Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 februari 2023.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een geschil tussen eiser en gedaagde over een overeenkomst van geldlening die op 8 juni 2018 tot stand is gekomen. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.B. Chylinska, vordert betaling van het restant van de lening en de contractuele rente, terwijl gedaagde, vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, betwist dat er nog een bedrag openstaat. De lening was oorspronkelijk vastgesteld op € 105.000, maar eiser stelt dat dit bedrag is verhoogd naar € 125.300 door tussentijdse betalingen. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat hij de lening en de rente volledig heeft voldaan en dat de lening niet is verhoogd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast bij de partijen ligt en dat gedaagde bewijs moet leveren van zijn stellingen. De zaak is aangehouden voor bewijslevering en verdere beslissingen zijn opgeschort.