Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Het onderzoek 26Lyons
Al jaren lang werken [verdachte] , [naam 2] , [naam 1] en [naam 3] samen in de internationale cocaïnehandel. Zij importeren cocaïne vanuit Costa Rica naar Nederland.” Met [verdachte] wordt verdachte bedoeld.
3.De tenlastelegging
4.De waardering van het bewijs
- opzettelijk, meermalen, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ongeveer 196 kilogram respectievelijk ongeveer 140 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne; en
- opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd, ongeveer 140 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne.
- opzettelijk, meermalen, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ongeveer 206 kilogram respectievelijk ongeveer 133 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne; en
- opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd, ongeveer 133 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
- opzettelijk, meermalen, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ongeveer 430 kilogram respectievelijk ongeveer 258 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne; en
- opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd, ongeveer 258 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne.
5.Het bewijs
Riff how is job gegaan had je niet meer gehoord”. De persoon in kwestie reageerde hierop door aan te geven dat het slecht is gegaan omdat de bak uit ‘Costa’ is geblokkeerd door de douane en stuurde hierna een afbeelding waar onder andere de container [nummer] op staat die door de douane was geblokkeerd. De verdachte reageerde met ‘kut’. Anderen lieten weten dat zij het een ‘kankerzooi’ en ‘kutzooi’ vinden. De verdachte reageerde hierop dat het niet anders is maar dat ‘container (…) steeds listiger [wordt]’. Op 30 maart 2020 is in de zeecontainer met het containernummer [nummer] , die was voorzien van een zegel met kenmerk [nummer] , de ten laste gelegde hoeveelheid cocaïne aangetroffen. Diezelfde dag stuurde een van de deelnemers in de Sky ECC-chatgroep [chatgroep] een foto van Crimesite waarop te lezen is dat er in de haven van Rotterdam 865 kilo cocaïne is onderschept. De verdachte reageerde hierop met ‘oeps’.
6.De strafbaarheid van de feiten en van de verdachte
7.Procesafspraken, waaronder het afdoeningsvoorstel
- de verdachte ziet af van het indienen van onderzoekswensen en trekt al ingediende onderzoekswensen in;
- de verdediging zal geen bewijsverweren voeren;
- de verdachte hoeft in het kader van de afspraken geen verklaring af te leggen;
- de verdachte bekent geen schuld door het tekenen van de overeenkomst en beoogt enkel een voorspoedige behandeling zijn strafzaak;
- de verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf onttrekken;
- het Openbaar Ministerie zal ter terechtzitting een strafeis van 9 jaar gevangenisstraf onvoorwaardelijk formuleren;
- het Openbaar Ministerie zegt toe de verdachte niet te vervolgen voor soortgelijke Opiumwetdelicten als de in deze zaak ten laste gelegde feiten die zijn gepleegd in de periode 1 augustus 2015 tot en met 9 maart 2021;
- het Openbaar Ministerie zal zich niet verzetten tegen een voorwaardelijke invrijheidstelling en detentiefasering, tenzij het gedrag van de verdachte gedurende de detentie daartoe aanleiding geeft.
8.Gevangenisstraf
9.Onttrekking aan het verkeer
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
ten aanzien van 196 kilo: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en
ten aanzien van 206 kilo: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en
ten aanzien van 430 kilo:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod en
9 (negen) jaren.