ECLI:NL:RBAMS:2023:1559
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser in het kader van de Wet WIA na afwijzing door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 16 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV beoordeeld. Eiser, werkzaam als facilitair medewerker, had zich op 4 december 2018 ziekgemeld en verzocht om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV had vastgesteld dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft bezwaar aangetekend, maar het UWV handhaafde zijn standpunt.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 2 maart 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep (VABB) zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen onjuistheden zijn vastgesteld in de beperkingen van eiser. De rechtbank oordeelt dat de VABB de medische belastbaarheid van eiser op 28 juli 2021 op overtuigende wijze heeft gemotiveerd en dat er geen reden is om aan de conclusies van het UWV te twijfelen.
De rechtbank wijst het verzoek van eiser om een onafhankelijke deskundige te benoemen af, omdat zij van mening is dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en dat de door hem gemaakte proceskosten niet worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de rol van de rechtbank in het toetsen van besluiten van het UWV.