In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Amsterdam, op 12 oktober 2022 dertien beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door het ministerie van Financiën op zijn verzoeken om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). De verzoeken zijn ingediend tussen 25 augustus 2022 en 14 september 2022 en hebben betrekking op de openbaarmaking van informatie uit verschillende kennis- en coördinatiegroepen van de belastingdienst, met een verzoek om documenten zoals interne standpunten, jaarverslagen, handboeken en vergaderverslagen van deze groepen. De rechtbank heeft de beroepen gevoegd behandeld, omdat de zaken onderling nauw samenhangen. Tijdens de zitting op 18 januari 2023 is eiser verschenen, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en twee andere advocaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijnen zijn overschreden en dat eiser verweerder in gebreke heeft gesteld. De beroepen zijn gegrond verklaard, en de rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. De rechtbank heeft een nadere termijn gesteld tot uiterlijk 30 september 2023 voor de verzoeken die zien op de standpunten van de kennis- en coördinatiegroepen, en tot 31 december 2023 voor de notulen en afspraken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag verbonden aan de overschrijding van deze termijnen, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierechten, die door verweerder moeten worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 januari 2023.