak besproken, waarbij beide partijen hun standpunten en bewijsstukken presenteerden. De voorzieningenrechter heeft op 30 maart 2023 een beslissing genomen in de vorm van een kopstaartvonnis, waarbij de Gemeente voorlopig is toegestaan om de nieuwe roosterregeling toe te passen tot de kantonrechter een definitieve beslissing heeft genomen over de rechtmatigheid van de roosterregeling. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Gemeente de nieuwe regeling kan doorvoeren, ondanks het lopende geschil. De Ondernemingsraad heeft de mogelijkheid om tegen deze beslissing in beroep te gaan, maar de voorzieningenrechter heeft de gevraagde voorziening van de Ondernemingsraad afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/731183 / KG ZA 23-225 EAM/JT
Vonnis in kort geding van 30 maart 2023
in de zaak van
ONDERNEMINGSRAAD VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam,
eiser in conventie bij dagvaarding op verkorte termijn van 22 maart 2023,
verweerder in reconventie,
advocaten mr. R.E.M. Vink-Dijkstra en mr. H.P. van Baalen te Leiden,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaten mr. M.H. de Vries en mr. J.T.M. van Doesum te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de Ondernemingsraad en de Gemeente worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2023 heeft de Ondernemingsraad de vordering zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De Gemeente heeft mede aan de hand van een op voorhand ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd en tegenvorderingen (eis in reconventie) ingediend. De Ondernemingsraad heeft de tegenvorderingen bestreden. De Gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling haar eis verminderd, in die zin dat zij niet langer een proceskostenveroordeling vordert. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
1.2.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is vandaag de beslissing gegeven, in de vorm van dit ‘kopstaartvonnis’. De uitwerking daarvan zal volgen op 13 april 2023.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren voor zover van belang aanwezig:
- aan de kant van de Ondernemingsraad: [naam voorzitter] (voorzitter), [naam 1] en [naam 2] , met mr. Vink-Dijkstra en mr. Van Baalen;
- aan de kant van de Gemeente: [naam gemeentesecretaris] (gemeentesecretaris), [naam stedelijk directeur] (stedelijk directeur), [naam adviseur] (adviseur gemeentesecretaris), [naam secretaris] (secretaris), [naam strategisch planner] (strategisch planner), [naam strategisch adviseur] (strategisch adviseur) en [naam 3] , met mr. De Vries en mr. Van Doesum.

2.De feiten

Volgen bij de uitwerking.

3.Het geschil in conventie

De Ondernemingsraad vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. de Gemeente te verbieden om per 1 april 2023 de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer en de daarbij behorende roosters in te voeren en toe te passen, zolang de Ondernemingsraad hiermee niet heeft ingestemd conform artikel 27 WOR, dan wel de kantonrechter hiervoor vervangende toestemming heeft verleend op de voet van artikel 27 lid 4 WOR en alle uitvoeringshandelingen ongedaan te maken, te staken en gestaakt te houden en de huidige roosters te handhaven, een en ander op straffe van een dwangsom;
II. in dit verband zodanige verdere voorzieningen te treffen die passend worden geacht;
III. de Gemeente te veroordelen in de proceskosten.

4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie

De Gemeente vordert – na vermindering van eis – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. de Gemeente toe te staan om de jaarplanningen 2023 van het Cluster Stadsbeheer die aan de medewerkers bekend zijn gemaakt, alsmede alle individuele maandroosters van de medewerkers die op basis van deze planningen zijn en zullen worden opgesteld en bekendgemaakt, toe te passen, totdat:
(i) de kantonrechter heeft beslist over het door de Gemeente in te dienen verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 6 WOR, welk verzoekschrift als strekking zal hebben dat de Ondernemingsraad op 17 februari 2023 ten onrechte de nietigheid heeft ingeroepen van de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer en (ii) deze beschikking van de kantonrechter kracht van gewijsde heeft;
dan wel voor zover wordt geconcludeerd dat de Ondernemingsraad terecht de nietigheid van het besluit tot vaststelling van de Roosterregeling heeft ingeroepen:
II. de Gemeente toe te staan om de jaarplanningen 2023 van het Cluster Stadsbeheer die aan de medewerkers bekend zijn gemaakt, alsmede alle individuele maandroosters van de medewerkers die op basis van deze planningen zijn en zullen worden opgesteld en bekendgemaakt, toe te passen, totdat:
(i) de kantonrechter heeft beslist over het door de Gemeente in te dienen verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 4 WOR, welk verzoekschrift als strekking zal hebben dat de beslissing van de Ondernemingsraad om niet in te stemmen met de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer onredelijk is, althans dat de vaststelling van deze roosterregeling noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen en (ii) deze beschikking van de kantonrechter kracht van gewijsde heeft.

5.De beoordeling in conventie

Volgt bij de uitwerking.

6.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie

Volgt bij de uitwerking.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
weigert de gevraagde voorziening,
in reconventie
7.2.
staat de Gemeente voorlopig toe om de jaarplanningen 2023 van het Cluster Stadsbeheer die aan de medewerkers bekend zijn gemaakt, alsmede alle individuele maandroosters van de medewerkers die op basis van deze planningen zijn en zullen worden opgesteld en bekendgemaakt, toe te passen, totdat: (i) de kantonrechter heeft beslist over het door de Gemeente op uiterlijk 14 april 2023 in te dienen verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 4 WOR, welk verzoekschrift als strekking zal hebben dat de beslissing van de Ondernemingsraad om niet in te stemmen met de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer onredelijk is, althans dat de vaststelling van deze roosterregeling noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen en (ii) de beschikking van de kantonrechter kracht van gewijsde heeft,
7.3.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.E. Tiddens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JT