Op 21 maart 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekers, ingediend op 9 februari 2023. Het verzoek was gericht tegen mr. J.W. Bockwinkel, de behandelend rechter in een civiele procedure waarin verzoekers een onafhankelijk gerechtelijk deskundige wilden laten benoemen. Verzoekers stelden dat de rechter zich diende te verschonen omdat een van de verwerende partijen, mevrouw [belanghebbende], eerder als rechter bij de rechtbank Amsterdam had gewerkt. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2023 heeft de advocaat van verzoekers betoogd dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond, omdat de rechter en mevrouw [belanghebbende] elkaar mogelijk kenden, ondanks dat de rechter dit ontkende.
De wrakingskamer heeft de processtukken en de verklaringen van de betrokken partijen in overweging genomen. De rechter heeft verklaard geen gronden te zien om zich te verschonen of de zaak te verwijzen, omdat zij mevrouw [belanghebbende] niet kende en nooit gelijktijdig met haar bij de rechtbank had gewerkt. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om de zaak niet te verwijzen een processuele beslissing was en geen blijk gaf van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure met zaaknummer C/13/725170 / HA RK 22/374 voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.