Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
2.5. In het Kader (versie geldend per 1 juli 2020) staat voor zover van belang het volgende:
26 oktober 2020 heeft de Gemeente een instemmingsaanvraag gedaan met betrekking tot het invoeren van de jaarroosters. Bij brief van 3 november 2020 heeft de Ondernemingsraad zijn instemming gemotiveerd geweigerd.
Roosterregeling Cluster Stadsbeheer, Versie 02V00. In de brief staat dat de eerder besproken roosterregeling is aangepast naar aanleiding van: (i) elf in 2021 gevoerde overlegmomenten met de commissie Roosters waarbij onder meer is gesproken over werken op zondag en 8/9-uursdiensten; (ii) 860 individueel gevoerde gesprekken met medewerkers in september en oktober 2021 over een aantal mogelijke wijzigingen; en (iii) 99 in november 2021 gehouden teambijeenkomsten waarbij input is opgehaald bij de medewerkers. De Gemeente vervolgt haar brief met de volgende opsomming van de belangrijkste aanpassingen en een toelichting op het proces na instemming:
“De ondernemingsraad stemt in met de invoering van de roosterregeling onder de voorwaarde dat de gemaakte afspraken op 7 juli jl. zoals hiervoor opgenomen door beide partijen volledig en tijdig zullen worden nagekomen.”
19 juli 2022 een akkoord bereikt is en dat de gemaakte afspraken die zijn vastgelegd en benoemd in de brief van 19 juli 2022 in overeenstemming zijn met hetgeen is afgesproken en dat deze integraal zullen worden nageleefd. De gemeentesecretaris heeft zijn brief afgesloten met de opmerking dat een goede informatieverstrekking [jegens de medewerkers, vzr.] van groot belang is en dat het voorstel van de Ondernemingsraad om daarover nadere afspraken te maken wat hem betreft akkoord is.
• Partijen erkennen dat de planningen op voldoende draagvlak onder de achterban c.q. medewerkers moeten rekenen. In dat kader toetst de commissie Roosters de planningen voor het einde van januari 2023 kritisch, zodat de (eventuele) pijnpunten er zoveel als mogelijk worden uitgehaald.(…)18. Creëren van draagvlak onder de achterban c.q. medewerkersZowel de medezeggenschap als de zeggenschap erkennen dat de nieuwe roosterregeling moet kunnen rekenen op voldoende draagvlak onder de achterban, zoals dit ook in de instemmingsbrief onder voorwaarden is opgenomen. In dat kader zullen informatiebijeenkomsten voor de medewerkers worden gehouden waarin de commissie Roosters de nieuwe roosterregeling aan de achterban c.q. medewerkers nader zal toelichten. De commissie Roosters erkent daarbij dat zij een belangrijke rol vervult bij het creëren van voldoende draagvlak onder de achterban en spreekt de intentie uit om – indien de planningen aan de verwachtingen en afspraken voldoen – zich maximaal in te zetten voor het creëren van voldoende draagvlak. (…)”2.19. Van 25 tot 31 januari 2023 hebben er zes achterbanraadplegingen plaatsgevonden welke door circa 600 medewerkers zijn bezocht. Daarbij heeft de Ondernemingsraad gebruik gemaakt van een (op voorhand met de Gemeente gedeelde) presentatie die mede gebaseerd is op het (concept)convenant.
