Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 maart 2023 in de zaak tussen
[eiseres] uit Italië, eiseres,
Inleiding
9 januari 2023 op een zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van verweerder. Eiseres heeft zich afgemeld.
Totstandkoming van de bestreden besluiten
WIA-uitkering. Daarvoor was het noodzakelijk dat er een medisch onderzoek werd verricht. Verweerder heeft eiseres vervolgens in de e-mail van 22 oktober 2021 uitgenodigd voor een videoconsult met een verzekeringsarts op 8 november 2021 via Videobutler. Eiseres kon de link niet openen en verweerder heeft toen op dezelfde dag opnieuw een link toegestuurd. Daarna heeft eiseres volgens verweerder niet meer gereageerd. Eiseres dient bereikbaar te zijn op het door haar opgegeven postadres, telefoonnummer en e-mailadres. Dat zij afgelegen in Italië woont en zowel telefonisch als online slecht bereikbaar is, komt voor haar rekening en risico. Er was sprake van een coronacrisis, maar daar houdt verweerder geen rekening mee. Verder is het verweerder niet gebleken dat er bijzondere omstandigheden zijn waardoor eiseres niet in staat was om deel te nemen aan het videoconsult. Verweerder vindt daarom dat eiseres niet heeft meegewerkt aan het noodzakelijke medisch onderzoek waardoor de verzekeringsarts niet kan vaststellen of eiseres arbeidsongeschikt is. Nu het noodzakelijke medisch onderzoek ontbreekt, kan verweerder eiseres geen uitkering toekennen.
Beoordeling door de rechtbank
WIA-uitkering genomen op 22 november 2021. Dat is op tijd. Daarom is verweerder geen dwangsom verschuldigd. Het voorgaande is niet anders als op een later moment blijkt dat de inhoud van het besluit onjuist zou zijn. Dit beroep slaagt niet.
Het bestreden besluit II
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I ongegrond;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit II;
- draagt verweerder op binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar gericht tegen het primaire besluit II te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.