Dit draagvlak is een afspraak in het concept convenant.Tijdens de achterbanraadplegingen zijn de volgende punten / vragen aan de orde geweest:(…)17. Ongeveer 95% procent van de medewerkers is tegen het invoeren van de tot dusver bekende roosters. De commissie heeft geen persoon getroffen die positief was. Slechts enkelen die zich onthielden van stemming.(…)Hoewel de Commissie Roosters op de meeste vragen de onderhandelingsresultaten kon uitleggen vonden de medewerkers dit zwaar onvoldoende en zijn massaal tegen de punten benoemd uit het concept convenant en het invoeren van diensten die een grote inbreuk maken op hun privé omstandigheden. (…)”
3.Het geschil in conventie
8 februari 2023 besloten de nieuwe roosters toch per 1 april 2023 in te voeren. De Ondernemingsraad heeft op 17 februari 2023 dan ook terecht de nietigheid van dat besluit ingeroepen. Nu de Gemeente niet eerder een procedure bij de kantonrechter aanhangig heeft willen maken en zij niet bereid was om de uitvoering van haar besluit te staken of op te schorten totdat er wel aan alle voorwaarden voor de instemming zou zijn voldaan, was de Ondernemingsraad genoodzaakt om dit kort geding aanhangig te maken. De Gemeente heeft reeds uitvoeringshandelingen verricht, door bijvoorbeeld haar systemen in te richten met de nieuwe roosters. Om verdere onomkeerbare uitvoeringshandelingen te voorkomen is een voorlopige voorziening vereist, aldus de Ondernemingsraad.
4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie
(i) de kantonrechter heeft beslist over het door de Gemeente in te dienen verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 6 WOR, welk verzoekschrift als strekking zal hebben dat de Ondernemingsraad op 17 februari 2023 ten onrechte de nietigheid heeft ingeroepen van de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer en (ii) deze beschikking van de kantonrechter kracht van gewijsde heeft;
(i) de kantonrechter heeft beslist over het door de Gemeente in te dienen verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 4 WOR, welk verzoekschrift als strekking zal hebben dat de beslissing van de Ondernemingsraad om niet in te stemmen met de Roosterregeling Cluster Stadsbeheer onredelijk is, althans dat de vaststelling van deze roosterregeling noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen en (ii) deze beschikking van de kantonrechter kracht van gewijsde heeft.
17 februari 2023 de nietigheid van het besluit tot vaststelling van de roosterregeling ingeroepen. De Gemeente heeft belang bij toewijzing van haar eis in reconventie, nu aannemelijk is dat haar verzoek op de voet van artikel 27 lid 6 WOR zal worden toegewezen. Voor zover wordt geconcludeerd dat de Ondernemingsraad terecht de nietigheid van het besluit tot vaststelling van de roosterregeling heeft ingeroepen, dan moet de vordering in conventie alsnog worden afgewezen, omdat het zeer waarschijnlijk is dat de kantonrechter vervangende toestemming zal verlenen op de voet van artikel 27 lid 4 WOR. De beslissing van de Ondernemingsraad om niet in te stemmen met de roosterregeling is onredelijk en bovendien is de vaststelling van de roosterregeling noodzakelijk vanwege bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen, aldus de Gemeente.
5.De beoordeling in conventie
voldoende draagvlakelk in verschillende zin hebben opgevat. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het, naast de taalkundige betekenis van gekozen bewoordingen, aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan de bepaling waarin over
voldoende draagvlakwordt gesproken en op wat zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
(waaraan de Gemeente zich bij brief van 21 juli 2022 heeft gecommitteerd), luidt voor zover van belang als volgt:
6.De beoordeling in (voorwaardelijke) reconventie
1 april 2023 wenst te weten of zij kan starten met de nieuwe roosters stond het haar vrij om haar reconventionele vorderingen in te dienen. De enkele omstandigheid dat de Gemeente niet terstond, toen zij was gewezen op het gebrek aan draagvlak, een procedure aanhangig heeft gemaakt, brengt niet mee dat de Gemeente geen spoedeisend belang meer heeft bij de gevraagde voorzieningen.
1 april 2023 toe kan passen, doch slechts voorlopig totdat door de kantonrechter op het op de voet van dat artikel ingediende verzoekschrift heeft beslist en die beslissing kracht van gewijsde heeft. Een dergelijke vordering is in kort geding slechts toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de kantonrechter het verzoek op de voet van artikel 27 lid 4 WOR zal toewijzen en indien van de Gemeente niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van de procedure bij de kantonrechter afwacht.
14 april 2023 een verzoekschrift op de voet van artikel 27 lid 4 WOR indient bij de kantonrechter.